Evolution of Arts II
26 januari: Opening Evolution of Arts II
Op zoek naar schoonheid
Bijna 1 jaar na de doop van de ‘Evolution of Arts’ op 10 maart 2012 jl. opent begin 2013 de tweede tentoonstelling van dit kunstinitiatief. De ‘Evolution of Arts’ is een initiatief van kunstenares Lisette Huizenga. Zij maakt graag samen met andere kunstenaars tentoonstellingen over dezelfde thematiek als zijzelf, namelijk de schoonheid. Zij wil daarmee haar positieve kijk op de wereld via haar werk tonen. Deze tweede tentoonstelling is gepland van zaterdag 26 januari t/m donderdag 14 februari 2013.
Deze zomer kwam ze in contact met de Vlaamse filosoof, dr. Gerbert Bakx, bekend geworden door zijn boeken ‘De strategie van Geluk’ en ‘Gelukkiger Leven’. Met hem sprak ze over schoonheid, raakte onder de indruk van zijn scherpzinnigheid in woordkeuze en voelde tegelijkertijd dat dit is waarmee zij zelf ook bezig is. Ze vroeg hem of hij over schoonheid in de kunst zou willen schrijven. Hieronder kunt u een ingekorte versie van de gedachten over schoonheid van Gerbert Bakx lezen, die je aan het denken zetten…
(Wilt u het artikel lezen dan staat dat het Pulchriblad van december jl. Ook kunt u het lezen via de volgende link op de website van Lisette Huizenga, onder publicaties: www.lisettehuizenga.nl/#Services.)
Schoonheid behoort, samen met o.a. liefde, mededogen en geluk, tot de moeilijkst te definiëren concepten. Het gaat immers om ervaringen, belevingen, die niet in een taal van exacte definities omschreven kunnen worden. Dat geldt overigens voor de meeste zo niet alle ervaringen.
De werkelijkheid kan op twee manieren beschreven worden: een objectief-wetenschappelijke en een subjectief-existentiële. De objectief-wetenschappelijke berust op de kritische houding van de onderzoeker die zich tegenover zijn onderzoeksobject plaatst. Hij neemt waar, beoordeelt en probeert rationeel te begrijpen. Zo kunnen we heel wat zinvolle en ware dingen zeggen over een roos, over een schilderij of over een mens. Een roos bestaat uit moleculen, pigmenten, cellen, weefsels en andere structuren. We kunnen de biologie beschrijven, de biochemie, de histologie, de fysiologie, de reproductie, de embryologie, de pathologie, enz. Zo kunnen we ook van een schilderij de samenstelling van de pigmenten en van het doek beschrijven, en we kunnen de penseelvoering en de kleurenkeuze beoordelen. Van een mens kunnen we de intelligentie, de kracht, de behendigheid, de bloeddruk, de body mass index, het cholesterolgehalte en andere kenmerken beschrijven.
In al deze voorbeelden is er evenwel iets dat daarbij altijd buiten beeld blijft en dat mijns inziens ook altijd zal blijven: de schoonheid van de roos, de zeggingskracht van een schilderij, de diepte van een mens. Deze eigenschappen verwijzen immers naar de beleving van de toeschouwer en kunnen niet verklaard worden door een onderzoek van het object. Het zijn voorbeelden van een beleving die we de beleving van schoonheid kunnen noemen. Een ander toeschouwer kan heel andere belevingen hebben. Als iemand een roos maar banaal vindt, niets ziet in het schilderij en de betrokken persoon als oppervlakkig beoordeelt, dan zal niets hem van het tegendeel kunnen overtuigen. Dat is de betekenis van de uitspraak ‘Beauty is in the eye of the beholder’ (schoonheid bevindt zich in het oog van de waarnemer) die aan diverse auteurs wordt toegeschreven, waaronder Shakespeare en de Schotse filosoof David Hume.
Dat stelt uiteraard een probleem voor de rationele westerse geest die probeert de dingen vanuit een lineaire causaliteit te begrijpen en te beschrijven. Deze werkwijze heeft tot onze westerse wetenschap geleid, waar het westen terecht trots op kan zijn en die zonder meer pretendeert op alle belangrijke vragen een antwoord te kunnen geven. De wetenschappelijke methode echter loopt vast waar het ervaringen, belevingen betreft. De wetenschap kan namelijk geen sluitende verklaring geven van de ervaringen van schoonheid, mededogen of geluk.
