Erik Pape, Philip Akkerman, Rens Krikhaar # 2

Werken op papier

Altijd leuk, zo’n kijkje in de keuken van de kunstenaar. In navolging op mijn recensie over de schilderijen van de drie kunstenaars wil ik ook aandacht besteden aan hun werk op papier dat tegelijkertijd in Galerie Maurits van de Laar tentoongesteld wordt. Het maakt nieuwsgierig in welke relatie de tekeningen en aquarellen staan tot de schilderijen.

Erik Pape, Place Stalingrad, 2010, aquarel op papier, 29,5 x 41 cm

In een aantal vitrines ligt een selectie van schetsboeken van Erik Pape opengeslagen die dateren uit 1994 tot en met 2011. Onder de glasplaat geeft dat een mooi maar enigszins beperkt zicht en het liefst zou ik natuurlijk door al die boeken willen bladeren. De aquarelschetsen van Pape zijn niet gemaakt op chique papier maar gewoon in een lijntjescahier. Daardoor zie ik direct voor me hoe hij in Parijs met dat boek onder zijn arm, flesje water en verf en penselen in de tas op het drukke Place Stalingrad arriveert. Terwijl het snerpende geluid van de bovengrondse metro klinkt, het verkeer raast en de mensen aan hem voorbij lopen, probeert hij telkens weer de indruk van die plek te vangen in verf. Ik zie hoe hij de ruimte aftast, op zoek naar een spanningsvolle compositie, waarin echter geen mens te bekennen valt.

Erik Pape, Place Stalingrad, 2010, aquarel op papier, 29,5 x 41 cm

Zijn schetsen tonen een prachtig ritme van horizontale en verticale lijnen, van donkere delen en helder uitgespaarde partijen. Het wit van het papier wordt een actieve partner in het geheel, wordt meer dan een restvorm. Subtiele doorkijkjes geven ineens een enorme diepte. Door de aard van de techniek en het feit dat hij buiten staat te werken zijn de schetsen natuurlijk minder gelaagd dan de schilderijen. Het werk wint daarentegen aan dynamiek omdat de beweging van de hand zo mooi zichtbaar blijft.

Rens Krikhaar, De lobby van de hel, 2012, negropotlood op papier, 29,5 x 41,5 cm

Een deel van de tekeningen van Rens Krikhaar zijn opgebouwd als collages, surrealistisch, absurdistisch, droomachtig, druk en vol. Verschillende perspectieven lopen door elkaar heen en de geraffineerde afwisseling van licht en donker en de fluwelen tekentechniek lokken je zijn wereld in. Taferelen van hel en verdoemenis zijn getekend met een verfijnde zachtheid. Dat maakt dat je getroffen wordt door de lieflijke esthetiek en dan pas ziet wat er echt weergegeven wordt, een mooie paradox.

Eenvoudige mensvormen in silhouet duiken veelvuldig op in zijn werk. De poppetjes, soms niet groter dan een speldenknop, bevolken de composities, soms als mieren samenkomend. Het lijken anonieme getuigen, meelopers of juist toeschouwers binnen de tekening zelf.

Deze tekeningen zijn geen voorstudies maar op zichzelf staande werken. Soms weet hij duidelijk wat hij wil maken, vertelde hij, maar hij laat zich ook verrassen gedurende het tekenproces en gebruikt toevalstreffers en beeldassociaties. Dan breit hij alles als een levend organisme aan elkaar. Het is ook een manier om de hand los te houden, een routine op te bouwen hoe het potlood (of penseel) precies zo te sturen als hij wenst. Hand-oogcoördinatie is inderdaad iets wat je kunt trainen en is natuurlijk uitermate belangrijk voor iedere beeldend kunstenaar. Een paar tekeningen hebben net als zijn schilderijen de zeevaart als onderwerp en zijn dan meer gericht op de weergave van één gebeurtenis in één perspectief.

Rens Krikhaar, The Curse, 2012, bister en potlood op papier, 23 x 31 cm

Philip Akkerman, No. 64, 2009, 40 x 43cm

De tekeningen van Philip Akkerman lijken nog het meest in directe relatie te staan tot zijn schilderijen. Ook hier permitteert hij zich een enorme vrijheid in techniek binnen het zelfopgelegde kader van het zelfportret. De nadrukkelijke herhaling blijft interessant, en ik vraag me af in hoeverre je blik gestuurd wordt door de wetenschap dat Akkerman al bijna ontelbare keren zichzelf heeft getekend en geschilderd. Ik ben me als kijker namelijk steeds bewust van die extra betekenislaag en dan is het soms lastig een werk afzonderlijk te kunnen zien. De schetsen zijn eerste verkenningen voor zijn schilderijen en Akkerman zet sommige opzetten middels doordrukken met houtskool over op het doek. De series in de galerie zijn min of meer samengebracht door de galeriehouder, die uit de stapels schetsen vanaf 1995 tot nu een keuze heeft gemaakt. Het is een inspirerende dwarsdoorsnede geworden, als een staalkaart aan tekentechnieken, met zowel klassieke en gedetailleerde werken als ook hele frivole en abstracte verbeeldingen. Ook bij Akkerman geldt dat het wit van het papier een ander licht in zijn werk brengt en een mooie tegenhanger is van de verdichte en doorwerkte schilderijen.

Philip Akkerman, No. 100, 2005, 40 x 34cm

De tentoonstelling tekeningen Erik Pape, Philip Akkerman, Rens Krikhaar in Galerie Maurits van de Laar is verlengd t/m 4 november, de expositie van de schilderijen (zie recensie #1) in de Toussaintkade loopt tot en met aanstaande zondag 28 oktober.