Eén van de vele verhalen over Marcel van Eeden


Op 8 november 2013 ontving Marcel van Eeden de Ouborg prijs voor zijn oeuvre. In het juryrapport stond vermeld dat het niet zozeer de vraag was of de al vaker genomineerde kunstenaar de prijs toegekend zou krijgen, maar wanneer. Dit jaar was de jury het eens en was het dan eindelijk zover voor Van Eeden. De prijs die hij ontving bestond uit een geldbedrag en een publicatie van zijn werk, getiteld N 50 51 40,9 E 3 24 1.3, welke is uitgegeven door Stroom. Ter gelegenheid van het winnen van de Ouborg prijs is tevens tussen 8 november 2013 en 16 februari 2014 de installatie Sammlung Boryna (2009) te bezichtigen in het Haags Gemeentemuseum. Deze installatie omvat 66 tekeningen en twee sculpturen en is twee jaar geleden aangekocht door het museum.

Sammlung Boryna maakt deel uit van de verhalende tekeningenseries die Van Eeden nu sinds een aantal jaar maakt. De series gaan gezamenlijk over een zeer complex misdaadverhaal, waarbij Van Eeden feit en fictie met elkaar verweeft. Drie mannen spelen de hoofdrol in deze verhalen. Eén van hen is de psychiater en ‘outsider-art’ verzamelaar Matheus Boryna, waaromheen Sammlung Boryna zich afspeelt. De installatie in het gemeentemuseum is overzichtelijk opgesteld. Keurig ingelijste tekeningen vertellen het verhaal van de Sammlung Boryna langs de muren, een enkele keer onderbroken door een verassende sculptuur. Ik ken Van Eeden’s werk voornamelijk door zijn tekeningen en was gefascineerd toen ik de sculpturen daar aantrof. De tekeningen waren duidelijk anders dan de muur: wit papier, een houten lijst met glas ervoor. Maar de sculpturen waren geschilderd in nagenoeg dezelfde tint als de muur en leken er bijna in te verdwijnen.

Sinds ongeveer 1985 werkt Marcel Van Eeden volgens een vast concept: al zijn tekeningen zijn gebaseerd op bestaand beeldmateriaal van voor zijn geboortedatum. Een zelfopgelegde regel die, los van de talloze tekeningen die eruit voort kwamen, op zichzelf al een poëtisch gegeven is. Door de sculpturen in het Gemeentemuseum vroeg ik me af hoe hij ruimte creëert binnen de vastgelegde grenzen van zijn oeuvre, hoe hij zich blijft ontwikkelen en wat de plannen zijn voor de toekomst. Hoe gaat het verhaal verder?

Ik wilde eigenlijk graag op atelierbezoek gaan om het hem te vragen, maar aangezien Marcel zich meestal in Zurich bevindt was dit enigszins problematisch. Skype bood de oplossing.

Ik begon met datgene waar hoogstwaarschijnlijk ieder interview met Marcel Van Eeden mee begint en wat in elke publicatie over zijn werk de boventoon voert: het tekenen over hoe de wereld eruit zag voor zijn geboortejaar. Menig recensent karakteriseert zijn oeuvre door vooral dit gegeven uit te lichten. Marcel kan het enkel beamen, maar benadrukt dat het concept functioneert als de parameters voor zijn werk, waarbinnen alles juist kan variëren. Het zijn de zelfopgelegde regels die hem naar eigen zeggen vrijheid geven in zijn werk. Door steeds te zoeken naar variaties binnen het concept, uit te vinden hoe je de grenzen kunt oprekken, blijft het interessant.

