Oresteia
Oresteia – Het nationaal Toneel
Gezien: 1 juni 2018, Koninklijke Schouwburg Den Haag
Ruim twee weken geleden was ik in Athene als deelnemer aan Platforms Project, een beurs voor onafhankelijke kunstplatforms die jaarlijks gehouden wordt. Naast de beurs bezocht ik onder andere de Pnyx op de Philippassosheuvel. Op de Pnyx begon de Atheense democratie: op een heuvel met een prachtig uitzicht richting Akropolis en de Areiopagos, de heuvel waar de Atheense rechtspraak begon, is een “bêma” uitgehakt uit de rots waarop de orator, zoals bijvoorbeeld Pericles, Themistocles of Demosthenes hun redes hielden. Om die Bêma zaten de burgers van Athene in een halve cirkel op de grond en later op houten banken. Het is een eenvoudige plek in een natuurlijke omgeving die tot de verbeelding spreekt.
Afgelopen weekeinde bezocht ik het klassieke stuk Oresteia ( het verhaal van Orestes) van de Griekse toneelschrijver Aischylos dat uitgevoerd werd door Het Nationale Theater in een bewerking van Theu Boermans. Boermans vond het hoog tijd dit stuk weer op te voeren “met types als Trump, Erdogan en Poetin aan de macht en moeizaam verworven vrouwenrechten die onder druk staan”. Het stuk werd voor het eerst opgevoerd in Athene in 458 voor Christus, vlak na het invoeren van de democratie en de rechtspraak in Athene. Het gaat over hoe de vloek van de Atriden na een aantal moorden tot de oprichting van een door Pallas Athene opgerichte rechtbank leidde. De aanleiding was de moord van Orestes op zijn moeder Klytaimnestra, in deze zaak werd een einde gemaakt aan de bloedwraak die tot dan toe leidend was en het patriarchaat voerde hierna voortaan de boventoon.
De enscenering stond in schril contrast met de plekken die ik eerder bezocht had in Athene: Op het toneel was een geel golvend vlak aangebracht dat langzaam ronddraaide. Boven dat vlak hingen twee grote videoschermen waarop de gezichten van de sprekers close up getoond werden en daarnaast waren andere beelden te zien die relevant waren voor het verhaal. Het gevolg was dat de nadruk kwam te liggen op het verhaal en de tekst, wat mooi past bij een orale cultuur als die uit het oude Griekenland. De close ups van de sprekers werkten in het begin vervreemdend, maar op den duur raakte ik wel steeds meer betrokken bij het verhaal dat als volgt werd verteld: Het stuk begon met het koor van oude burgers van Argos.
Zij vertelden over hoe hun koning, Agamemnon, na de verovering van Troje zegevierend zou terug keren. Na vertrokken te zijn uit Griekenland om de door de Trojaanse koningszoon Paris geschaakte dochter Helena, echtgenote van koning Menelaos, de broer van Agamemnon, terug te krijgen komt de enorme Griekse vloot stil te liggen door toedoen van de godin Artemis. Hierop offert Agamemnon op advies van de goden zijn dochter Iphigeneia en krijgt daardoor opnieuw wind in de zeilen wat uiteindelijk leidt tot de overwinning van de Grieken op de Trojanen. Thuis in Argos is zijn vrouw, Klytaimnestra, uit pijn en woede een verhouding aangegaan met Aigisthos, zoon van Thyestes zijn oom. Deze Aigisthos koestert ook een wrok tegen Agamemnon, omdat Atreus, diens vader, Thyestes twee oudste zonen heeft afgeslacht en die hem als maaltijd heeft voorgezet wat tot waanzin en dood leidde. Het verhaal begint als Agamemnon samen met zijn oorlogsbuit en minnares Kassandra, een prinses en waarzegster uit Troje, in liefde en blijdschap ontvangen wordt door Klytaimnestra en Elektra, zijn dochter. Zodra hij zich echter wil wassen en verschonen steekt Klytaimnestra hem en Kassandra dood. Zeven jaar later keert de verbannen zoon van Agamemnon, Orestes, terug naar Argos en vermoord als wraak zijn moeder en haar minnaar, geholpen door Elektra. Achtervolgd door de Furieën, de Griekse wraakgodinnnen, vlucht hij naar Delphi waar hij de steun van Apollo verwerft die hem aanraadt naar Athene te vluchten om de steun van Pallas Athene af te smeken. In Athene wordt hij nog steeds door de door de geest van Klytaimnestra opgejaagde furieën belaagd en daar besluit Pallas Athene een rechtbank samen te stellen op de Areiopagos met een jury van twaalf Atheense burgers. De vraag is wiens schuld zwaarder is, die van Klytaimnestra die haar echtgenoot en vader van haar kinderen vermoordde of de schuld van Orestes die zijn moeder vermoordde: welke is meer gerechtvaardigd, en waarom? Na een gelijke uitslag van het juryberaad besluit Pallas Athene zich aan de kant van Orestes te scharen en bevestigt zij daarmee de triomf van het patriarchaat over het matriarchaat: omdat zij uit het hoofd van een man geboren is, het hoofd van Zeus.
