Ferdinand Fontanelle
Deze filosoof leefde in de tweede helft van de 19e eeuw. Niet zo’n bekende naam, die echter wel een filosofisch systeem heeft ontwikkeld. Deze filosoof wordt ons door de kunstenaar Vincent Dams onder de aandacht gebracht. In Beelden aan Zee zien we diverse voorwerpen bij elkaar gebracht, die verband houden met het filosofische systeem van Fontanelle. Het gaat hier om fragmenten die niet altijd direct aan hem gerelateerd zijn. Het is meer een losse verzameling objecten, die variëren van een wand met daar op een deel van de vlindercollectie van Fontanelle, tot en met kunstobjecten van de hand van Vincent Dams.
Het geheel staat een beetje klein behuisd in de midden ruimte, die de kelders waren van het erboven staande gebouw. De gewelfde plafonds en de kolommen, maken de ruimte al snel gevuld en een groot object zoals de genoemde wand past daar maar net in.
Na het lezen van de tekst in de gang, zien we dat het hier gaat om werk dat gemaakt is doordat Dams zich gevoegd heeft in de systematiek van Fontanelle en dat het een dagelijkse perspectief wijziging is, die een week lang varieerde. Ieder werk is dus een oorspronkelijk werk en niet zozeer een weergave uit het leven van de filosoof. Maar het is nog verwarrender. De filosoof bestaat niet maar is een idee van de kunstenaar zelf. We worden als kijker dus geconfronteerd met dubbele bodems. Een creatieve productie op een fictief dagschema van een fictieve filosoof. Het creatieve werk bestaat dan weer tegelijkertijd uit zeer concrete objecten, zoals een oude typemachine, die weer anachronistisch is met het veronderstelde tijdperk waarin de filosoof leefde. Maar ook een lege gekleurde ezel, een tafeltje, een vitrine met boekdelen etc.
Tegelijkertijd zijn de diverse objecten die wel nieuw gemaakt zijn, weer van zeer suggestieve titels voorzien. Het schilderij dat in het midden van de ruimte staat, achter de vlinder wand is wellicht de duidelijkste aanduiding dat de kunstenaar hier wil spelen met de perceptie. Het laat een marionet zien, die zichzelf wil losknippen van de poppenspeler. De titel verwijst naar het werk van O’Brien, bekend onder de naam Flann, die een boek schreef waarin de karakters in opstand komen tegen de schrijver.
Dit spel met betekenis lagen en verwijzingen vraagt om een aandacht, die voorbij gaat aan het kijken alleen. Maar die tegelijkertijd ons doet beseffen dat we pas bij Google te weten kunnen komen wat het schilderij en alle andere voorwerpen zouden kunnen betekenen. We komen dus in een dilemma terecht. We zien het werk dat ons echter niet duidelijk wordt als we niet verder zoeken naar de betekenis die het kan hebben. De kunstenaar voert ons hier een puzzel op waarvan hij hoopt dat die niet oplosbaar zal zijn. Iedere aanwijzing, zoals de tekst in de vitrine, is een verdere complicatie van deze puzzel. Zo gaat bijvoorbeeld, een tekst over de filosoof niet over zijn systeem, maar over de wijze waarop hij zijn huis verbouwde zodat hij beter kon nadenken. Maar er zit in deze tekst wel weer een volgende aanwijzing. De vlinder heeft als Latijnse naam; Psyche. Een verwijzing naar een volledig ander wetenschapsgebied, de psychologie. Maar is het de beweging van de vlinder waar het om te doen is? De vlinder landt nu en dan op de bloem en drinkt de nectar. Het fragmentarische van de installatie wordt in de beweging van de vlinder herhaalt. ……..Zo staat het ijs van Icarus, in tegenstelling tot de warmte van de zon die zijn vleugels liet smelten.De typemachine en de vlinder staan weer door middel van hun titel in verband met elkaar en met de reeks foto’s voor een ontwerp voor een boek, met vooral bijna absurdistische thema’s.
Allemaal verbanden en dubbele bodems die betekenisvol lijken, maar dat volgens mij vooral niet zijn. Bij elkaar gebracht door een filosofisch systeem dat niet bestaat en die de gedachten kronkel is van een onbestaande filosoof. Kortom hier wordt de betekenis zelf in diskrediet gebracht. Het geven en ontlenen van betekenis doen we altijd al aan de hand van sporen. Zoals de jager zijn prooi zoekt aan de hand van het spoor, zo zijn wij kijkers, spoorzoekers. De filosoof heeft eveneens sporen achtergelaten, we mogen die interpreteren maar moeten ons steeds afvragen wat we denken te zien. De kunstenaar als verzamelaar van sporen, lijkt op de achtergrond te staan, maar hij is de poppenspeler die de kijker, die denkt zelfstandig te zijn, bespeelt.
Nog te zien t/m 26 januari 2014