Rembrandt – Anatomische les

zaaloverzicht

Tot vijf januari is het legendarische schilderij De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp van Rembrandt te zien in het Gemeentemuseum. De tentoonstelling die eromheen gemaakt is, heeft als onderwerp de menselijke anatomie en met name de anatomie met betrekking tot de medische wetenschap. In de tijd waarin Rembrandt leefde was anatomisch onderzoek niet zo’n vanzelfsprekend begrip als het nu voor ons is, men was zeer gelovig en je lijk doneren aan de wetenschap was blasfemisch; je zou worden uitgesloten van de resurrectie. Om de wetenschap toch te kunnen dienen, werden lijken van veroordeelden gebruikt, die vaak niet volgens de christelijke traditie begraven werden.

Rembrandt – De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp, olieverf op doek, 1632

Het grote middelpunt en hoogtepunt is uiteraard de befaamde anatomische les, maar er zijn ook schilderijen te zien van de tijdgenoten van Rembrandt.

Nicolaes Eliasz Pickenoy – De osteologieles van dr. Sebastiaen Egbertsz, olieverf op doek, 1609

Michiel Jansz van Mierevelt – Anatomische les van Willem van der Meer, olieverf op doek, 1617

Jan van Neck – De anatomische les van dr. Frederik Ruysch, olievers op doek, 1683

Wat mij erg aanspreekt aan deze tentoonstelling is de dynamische alternantie tussen ‘oude’ en ‘jonge’ kunst. Een aantal zalen van de tentoonstelling wordt gevuld door kunstenaars als Damien Hirst, Berlinde de Bruyckere, Marc Quinn, Paul Thek en Folkert de Jong.

Folkert de Jong – The primacy of matter over thought, installatie, 2013

Folkert de Jong (detail)

Folkert de Jong – The primacy of matter over thought, installatie, 2013

Folkert de Jong heeft speciaal voor de gelegenheid een hedendaags anatomisch theater ontworpen. In de nissen in de gang van de tentoonstelling zijn etsen te zien van het oude anatomisch theater in Leiden, waar veel dissecties zijn uitgevoerd die door kunstenaars van die tijd zijn vereeuwigd op doek. Met deze installatie trekt De Jong een lijn tussen het werk van de kunstenaar en dat van de chirurgijn en benadrukt de ruimtes waarin deze handelingen plaatsvinden: het atelier en het (anatomisch) theater.

Andere kunstenaars, zoals Damien Hirst, verwijzen naar de menselijke sterfelijkheid, of maken gebruik van de menselijke maat, zoals de L Column van Paul Thek, waarbij zijn eigen arm als mal fungeerde voor het werk.

Damien Hirst – Fear, glas, roestvrij staal en chirurgische instrumenten, 1994

Marc Quinn – No visible means of escape II, rubber en touw, 1996

Paul Thek, L Column, perspex, bijenwas, 1966

Sinds de opening van het Rijksmuseum en de komst van de Meesters uit het Mauritshuis zijn er ook overzeese presentatietechnieken in de zalen van het gemeentemuseum te bespeuren. De muren zijn antracietgrijs geschilderd waardoor de toonwaarden van Rembrandt nog eens extra worden verrijkt, het verbaasd me dat dit niet jaren geleden is ingevoerd, zoals destijds in Londen werd gedaan in de Tate Britain. Het eerste wat ik leerde tijdens de schilderlessen op de kunstacademie was dat je nooit op een ‘leeg’ doek mocht schilderen, maar altijd een imprimatura moest gebruiken. Een logisch gevolg hieruit is dat dit principe ook wordt toegepast op de uiteindelijke presentatie van het werk, wat in het gemeentemuseum naar mijn idee subliem is gedaan.

Hoewel er een enorme generatiekloof ligt tussen de verschillende werken, resoneren ze goed met elkaar, de werken sluiten elkaar niet uit. De presentatie van de schilderijen versterkt de ambiance waardoor ze tot leven komen en de hedendaagse werken die je daarna te zien krijgt wortelt je in het hier en nu, waarmee de tentoonstelling een sterk gevoel van actualiteit en urgentie in zich draagt.

 

De anatomische les is nog tot 5 januari 2014 te zien in het Gemeentemuseum in Den Haag.