The Haifa Museum of Art
In de Wadi Nisnas in Haifa bevindt zich het Haifa Museum of Art. Dit museum was al eerder in 1951 opgericht om een grote tentoonstelling met het werk van Marc Chagall te kunnen tonen, maar in de oude behuizing had het diverse problemen. De huidige behuizing is gebouwd de twintiger jaren om in de Engelse tijd als Anglicaanse meisjesschool te worden gebruikt. Na het ontstaan van de staat Israël is het kort een immigrantencentrum geweest en daarna heeft het diverse educatieve functies gehad. Pas in 1977 werd het Museum of Modern Art er na grondige renovaties gehuisvest.
In het huidige museum wordt Israëlische en internationale hedendaagse kunst getoond. Eerder bezocht ik in Jerusalem het museum voor moderne kunst en ik was daar toen nogal van onder de indruk. Bovendien had ik gezien dat in Haifa een Israëlische videokunstenaar exposeert, Oded Hirsch, waar ik nieuwsgierig naar was. Ik zie graag werk van andere videokunstenaars uit dat land zoals bijvoorbeeld Sigalit Landau. Goede redenen dus om ook dit museum te bezoeken.
De collectie geeft in het algemeen een goed beeld van het land zoals het zich heeft ontwikkeld, schilderijen van landschappen, sociale omstandigheden tijdens de opbouw van het land en ook kunstenaars die allerlei verschillende achtergronden hebben. Haifa is een stad die vrij liberaal is en waar verschillende bevolkingsgroepen zich natuurlijk mengen. De spanningen die in Jerusalem voelbaar zijn door de religieuze centra daar en door de nabijheid van de westelijke Jordaanoever spelen in Haifa vooralsnog minder. De vraag is wel of dat onder de nieuwe regering zo blijft.
Zo is in het museum ook werk van Arabische schilders te zien en je merkt dat de kunst van Israëlische kunstenaars in een internationale context wordt getoond. De invloeden van internationaal modernisme zijn duidelijk waarneembaar, maar heel veel recent werk heb ik niet gezien door de aard van de tentoonstellingen die nu te zien waren. Oded Hirsch was degene die me in eerste instantie trok. Hij is een videokunstenaar die met nauwgezette scripts absurde situaties creëert door zich schijnbaar nutteloze opdrachten te stellen of door op bijzonder persoonlijke en onpraktische wijze voornemens uitvoert. Hij doet dit met behulp van medewerkers die hij anoniem en uniform kleedt, en die zonder commentaar het werk uitvoeren waaruit het project bestaat. Zo is bijvoorbeeld Tochka (punt in het Russisch) uit 2010 een video over het bouwen van een brug over een ravijn dat zonder brug ook goed te begaan is. Met eenvoudige middelen bouwen in het blauw geklede arbeiders met een hoed met brede rand een brug ver een ravijn:
In Nothing New uit 2012 wordt een parachutist gevangen in een hoogspanningskabel. Op een avond komen van alle kanten mensen bijeen met landbouwwerktuigen en overleggen wat ze zullen doen. De volgende morgen beginnen ze en wordt de parachutist bevrijd. Het is een vorm van community-art die niet over menselijke samenwerking lijkt te gaan. Het lijkt meer op mieren die wriemelend hun taken vervullen zonder enige zichtbare interactie. De uniforme kleding werkt daar ook aan mee. Zo is de staat Israël opgebouwd door groepsgewijs projecten uit te voeren of doelen te verwezenlijken en door zelf ontkenning idealistisch daaraan te werken. Volgens de zaaltekst wordt de relevantie in het heden van dat principe onderzocht:
In de video 50 Blue uit 2009 wordt de vader van de kunstenaar door een zoon van Mount Arbel naar het meer van Galilea gereden in een rolstoel, hij is gehandicapt. Totaal onaangedaan rijden ze de rolstoel door ruig terrein totdat ze bij de zee aankomen. Daar heeft de kunstenaar een toren gebouwd waar zijn vader door uniform in gele regenkleding gehulde medewerkers in wordt gehesen en vervolgens wordt achter gelaten. Handelingen worden weer zonder commentaar uitgevoerd en de vader blijft schijnbaar emotieloos in de rolstoel zitten. Toch is het gegeven op zich al een emotioneel gebeuren, wat zich ook bijvoorbeeld bewijst door de manier waarop de zoon de voeten van zijn vader wast nadat de rolstoel is omgekukeld in de modder. Dat de vader tot slot in de toren uitkijkt over het landschap en de zee is een mooi poëtisch gegeven: aan het einde terug naar de oorsprong van het leven!
In The Tractor uit 2014 zoekt en graaft een groep mannen drie dagen in een stuk grond totdat uiteindelijk een tractor wordt gevonden en uitgegraven. De video is de eerste in zwart-wit. In de montage zitten allerlei verrassende beeldhoeken en overgangen die refereren aan dertiger jaren Sovjet cinema, waaraan ook het gebrek aan kleur bijdraagt. Er zitten ook referenties aan en ook misschien verhulde kritiek op het kibbuts-leven in de verschillende video’s.
Als laatste nog een mooi beeld uit Safe Passage uit 2022:
Er was in het museum nog een tentoonstelling te zien van Duitse grafiek die in het interbellum veel kunstenaars in het toenmalige Palestina sterk beïnvloedde:
Dan was er ook nog een tentoonstelling met kunstenaars uit Haifa wat een aardig beeld gaf van de sfeer in de lokale cultuur: