Het landschap van Nour-Eddine Jarram en Erik Pape
De eerste beelden waarop mijn oog viel, toen ik onlangs Galerie Maurits van de Laar bezocht, waren twee romantische landschappen, helemaal achter in de ruimte, van Nour-Eddine Jarram, scherp afgetekend op deze afstand. Vooraan in de galerie zag ik vervolgens, aan weerszijden, de impressionistische, schetsmatige schilderijen op paneel van Erik Pape, in prachtige kleuren, van telkens een viaduct.
Maurits van de Laar was aanwezig en vertelde enthousiast over deze kunstenaars. Hij heeft Nour en Erik in deze tentoonstelling bij elkaar gebracht omdat ze allebei een positie als buitenstaander innemen: Erik richt zich als Nederlandse kunstenaar op Parijs en Nour verhoudt zich als kunstenaar met een Marokkaanse achtergrond tot de Nederlandse beeldcultuur. Bovendien zijn zij bewonderaars van elkaars werk.
Vorig jaar is Nour met zijn atelier verhuisd naar Usselo, een dorp in de buurt van Enschede. De indrukwekkende natuur rond het dorp deed hem denken aan de Hollandse landschapsschilders van de 17e eeuw – Jan van Goyen, Jacob en Salomon van Ruysdael en Gerard van Nijmegen – waarop Nour hun werk en de natuur intens bestudeerd heeft.Het lijkt of hij in de huid van deze Hollandse meesters heeft willen kruipen om hun schilderijen en het landschap zich eigen te maken.
De pastels van Nour zijn schetsmatig gemaakt en direct. Sommige pasteltekeningen zijn in zwart krijt, andere in kleur. Nour leeft zich uit op de delen die hij duidelijk het mooist vindt, zoals de takken van de bomen in deze pasteltekening.
De tekeningen zijn verdeeld in grote vlakken, maar soms wordt er juist ingezoomd op een detail. Op beide manieren verkrijgen de landschappen een romantisch en dramatisch karakter. Zoals bij deze pastel waar de hond scherp afgetekend is en de boom volledig scheef groeit.
In de kleinere werken aan de rechterwand heeft Nour, net als in zijn eerdere werken, veel kalligrafische elementen verwerkt. In elk beeld spring hij in het beeld “als een Islamitische Avatar”, aldus Maurits van de Laar. Nour speelt in deze werken met zijn positie van Marokkaanse kunstenaar in de Nederlandse kunstgeschiedenis, en met het verbod in de Islamitische cultuur op het afbeelden van de mens. Hij neemt verschillende vormen aan in zijn werk; een zonnetje, een rennend repelsteeltje of een statige koe. Als een kleine man, zwaaiend met een vlag – en hiermee knipogend naar Islamitische betogers – waarop in plaats van een politieke boodschap “ART” prijkt.
De tekeningen doen je glimlachen. Je kunt zien dat hij veel pret heeft gehad toen hij ze maakte. Ze zijn een mix van kleur met grappige zwarte elementen, die er oorspronkelijk niet in horen maar de boel een stuk levendiger en joliger maken. Verderop zag ik stemmige schilderijen van Nour-Eddine, zoals een soltaire figuur in een landschap met mooie kleuren. Hij belichaamt voor mij het wezen van de kunstenaar, een nar en ironisch criticus enerzijds maar ook solitair met melancholische trekken.
Erik Pape is al sinds zijn jeugd geobsedeerd door Parijs. In 1978 besloot hij er naartoe te gaan en vanaf dat moment heeft Parijs hem nooit meer losgelaten. In het begin maakte hij schilderijen van de vijvers in de tuilerieën en de kade van Sint Martin, schilderijen met een multi interpretabele abstractheid. Toen hij succes genoot in deze stijl, besloot hij genadeloos met het vage af te rekenen en een nieuwe uitdaging te vinden in het figuratief schilderen van clichébeelden van Parijs – Sacre Coeur, Eiffeltoren – en het idee van kunst op te rekken.
Inmiddels is Parijs al meer dan 30 jaar zijn grote inspiratiebron. Sinds enige jaren heeft hij een nieuwe vorm en motief gevonden en schildert Erik het zicht op een verkeersplein onder het viaduct bij metrostation Place Stalingrad, daar waar de metro boven de grond komt via een gietijzeren viaduct op dito zuilen. Op deze plek maakt Erik gedurende een periode, elke dag vanuit verschillende perspectieven, schetsen met aquarel die hij later in zijn atelier in Delft uitwerkt tot schilderijen. Het zijn impressies van de drukte, het geluid, het licht, zijn gemoedstoestand, elementen die gedurende de dag blijven veranderen.
De schilderijen lijken enerzijds abstract maar het viaduct is een constante die als een figuratief element daarin standhoudt. Erik zet zijn schilderijen op in een basiskleur net als de oude meesters dat deden. Vrolijke pasteuze kleuren, soms nog volledig door de voorgrond heen werkend, dan weer weg geschilderd, soms in harmonie met de voorgrond en dan weer schurend. Toen ik keek naar de schilderijen, ging ik vanzelf proberen voor te stellen wat voor weer het was, welk moment van de dag en hoe druk, hoe Erik zich toen wellicht voelde. Maar het was ook interessant om te kijken naar de compositie en de verschillende manieren waarop een schilder lijnen en structuren kan weergeven.
Het is leuk om het werk van Pape te bekijken en op zoek te gaan naar eigen impressies van Parijs in je hoofd, misschien wel flarden van bomen op een regenachtige dag tegen spitsuur als het al een beetje donker gaat worden en alles een vage gloed krijgt. Je wordt getrakteerd op lijnen, vlakken en vlekken die met een enorme vaardigheid en vlotheid zijn geschilderd.
De tentoonstelling is in galerie Maurits van de Laar tot en met 15 februari te zien (gesloten tijdens Art Rotterdam van 5 -8 februari)