REFLECTIE – Philip Akkerman – Het zelfportret als spiegel

De Jegens & Tevens Collectie

Philip Akkerman is een kunstenaar die erg sterk is in aforismen: “De spiegel is mijn grootste leermeester”,  is een hele vroege. Zoals bekend schildert Akkerman sinds 1981 uitsluitend nog  zelfportretten. Hij besloot dit te gaan doen vanuit een rebellie tegen “de aan modes onderhevige, avantgardistische kunstwereld”. Hij resideerde twee jaar aan Ateliers 63, destijds nog in Haarlem. Daar heeft hij de wereld van de moderne kunst optimaal ervaren en hij was er helemaal klaar mee. Ondanks kansen die hij had om daarin mee te gaan, besloot hij zich in Den Haag te vestigen en zelfportretten te gaan schilderen.

In het eerste jaar van de academie waar ik samen met hem in een klas zat, hadden we schilderles van Nigel Thompson. Deze man was een nogal onconventionele kunstenaar uit Australië die zijn leerlingen in contact bracht met body art (Abramovic had net een ster in haar buik gekrast) en andere contemporaine kunstuitingen die aan de KABK niet gewaardeerd werden. Deze man stimuleerde ons en zeker Philip om ook buiten de klassieke schilderkunst te kijken. Hij gaf zijn leerlingen wel de opdracht elk weekend een zelfportret in olieverf te schilderen en dat op maandag te presenteren in de klas. Ik genoot ervan om zo in het diepe te worden gegooid, ik leerde er veel van en ik was niet de enige.

Philip Akkerman echter was al technisch begenadigd en had toen zelf al de gewoonte elke week een zelfportret te maken. Hij ontwikkelde zich heel anders, richting Olympus, waarvan hij bijna aangekomen weer afstand nam. De zelfportretten die volgden, ontwikkelden zich van pasteuze van Gogh-achtige doeken of panelen richting de techniek van de oude meesters.

Zelfportret 1982- nr. 1
Schilderij nr. 11 - 1982

Ik herinner me dat ik bij hem op bezoek ging nadat ik in 1982 uit de VS was teruggekeerd en hij drie donkere zelfportretten had geschilderd die ik meteen fantastisch vond. Ze deden me denken aan de strengheid van Spaanse schilders in de tijd van Philips II. Het licht was als in een duister klooster.

Dit was al een teken dat het tij keerde en daarna werden de speelse koppen die vanaf het begin geschilderd waren steeds serieuzer en meer onderzoekend: pointillistisch, in twee kleuren of gelaagd in glacis. Hij beeldde zichzelf opeens als ambachtsman af, met stofjas en hij identificeerde zich met arbeiders die ’s morgens naar hun werk gingen en ’s avonds stopten om met hun gezin de maaltijd te genieten.

Zelfportret 1986 – nr. 33
Zelfportret 1998 nr. 48

Zijn tronie kon hij inmiddels wel dromen en einde tachtiger jaren begonnen zich afwijkingen  voor te doen in de zelfportretten, vervormingen of kleine aanpassingen die later steeds pregnanter werden. Ik kreeg zelf, als ik nieuwe portretten zag, flitsen van mensen die ik meende gezien te hebben.

Akkerman houdt van Den Haag en van de Haagse volkscultuur en in sommige zelfportretten zag ik mensen die zo op straat zouden kunnen lopen in Laak of in Transvaal. Dit sluit aan op een ander kenmerkend aforisme dat de kunstenaar regelmatig bezigt: “Ik schilder mezelf, dus ik schilder de hele mensheid”. Johan Polak, classicus en mededirecteur van uitgeverij Atheneum, Polak en van Gennep, wees hem erop dat dit een idee is dat de oude Grieken al hadden en dat voelde als bevestiging. Daarnaast is het idee dat de mens de wereld reflecteert waarin hij leeft in het werk van Philip Akkerman op vele manieren een feit: hij toont de invloed van de schilders die hij bewondert, maar hij laat in zijn concept ook de levensvragen zien die filosofen als Schopenhauer bij hem oproepen. Muziek wordt altijd gedraaid in het atelier en daarin is de schilder niet kieskeurig: klassiek, funk, salsa, rap, jazz, dance: alles wordt gedraaid en een bepaalde ritmiek is in de formele kanten van de portretten herkenbaar. Dat doet zich vooral voor in de achtergronden. De kunstenaar beeldt zichzelf af met een keur aan hoofdbedekkingen waarmee de persona die hij wenst weer te geven benadrukt wordt. In de loop van de tijd ontleedt hij zijn techniek door alleen de onderschildering te laten zien, de tekening of de hoge lichten, maar ook zijn onmacht door met een paar halen het schilderij weg te schilderen. Dat wordt dan wel integraal in het oeuvre opgenomen en geëxposeerd.

REFLECTIE – Philip Akkerman – Het zelfportret als spiegel
Zelfportret 2019 – nr. 94

Vervolgens deconstrueert hij zijn kop, laat er hersenen uit druipen of maakt er een kubistische compositie van. Allerlei kunstenaars of kunstrichtingen zijn te herkennen voor de oplettende kijker: het is een onafzienbare rij mogelijkheden die steeds weer uit het hoofd van de schilder op het doek worden geprojecteerd als reflectie van de wereld voor hem, de wereld om hem heen en de wereld zoals hij denkt dat hij wordt in antwoord op een van zijn levensvragen: Waar komen wij vandaan, wie zijn wij en waar gaan wij naar toe?

N.B.: Wie meer wil weten van de uitspraken en gedachten van deze kunstenaar zou zijn Kunstenaarsdagboek moeten lezen, topliteratuur en bijzonder leerzaam!

Kunstenaarsdagboek, nai 010,  Rotterdam 2020

Reflectie Reflectie
Reflectie Reflectie
Reflectie Reflectie
Thema

Collectie