Landschappen van en voor de geest
Ma Hui – Why Not Ink? @ SinArts Gallery
Ik ontmoette eens een man die onschuldig gevangen had gezeten tijdens een fout Europees bewind. De geringe ruimte van zijn cel was zijn wereld. Om daar stand te houden, besefte hij direct dat zijn overweldigers zijn geest niet zomaar konden breken. Een manier om te ontsnappen aan de naargeestige omgeving was om een imaginaire reis af te leggen. Zijn ogen volgden in een ongekende concentratie de oneffenheden van de grauw betonnen muren en zo legde hij in enkele uren tijds een afstand af die een ander mens in een halve seconde overzien zou. De cel wás zijn wereld, de muur wérd zijn landschap.
Een zelfde imaginaire reis zou je kunnen af leggen in de landschappen van de Chinees-Nederlandse Ma Hui (1958). Haar uit talloze zwart-grijze gradaties geschapen wereld van inkt, water en papier, stimuleren om eindeloos details te bestuderen.
Zij exposeert in het aan de Haagse Hofvijver gelegen SinArts Gallery, in het voormalige Rabobankgebouw, pal tegenover het Mauritshuis. Ma Hui exposeerde eerder in binnen- en buitenlandse musea, waaronder het Cobra Museum, Singer Laren en Chinese musea als het Museum of Contemporary Art in Beijing en het Duolun Museum of Modern Art in Shanghai. Deze tentoonstelling is haar eerste sinds enkele jaren in een Nederlandse galerie. Zij maakte furore met haar schilderingen op papier, etsen en assemblages.
Ma Hui groeide op in een voorname familie in de provincie Ningxia. Haar vader beheerste de kunst van de klassieke kalligrafie. Het prille leven van haar werd ruw verstoord door de wrede ontwikkelingen van Mao’s Culturele Revolutie (1966-1976). Als jong kind werd ze gescheiden van haar familie en zij moesten allen naar een heropvoedingskamp. Daar moest zij stenen sjouwen, maar ook belandde zij in een katoenfabriek en moest zij veel naaien. Na het einde van de revolutie kwamen ze weer samen, maar deze herinneringen zouden later een rol spelen. Zo brengt ze vaak touw, dun garen of kettingen aan op het papier, soms losjes en vrolijk en op andere momenten juist (om)(be)klemmend.
In de jaren zeventig vond op één van de oudste kunstacademies van Europa, de Haagse Koninklijke (1682), ook een revolutie plaats. De kostbare en unieke collectie gipsen kopieën van – met name – Europese iconen uit de kunstgeschiedenis, werden door studenten en docenten aan gruzelementen gegooid of anderszins vernietigd. Het was de overwinning van de moderne kunstopvattingen ten opzichte van de klassieke kunst, haar oude geschreven en ongeschreven academische regels.
Rond diezelfde periode begon Ma Hui in Xi’an aan de kunstacademie te studeren, een academie waar men juist heel traditionele teken- en schilderkunst naar de waarneming doceerde. De technische vaardigheden werden tot op het hoogste niveau aan de studenten bijgebracht. Uiteindelijk zou Ma Hui in 1987 naar Europa reizen. Eenmaal in Nederland begon ze nog kort aan de HKU. Vanwege haar technische kwaliteiten en artistieke volwassenheid werd zij al snel doorverwezen naar het Amsterdamse Grafische Atelier waar zij haar etsen verder zou ontwikkelen. Vanaf dat moment combineerde Ma Hui haar overal opgedane kennis en kunde. In 2013 zag zij zich gedwongen te stoppen met het maken van etsen, hierna legde zij zich louter toe op het maken van schilderingen. Daarnaast is ze altijd blijven kalligraferen, net als haar vader destijds, maar ze exposeert dit nooit.
Ma Hui gebruikt vloeibare inkt en de typische Chinese staafinkt (een mengsel van roet en hars). Een inktstaafje dat je wrijft op een inktsteen met een klein aflopend geultje, waarin zich iets water bevindt. Hierin doopt zij haar – soms zelfgemaakte – penselen. Ze speelt met de inkt door het te verdunnen, soms gebruikt ze juist dikkere inkt. Dit is deels ingedampte staafinkt, die ze losjes aanbrengt op het papier. Deze afwisseling tussen lichte en juist vette klonten inkt, vormen een aantrekkelijk contrast dat je alleen kan waarnemen door er dicht op te staan. Soms giet zij de inkt direct of spat zij het op het papier, als een soort Jackson Pollock. Haar expressieve werkwijze en haar abstractie kan in China nog altijd op veel onbegrip rekenen. Je solt tenslotte niet met een traditie als het shui mo schilderen, dat teruggaat tot de Han Dynastie (200 v.Chr.). Het fragiele rijstpapier, zeiknat door al het water, wordt regelmatig beschadigt of verwoest door alle handelingen. Ma Hui maakt een grote hoeveelheid werken, om er uiteindelijk eentje – wellicht – uit te kunnen pikken als geschikt.
SinArts toont zowel kleine als zeer monumentale werken. Op sommige zijn haiku’s, gedichten, aangebracht op andere niet, maar daarvan verwijzen de titels vaak naar Ma Hui’s gedichten. In haar haiku’s en titels verwijst ze naar elementen als water en wind. De landschappen van haar jeugd, rondom de Yangtze rivier, roept zij via haar herinneringen in haar werk op.
De galerie heeft nog een bescheiden primeur. Ma Hui toont voor het eerst haar recentelijke gewassen inktschilderingen in combinatie met pu’er thee. ‘Sinds een jaar ben ik met iets nieuws gaan werken. Ik was op zoek naar een donkere bruine kleur, maar kon het niet vinden. Maar deze thee had de juiste kleur en ik vind het heel fascinerend, vertelt zij. De thee en inkt verschillen in massa, waardoor tijdens het aanbrengen de thee naar de buitenranden van de inktvlek trekt. De drie kleine werkjes vormen in hun totale vlek-achtige abstractie een interessant contrast met de meer landschappelijke en monumentale stukken van de tentoonstelling.
Ma Hui – Why Not Ink? is nog te zien tot en met 24 november bij SinArts Gallery, Korte Vijverberg 2, Den Haag