STOP! – ‘Souvenir d’envoi’ door Pieter Laurens Mol
De Jegens & Tevens Collectie
‘STOP’ is een conceptueel woord. Op zichzelf betekent het niets, maar binnen een gegeven context is het allesbepalend. Het begrip ‘STOP’ leidt mij daarom vrijwel meteen naar conceptuele vormen van kunst. Kunst waaraan een idee voorafgaat en waarbij de vorm van het werk een ultieme poging is het idee te vatten. Maar het ultieme conceptuele kunstwerk bestaat niet, omdat idee en vorm nooit helemaal kunnen samenvallen.
Bovendien heeft een kunstwerk de neiging om iets aan het bestaande te willen toevoegen. En dat staat haaks op het begrip STOP dat een einde maakt aan alles. Ik ken zelfs geen kunstwerk dat STOP als titel draagt of dat met het idee speelt om er mee op te houden (maar gisteren werd ik door een kunstenaar attent gemaakt op de door Peter Fischli samengestelde tentoonstelling ‘Stop Painting’ die nu in Venetië is te zien en waarin het einde van de schilderkunst wordt gethematiseerd). Het begrip -–STOP– ontbreekt steevast in de telegrammen die kunstenaar On Kawara vanaf 1969 verstuurde om zijn vrienden te laten weten dat hij nog leeft.
Panamarenko kondigde in 2005 met een kort faxbericht het einde van zijn kunstenaarschap aan: “ik ga met alle activiteiten stoppen“. Hij vond dat hij het verdiende om op zijn 65e met pensioen te gaan, dus dat deed hij. Binnen de wereld van de kunst kunnen we een dergelijke stap ook zien als een conceptueel kunstwerk of een performance. De finale voortzetting van een idee over kunst en kunstenaarschap. Die brief heb ik ergens bewaard omdat ik het een waardevolle gedachte vond van een kunstenaar. Net als het idee om iets NIET te maken.
Enkele jaren geleden kocht ik een klein werk van Pieter Laurens Mol. Het was een werk waar mijn oog al eerder op was gevallen. Het heeft de vorm van een bijna geheel leeggelopen ballonnetje dat ligt te rusten op een metalen plateau, dat behalve als laatste rustplaats van de ballon tegelijkertijd ook als sokkel dienst doet. De sculptuur is in oplage gemaakt en bestaat uit een ballonvorm in brons en een plateau (met inscriptie) dat nog zwaarder is. Het vasthouden van het kunstwerk – met de gedachte dat het een restje bijeengehouden lucht voorstelt – is op zichzelf al een vreemde gewaarwording.
De galerie die Mol vertegenwoordigde stopte ermee en in de laatste verkooptentoonstelling van de galeriecollectie kwamen enkele van zijn werken weer tevoorschijn. Het ballonnetje zat er niet bij. Wel een vergelijkbaar werk uit dezelfde tijd. Na enig aandringen kreeg ik later te horen dat er nog één exemplaar van het ballonnetje in de collectie was: het galerie-exemplaar, nummer 1/150. Ik mocht het kopen, dus dat deed ik. Het werk markeert het einde van de galerie en het begin van een serie werken die ik sindsdien verzamel.
Het object kan behalve als kunstwerk ook dienst doen als deurstopper of als gewicht om een stapel papier tegen het oppervlak van een bureau gedrukt te houden. Het heeft er de ideale maten en het gewicht voor. In beide functies vertegenwoordigd het kunstwerk dan het woord ‘STOP’. Tegen het dichtvallen van de deur dan wel tegen het wegwaaien van papier, waarschijnlijk door het dichtvallen van een deur. Ik zou anders niet weten waarom papier binnenshuis weg zou willen waaien.
Het werk van Pieter Laurens Mol geeft ook vorm aan onze laatste adem dat meestal niet meer is dan een zuchtje, of dat laatste restje energie waarmee we nog iets gedaan proberen te krijgen, voordat het niet meer gaat. Het werk symboliseert voor mij dus die allerlaatste fase, vlak voordat het stopt. Maar onder protest.