Hoogtij # 32: Mahal de Man
Iets dat mij nooit duidelijk is geworden is waarom er vaak een bureau ín de tentoonstellingsruimte staat. En dan bedoel ik eigenlijk een klein kantoor. Ondanks dat de tentoonstelling op de muur boven het bureau doorgaat is het, tegen de regels der moderne kunsten in, nooit bedoeld als deel van de expositie. Vaak kun je zelfs nog een tekening of twee op het toilet tegen komen. Niks geen site-specific installatie of performance. Dat had wat mij betreft best gekund, want ik denk dat we allemaal een rol spelen, de galeriehouder incluis. De kunstenaar vormt het alleen nog om tot kunstwerk. Een vriend van mij zei eens “Als kind ben je constant mensen aan het nadoen, als je vergeet dat je dat aan het doen bent ben je volwassen”. Deze waarheid kwam ik dit weekend nogmaals tegen, toen een kunstenaar vertelde over het idee dat het onderwijs personen ‘programmeert’ totdat deze worden losgelaten in de echte wereld als autonoom functionerende wezens. Tot zover het filosofische interval.
Toevallig (of juist niet) ben ik dit stukje aan het schrijven in een dergelijke galerie/kantoorruimte. Ik vraag me af of het productiviteitsverhogend is, al die kunstwerken om mij heen. Waarschijnlijk is het wel de reden voor mijn afdwaling van een recensie over Hoogtij naar een bevraging van de galerie als ruimte.
Naast tentoonstellingsruimte en kantoor bevat de galerie vaak nog een goed gevulde boekenkast die een gehele wand beslaat, zoals bij Galerie Nouvelles Images. Deze galerie weet 600m2 te vullen met schilderijen en meerdere bureaus. Gezien ik een voorliefde heb voor een bijna droge presentatie zie ik het kantoor en de ongebruikte meubelstukken liever verborgen achter een muur of tezamen in één ruimte omgedoopt tot ‘het kantoortje’. Hierbij neem ik niet de eventueel imago-versterkende functie van dergelijke objecten in acht (namelijk: drukbezet en belezen). Of het feit dat een galerie geen museum is en dat ook niet nastreeft. Bovendien heb ik dit weekend geleerd dat de galeriehouder als persoon de sleutel tot het succes van de galerie is en daarom altijd aanwezig zou moeten zijn, waardoor de galerieruimte automatisch verandert in een werkruimte. Of bij Galerie Vonkel, de woonkamer die verandert in een galerie. Want Vonkel/Thuis, op de eerste verdieping, geeft een indruk van hoe kunstwerken er in een huiselijke omgeving uit zouden kunnen zien.
Zo lijkt het bureau vanuit praktische overwegingen zijn plek in de galerieruimte te hebben verkregen. Eigenlijk best logisch, maar dat is met bijna alles wel zo: als je er even over nadenkt is er een relatief makkelijk antwoord op te vinden. Hopelijk zal ik mij voortaan minder storen aan de tafels en stoelen in de ruimte, er wordt gewerkt!