Kom van die Trap af

Vanwege het met elke meter die door de bezoeker afgelegd wordt veranderend perspectief, doen de twee ruimtes die met de tentoonstelling WAT’s up ingewijd worden als tentoonstellingsplek mij vooral denken aan de Expressionistische film waar in elke hoek drama schuilde, en het decor zelf een protagonist was die uit ‘t duister zijn schaduwen wierp op dingen en mensen en gebeurtenissen. Vandaag vormen twee stijle trappenhuizen in een pand aan de Stortenbekerstraat in Den Haag vijf weken lang het met licht overgoten decor voor oude en nieuwe werken van Tim Breukers, Wieteke Heldens en Astrid Nobel. Hun expositie WAT’s up getuigt van geloof in deze plek, in het potentieel van een tentoonstellingsruimte.

Parterretrap

Maar het is vooral een grillige fantasie over deze plek als plaats delict, die naar voren komt in de keus en opstelling van werken. De boodschap: het is hier niet pluis, er wordt een komplot gesmeed, de misdaad is al begaan; kom er maar eens achter, beste kijker, wat hier niet allemaal gebeurd is! A propos: de fantasie over de plaats delict was het onderwerp, maar dan ruimer en symbolisch opgevat, van de zgn. Gothic Stories, bv. Edgar Alan Poe, The Fall of the House of Usher, 1839. De achterliggende idee was misschien wel dat leven, ja zelfs ademen al een misdaad is, als je oprecht tot je laat doordringen hoeveel dood en ellende er op de wereld wel niet uitgestrooid is…

2802081442 Astrid Nobel 2008 digitale print lijst 675×78

Een vrij groot aantal schilderijen (Wieteke Heldens), ruimtelijke beelden (Astrid Nobels werken in 3d zijn eigenlijk projecties van denkbeelden die hun substantie en materialiteit in twijfel trekken), en sculpturen (Tim Breukers) is verdeeld over twee portalen van elk drie etages hoog. Spannend is de opstelling van de werken (waarvan enkele in situ gemaakt). In elkaars gezicht zeggen ze wat ze te zeggen hebben, en dat heeft een aanstekelijk effect, alsof werken en hun eigenschappen met elkaar vervlochten raken, op elkaar overspringen. De kijker ziet als het ware voor zijn ogen één doorgaande visuele vertelling ontstaan. Wat voor vertelling is dit? De tentoonstelling vormt in mijn beleving vooral een parallelle realiteit waar geheimen en raadsels gekoesterd worden.

Big me hugging small you Wieteke Heldens 2008 olie op doek 360×320
Big panda hugging small you Wieteke Heldens 2008 acryl op doek 265×210

Hier is zeker een kunstenaars geest werkzaam die alles wat aanwezig is scherp overdenkt en probeert te doorgronden, maar wat domineert is een spontane en lichamelijke verwondering en opwinding over irrationele, instinktieve impulsen en hoe die zich tonen. Wat de werken gemeen hebben is de combinatie van een sinister en helder element (rond dit gegeven draait ook de samenwerking van de kunstenaars). In de tentoonstelling hangt een sfeer van lucide dreiging. Er zijn stemmen die je niet kan horen, veel stemmen; ze stijgen op uit hoeken en gaten, vertolken gedachten en emoties, rustig toevertrouwd of panikerend uitgestort.

Oom Albert Tim Breukers 2012 aluminium 112x68x26

Een kleine en aandachtige handeling -het opmaken van de kleurstiften- wordt uitvergroot tot een compulsieve daad, door niets en niemand tegen te houden (Wieteke Heldens, My last one number two; My last one number one, 2012). Vellen onbeschreven papier dwarrelen als in een dans naar beneden, een fatale maar bevrijdende actie (Astrid Nobel, Willen weten – Is vergeten, 2012). Het lichaam van de kunstenaar is afgelegd en het omhulsel, de gestroopte huid, dient nu als een bank (Tim Breukers, XL suit, 2012),– ook hier is er ambiguïteit: beklemmende lichamelijkheid versus laconieke openbaring.

De kunstenaars gaan de tentoonstellingsplek ontwikkelen. Dat is interessant, de architektuur vormt echt een uitdaging. Om kunst te zien moet de bezoeker naar boven lopen in hoekige en wat netelige rondjes, en weer naar beneden idem dito. De cirkelvormige beweging, stijgend of dalend, creëert een zekere desoriëntatie. Echter, met het verlaten van de vaste (tentoonstellings)grond lijkt ook ‘t besef van kunstconventies, bv. hoe het ene object normaal gesproken in een ruimte van het andere object gescheiden wordt, af te nemen, lichter te worden. Het gebruikelijk perspectief staat op zijn kop, vaste kaders wijken, lichaam en geest gaan zweven.

Dit is mooi, en het belooft wat.

(Aanvullende info: Open Call project space Parterretrap, lees hier. Vrijdag 14 december a.s. om 19.00 uur finissage, met presentatie publicatie)