Het stuk bouwt zich langzaam op na de monoloog van Hans Croiset die samen met twee vrouwen en een jonge man de koorfunctie vervult. Het golvende gele vlak blijft doordraaien als de voort gaande tijd en de golven in het speelvlak zijn multi-interpretabel: eerst als de golven waarover Agamemnon terugkeert en later als het lot dat zich onafwendbaar voortbeweegt. De tekst die gebruikt wordt is een vertaling van de Engelse dichter Ted Hughes, die doet levendig en poëtisch aan, de klassieke dreun in oude teksten is hier ver te zoeken. Ze trekt de toeschouwer mee in het drama dat versterkt wordt door de video close-ups die direct tot de toeschouwer lijken te spreken. Afgezien van het opkomen en afgaan van de acteurs is er bijna geen handeling. De moorden doen zich buiten beeld voor en worden geïllustreerd door een stroom bloed die zich vanuit de hemel uitstort over de moordenaar. Het gevolg is dat de tekst en de acteurs het stuk moeten doen leven in een erg moderne omgeving. Dat is met de acteurs van Het Nationale Theaterl goed gelukt: Anniek Pheifer is een oersterke Klytaimnestra, volledig overtuigd van haar recht op bloedwraak en beangstigend effectief in de wijze waarop ze Agamemnon naar zijn einde leidt. Als zij Orestes er wanhopig op wijst dat zij zijn moeder is en hem aan het twijfelen brengt springt ze heen en weer van woede over haar recht op genoegdoening wegens de moord op haar dochter en de angst dat haar zoon een moedermoordenaar wordt.
De veelgeroemde Romana Vrede is een wanhopige Kassandra die Agamemnon zijn lot voorspelt en zich tegelijkertijd haar eigen lot realiseert. Hannah Hoekstra speelt Elektra, die niet een groot aandeel heeft in het stuk, maar die in een dubbelrol ook een boven alle partijen staande Pallas Athene speelt. Zij doet dat ondanks haar frêle gestalte met een onweerlegbare autoriteit. De titelrol, Orestes, wordt door Bram Suijker als een constant pijnlijk getroffen twijfelaar gespeeld die, als hij zijn wraak volbracht heeft, wanhopig de goden om hulp smeekt.
Zo komen de mannen er inderdaad slecht vanaf in deze voorstelling die de vrouwen meer kracht en wijsheid toedicht dan waar zij, gezien het oordeel van de rechtbank, recht op hebben. Dat in twijfel trekken van een absolute waarheid, een begrip als democratie en gendervooroordelen riep bij mij veel vragen op. Het stuk werd als alle vroege theaterstukken didactisch bedoeld om de burgers van Athene met die vragen te leren omgaan en zo de democratie en de rechtspraak optimaal te laten functioneren. Het is in deze tijd ook geen luxe om weer eens op onze primaire instincten en op het functioneren van onze instituties gewezen te worden en om dat ook met nadruk op de inhoud te zien i.p.v. in een schreeuwerige gewelddadige enscenering.