Young Talent Performance
Voorstelling van leerlingen van de dansvakopeiding van het Koninklijk Conservatorium, 25 en 26 november 2014, Korzo theater Den Haag
De Koninklijke Hogeschool voor de Kunsten in Den Haag bestaat uit twee delen: De Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten en het Koninklijk Conservatorium. De academie is genoeglijk bekend in deze omgeving, maar het conservatorium is een andere wereld. Er is weliswaar de interfaculteit Beeld en Geluid die gedeeltelijk aan de academie resideert en waarvan de resultaten ook regelmatig binnen de academie te volgen zijn, maar de rest van het conservatorium is veelal terra incognita onder aankomende kunstenaars. De dansvakopleiding, het onderdeel van het conservatorium dat opleidt tot klassiek geschoold danser, zal al helemaal niet echt bekend zijn. Toch gebeuren daar interessante dingen op dit moment. De danswereld verandert sterk: het klassieke repertoire trekt geen jong publiek. Zelfs een gezelschap als het NDT heeft niet meer de volle zalen die zij in de hoogtijdagen van Jiri Kylian kende. Er wordt dus naarstig gezocht naar nieuwe choreografen en samenwerkingsvormen.
Dit is niet voorbij gegaan aan de dansvakopleiding van het KC; om zich met modern klassiek te profileren zijn zij een samenwerking aangegaan met het NDT. Uitgangspunt van de opleiding is een opleiding op basis van klassieke techniek, maar het dansveld vraagt tegenwoordig meer van de danser dan dat: de persoonlijkheid van de danser speelt ook een rol in het hedendaagse repertoire, dansers voeren niet meer alleen volgzaam uit wat de choreograaf aangeeft, maar hen wordt gevraagd daarin mee te gaan en soms ook actief te zijn in het finaliseren van de choreografie. Dansers van het NDT hebben choreografie workshops en avonden waarop hun werk wordt uitgevoerd en meer dan eens is daardoor talent aangeboord dat inmiddels een naam heeft opgebouwd.
Van deze ontwikkeling wordt sinds vorig jaar gebruik gemaakt door in november een voorstelling te maken met dansers van de dansvakopleiding en choreografen en dansers van het NDT. De dansers studeren de stukken in van de meer bekende choreografen die lang niet altijd aanwezig kunnen zijn. Zo was er de afgelopen dinsdag en woensdag een voorstelling met de dansers uit het HBO en dansers uit de bovenbouw van de School voor Jong Talent (HAVO-VWO) die aan het Conservatorium verbonden is.
Het programma begon met Falling Angels van Jiri Kylian. De muziek is Drumming van Steve Reich, een stuk dat op Ghanese rituele muziek is gebaseerd, een mooi contrast met het lyrische werk van Kylian dat in dit geval in haar lyriek regelmatig gebroken wordt. De acht jonge meisjes van 16 en 17 jaar maken een goede indruk in dit moeilijke stuk. Dan volgen delen uit A Place Between van Lukaš Timulak die het werk zelf instudeerde. De muziek is van Hauschka, een Duitse moderne componist. Zes meisjes uit de vorige groep en twee jongens dansen in ensembles, duetten en solo in vrij donker licht. Vallen en opstaan, voorover- en achterover buigen, in de groep – uit de groep: het is een dynamisch gebeuren dat de dansers duidelijk plezier geeft: zij laten een mooie spanning zien.
Een onderdeel uit Said and Done van Lightfoot/Leòn volgt, op een collage van klassieke muziek. Paul Lightfoot is de huidige artistiek directeur van het NDT en maakte samen met Sol León vele klassiekers voor het gezelschap. Dit ballet is opgedragen aan Hans van Manen en dat is te zien in de manier waarop de verhoudingen tussen de dansers zich ontwikkelen: een solodanser gaat tegen de grond en blijft op de achtergrond bewegen terwijl de twee paren die na hem op het toneel verschijnen hun verlangen en vriendschap frustreren met al te menselijke hebbelijkheden. De eerste- en tweedejaars dansers uit het HBO zijn nog jong maar weten er een mooi geheel van te maken.
Christal Pyte is een choreografe van wie ik live nog geen werk heb gezien. The Second person, haar choreografie die hier door een grote groep jongere leerlingen wordt uitgevoerd, maakt indruk. De geluidstrack, een stuk muziek met gesproken teksten van de choreografe die de beweging van een danser beschriiven, doet aan Laurie Anderson denken, de Amerikaanse performance-artieste. Ook moet ik denken aan Einstein on the Beach van Philip Glass waarin een danseres monotoon telt en observaties benoemt: echt minimalistisch werk. Dat kan ik echter van de dans niet zeggen, die is dynamisch en ook hier laten de dansers zien dat ze er plezier in hebben. Het begin met een marionet die door een gesloten groep het podium op gemanipuleerd wordt, vindt zijn vervolg in een danser tussen de groep die onafhankelijk een houding probeert te vinden.
Tot nu toe heeft het programma een vrij donkere toon, dat verandert met Mellantid van oud NDT-danser Johan Inger, een choreograaf met een noordelijk gevoel voor onderkoelde humor. In dit werk, dat op het lijf geschreven lijkt van de KC dansers, worden jonge mensen gevolgd in hun onderlinge spanningsvelden en door de levendigheid van het geheel is dit een mooie afsluiter van het programma.
Een geslaagde voorstelling en een van de tekenen die aangeven dat er iets verandert in de danswereld. Den Haag heeft een grote infrastructuur en veel geld voor de dans, maar er moet ook publiek getrokken worden. Gevestigde namen moeten in het veld komen en het veld moet initiatieven nemen. De juniorengroep van het NDT werkt al veel samen met Korzo. In dit kader werd recent ook het Haags danstalent gepresenteerd in Here we Live and Now, maar ook worden onafhankelijke initiatieven genomen als Sunday Platform. Het is de moeite waard met de huidige toenemende interdisciplinaire tendensen ook de dans in Den Haag te bezoeken!