En nu? Inèz van Dillen
En nu? was vorig jaar zomer een goed gelezen rubriek. Dus ook dit jaar vraagt Jegens aan enkele recent afgestudeerde kunstenaars aan de KABK wat hun plannen zijn.
In deze zomerrubriek vandaag: Inèz van Dillen
Wat nu?
Kan je je als kunstenaar die vraag stellen? Natuurlijk was die vraag bedoeld om de overgang van student naar kunstenaar te benadrukken. Dat is als zodanig ook wel juist, maar tegelijkertijd is dit natuurlijk voor mij als kunstenaar onjuist. De onderwerpen, thema’s en technieken blijven volop in onderzoek. Op praktisch niveau is er natuurlijk geen begeleidend gesprek meer met je docent, jammer en soms ook gelukkig maar. Er is geen atelierruimte op de academie meer ter beschikking, maar gelukkig werkte ik de gehele studie al vanuit mijn thuis-atelier. De eindexamen expositie gaf mij de mogelijkheid om in contact te komen met mensen die in mijn werk geïnteresseerd zijn.
Gelukkig zijn er belangstellende galeries en gaat dit dus wel lukken, maar deze ontwikkeling heeft weer nieuwe aandachtspunten. Galeries hebben vragen aan je. Dit zijn allemaal externe elementen, vooral praktische dingen. Het werken, het tekenen, wat voor mij een onderzoeken is, gaat gewoon door. Dat ik nu als zelfstandig kunstenaar alles zelf het beste moet weten, regelen en beslissen en er vanaf nu echt alleen voorsta, benadrukt voor mij alleen nog maar meer, dat mijn werk mij beschermt tegen de volledige eenzaamheid. Mijn tekeningen, mijn etsen, weerspiegelen de angstwekkende eenzaamheid van het bestaan. Het zijn beelden die genoodzaakt zijn om geboren te worden.
De studie stimuleert je, jaagt je zelfs op. De scriptie die je verplicht bent om te maken, is een verschrikkelijke opgave. Het betekent schrijven, voor iemand die beeldend denkt. Maar het zette mij ook op een zodanige manier aan het werk, dat dit uiteindelijk wel erg waardevol voor mijn ontwikkeling bleek. Dit onderzoek zal ik vanaf nu zelf moeten doen, in de betekenis van het mezelf blijven motiveren, om dit (verschrikkelijk) studeren te blijven volhouden.
Gelukkig is zo’n laatste jaar op de academie, op de één of andere manier ook het jaar, waarin alle dingen, die belangrijk bleken de afgelopen jaren, bij elkaar kwamen. Het is echt zo, dat alles wat vanaf het begin van de studie al mijn interesse was en alles wat ik daarna hebt willen uitzoeken, als puzzelstukjes ineens in elkaar zijn gevallen, tot een begrijpbaar geheel.
Hierdoor wordt het gemakkelijker om zelf te kunnen gaan bepalen wat er nu écht belangrijk is in mijn werk.
Zorgen dat dit doorgaat, dat je die dingen die je belangrijk vindt vasthoudt en daar de middelen en mensen bij zoekt, is nu het belangrijkste. Aansluiten bij Stroom, de VOG en andere beroepsverenigingen enz. is daarom mijn eerste prioriteit.
De drukte van de -inmiddels nu al lopende- volgende tentoonstelling(en), heeft de neiging om het werken aan nieuwe dingen en ook om werken die ik nog af wil maken, weg te drukken. Eigenlijk heb ik dus geen tijd om uit te gaan rusten. Nu is het moment om door te pakken, om de stress van het moment vruchtbaar te maken. Nu betekent dus in mijn geval, meer van hetzelfde, maar dan anders.
Voor mij is er niet de minste twijfel dat je als kunstenaar geboren wordt. Het is een fantastisch drama.