Los Angeles Plays Itself
Helaas, de zomertentoonstellingen van Wiels in Brussel zijn alweer afgelopen. Gelukkig was Jegens&Tevens op 17 augustus aanwezig tijdens de finissage en kan ik jullie alles vertellen over de documentaire Los Angeles Plays Itself van Thom Andersen die daar gescreend werd. Nog beter nieuws, voor de lezers die na het lezen van dit stukje net zo enthousiast zijn als ik: de film (uit 2003) komt 30 september dit jaar eindelijk uit op DVD. Thom Andersen functioneert als verteller in deze experimentele documentaire, onderschreven door meer dan 200 filmfragmenten.
Los Angeles Plays Itself duurt ongeveer drie uur en is onderverdeeld in verschillende hoofdstukken als “The City as a Background”, “The City as a Character” en “The City as a Subject”. Andersen is een local met hart voor zijn stad en heeft gemengde gevoelens over de manier waarop Los Angeles door haar eigen filmindustrie geportretteerd en regelmatig ontkend wordt. Dit begint bij de afkorting L.A., want welke zichzelf respecterende stad accepteert het om afgekort te worden? In films functioneert de stad als substituut voor plekken als New York, Chicago en Zwitserland, maar niet vaak als zichzelf. Geografische lichtzinnigheden zijn meer regel dan uitzondering: auto-achtervolgingen in het centrum gaan de hoek om en komen uit in de haven. Visuele herkenningspunten worden net als acteurs gecast, als filmset: het station speelt een vliegveld, het vliegveld een station of een ander vliegveld. Sommige gebouwen vonden een tweede leven als filmset, en sommige filmsets dienen nu als functioneel kantoor. Het verschil tussen het de echte stad en haar filmische evenknie is soms belachelijk, soms briljant en soms triest.
Een van de hoogtepunten is de analyse van het (film-)politiekorps door de jaren heen. Dit dient als spiegel van het echte politiekorps waar de stad een moeilijke relatie mee heeft, mede door haar corruptieschandalen. Zoals Andersen zich afvraagt: Welk politiekorps anders dan de LAPD zet zijn motto tussen haakjes: “to protect and serve”? Ook zijn analyse van modernistische architectuur, waar L.A. bekend om staat, is fascinerend. Als je de filmindustrie zou geloven woont iedereen in lofts, en wonen criminelen in modernistische lofts. De mooiste modernistische monumenten worden in films opgeblazen, door spoken bezeten en erger: “klassiek ingericht”.
Overigens wordt de stad ook slachtoffer van een vulkaan, een gigantische tsunami en aliens, vooral van deze laatste kwaal lijkt Los Angeles vaak last te hebben. In de science fiction-film Blade Runner (1982) wordt de toekomst van de stad somber geschetst. In 2019 is het er duister, overbevolkt en vervuild. Al weet Andersen niet waar men over klaagt, het is immers de droom van elke stadsontwikkelaar: allemaal voetgangers op straat en er zijn helemaal geen files, de auto’s zweven immers door de lucht.
Ik kan nog meer voorbeelden opnoemen van observaties en analyses, maar ik denk dat iedereen maar beter zelf deze film kan gaan kijken. Deze documentaire is niet alleen relevant voor fans van de stad Los Angeles, maar voor iedereen die geïnteresseerd is in het verschil tussen film en werkelijkheid, de beeldvorming waar wij als moderne media-consument dagelijks mee te maken krijgen.