Schoonheid lijkt nog best omschreven te kunnen worden als dat wat rest nadat alles gezegd is wat gezegd kan worden. Het is altijd het ‘nog iets meer’ waarvoor geen woorden zijn. Schoonheid kan niet verklaard worden door de eigenschappen van het object zoals verliefdheid niet verklaard kan worden door de eigenschappen van de geliefde. Daardoor is schoonheid ook niet aantoonbaar. Wie de schoonheid van een roos, van een schilderij of van een mens niet ziet, kan daarvan niet overtuigd worden. Dat is een belangrijk onderscheid met de wetenschap.
Dat is ook zo voor het gebied dat van schoonheid zijn identiteit en zijn kenmerk maakt, namelijk de kunst. De discussies zijn dan ook eindeloos, wat op zich aantoont dat geen enkele objectieve benadering het mogelijk maakt schoonheid in een redelijk discours te vatten. Beauty is in the eye of the beholder. Er vallen bijgevolg ook geen regels of richtlijnen te geven om ‘goede kunst’ te maken.
Grote kunst vat iets van het mysterie van het leven. Grote kunst gaat niet over de emoties van de kunstenaar. De muziek van Bach gaat niet over Bach en de Mona Lisa van Da Vinci zegt niets over de emoties van Da Vinci. Grote kunst vat iets van het mens-zijn en van het mysterie van het leven. De Mona Lisa blijft fascineren zoals het leven zelf blijft fascineren. Men kan schoonheid of kunst dan ook niet ‘begrijpen’. Zij valt niet te begrijpen. Men kan er zich alleen voor openstellen door er zich aan over te geven. De dichter en filosoof Samuel Taylor Coleridge (1772-1834) sprak in 1817 van een ‘willing suspension of disbelief‘ (een vrijwillig opschorten van ongeloof). Zolang men de kritische houding van disbelief aanhoudt, kan men weliswaar heel wat wetenschappelijk interessante dingen te weten komen, maar kan men nooit de ervaring van schoonheid hebben. De kritische houding leidt tot wetenschap, maar niet tot de ervaring van schoonheid. Om de ervaring van schoonheid te hebben, moet men de kritische functie even verlaten en overschakelen op een modus van overgave. Men moet zich als het ware verbinden met het object. Men moet het object in de beleving laten binnenkomen. Men moet de objectief-wetenschappelijke houding verlaten voor een subjectief-existentiële houding.
Dat is het wonder: in de ontmoeting van materie (van mater, moeder) en vorm (van pater, vader, verwant met patroon), van het fysieke en het emotionele, ontstaat iets dat ons overstijgt dat spreekt over het mysterie. De Mona Lisa van Da Vinci fascineert omdat zij iets van het leven van de mens en van alle mensen vat. De muziek van Bach fascineert door de ontmoeting van orde en verrassing. Het leven creëert orde (kosmos) in de wanorde (chaos) en is altijd weer verrassend.
Het schone is iets waaraan men aandacht geeft.
SIMONE WEIL (1909-1943)
Je kan vaak aan een beeld zien of er in meerdere of mindere mate de schoonheid van de dingen in het leven is gebracht. De ‘Evolution of Arts’ is op zoek naar kunstwerken waar de schoonheid van het leven het uitgangspunt en misschien ook wel het doel lijkt te zijn. Om samen tentoon te stellen en daarna met de kunstenaars en het publiek in gesprek te gaan over hun werk en visie ten opzichte van dit thema. Interessant is dat na de romantiek de schoonheid, net als God bij de vuilnis lijkt te zijn gezet. Sindsdien zoeken kunstenaars vaak het vaak in wat realiteit wordt genoemd. Deze tentoonstelling wil nieuw licht werpen op de schoonheid.
Een onderwerp van geprek kan zijn of kunst over schoonheid anno 2013 niet gewoon weer ‘mee mag doen’ of dat deze misschien wel kunst over de realiteit overstijgt en nieuwe(re) perspectieven kan bieden? De kunstenaars van ‘Evolution of Arts gaan hierover en over andere issues rond kunst over schoonheid graag met u in gesprek, via de tentoonstelling en via de ’Meet en Greets’
‘Meet en Greets’
Aan deze tweede “Evolution of Arts” zijn weer twee thema-avonden verbonden waar kunstenaars en kunstlievenden hartelijk welkom zijn om te komen luisteren en/of om met de kunstenaars van Evolution of Arts in gesprek te gaan over kunst over schoonheid. Zet de data alvast in uw agenda: donderdag 7 en donderdag 14 februari 2013 (in Pulchri).