Inmiddels zijn het niet meer alleen tekeningen, maar maken ook de bijbehorende installaties, sculpturen en zelfs documentaires deel uit van zijn rijke oeuvre rondom het solide concept. Ik vroeg Marcel of hij ooit nieuwe regels bedenkt. Hij moest een beetje lachen om mijn vraag en antwoordde van niet. Het idee stamt uit 1985 en toen dat er eenmaal was is hij op zoek gegaan naar manieren om zijn idee vorm te geven. Hij heeft verschillende studies gedaan, waaronder kunstgeschiedenis, om zijn idee in een theoretisch kader te passen. Hij wilde zelfs dichter worden en dacht lange tijd dat er veel filosofische kennis voor nodig was om zijn idee bestaansrecht te geven. Uiteindelijk bleek het allemaal niet zo ingewikkeld: Marcel werd ‘gewoon’ kunstenaar. Het bleek dat als je eenmaal kunstenaar bent het helemaal niet nodig is om zware theorieën te bedenken rondom je werk en dat een theoretisch kader überhaupt lang niet altijd nodig is. Door te lezen en te tekenen vorm het verhaal zich als vanzelf.

De interesse voor geschiedenis is er bij Marcel altijd geweest en was bepalend bij zijn keuzes voor de verschillende studies die hij heeft geprobeerd. Het werd uiteindelijk en vanzelfsprekend de rode draad in zijn werk. Door te tekenen plaatst hij een kritische noot bij de geschiedschrijving zoals wij die gewend zijn. Het opschrijven van geschiedenis is volgens Marcel namelijk enigszins onzinnig. Dat wat overgeleverd wordt in de geschiedenisboeken is slechts een minieme selectie uit een ongrijpbaar groot geheel van historische gebeurtenissen. Het is een constructie van keuzes en interpretaties en juist daarom is Marcel van mening dat er ook een plaats voor fictie en creativiteit moet zijn in geschiedschrijving.

En zo geschiedde: sinds 1985 tekent Marcel de geschiedenis van voor zijn geboortejaar op in variaties waarbij fictie en werkelijkheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. En dat zal voorlopig zo blijven, want Marcel is nog lang niet klaar. Er staan tentoonstellingen in Tel Aviv en Den Haag op de agenda en daar wordt hard aan gewerkt. Toch hoopt hij het vanaf nu wat rustiger aan te kunnen doen. De afgelopen jaren waren volgepland met een enorme hoeveelheid tentoonstellingen en exposities. Het rees de pan uit en nu is het tijd om gas terug te nemen vindt Marcel. Al was het alleen al om de kwaliteit van zijn werk te kunnen waarborgen. Hij wil selectiever zijn en het zich kunnen veroorloven om weloverwogen keuzes te maken in het aannemen van tentoonstellingen. Het is belangrijk voor hem dat zijn werk bekeken, maar vooral ook besproken wordt. Reacties in de vorm van artikelen en recensies geven voldoening en die krijg je natuurlijk vooral wanneer je een groot publiek weet te bereiken met een tentoonstelling. Ik vroeg hem hoe belangrijk feedback is voor de ontwikkeling van zijn werk. Zijn antwoord toonde de eigenzinnige kunstenaar die hij is: het is fijn als er over je geschreven wordt, maar op negatieve kritiek zit Marcel niet te wachten. Hij weet precies wat hij wil en doet wat hij kan. Wanneer het niet goed is kan hij ook niet beter. Lachend vertelt hij dat hij in zijn academietijd al slecht kon omgaan met kritiek. Niet uit onwil, maar om het simpele feit dat hij zijn doel altijd duidelijk voor ogen heeft gehad.

Het siert hem. Je zou het kunnen opvatten als koppigheid, maar Marcel komt op mij over als een zeldzaam hardwerkende kunstenaar en ik geloof dat zijn eigenzinnigheid daarbij de motoriserende kracht is. Er zullen ongetwijfeld nog vele mooie verhalen worden toegevoegd aan zijn nu al indrukwekkende oeuvre dat naar mijn mening meer dan terecht is bekroond met de Ouborg Prijs. Er valt nog heel veel te vertellen door Marcel van Eeden.

 

De tentoonstelling van ‘Sammlung Boryna’ (2009) is nog te zien t/m 16 februari in het Haags Gemeentemuseum