Alternatieve financiering
Woensdagavond 5 september jl. organiseerde Stroom een avond over alternatieve financieringsmodellen. Drie kunstenaars deelden hun ervaringen.
Moki Last vertelt hoe ze aan een mecenas gekomen is. In 2010 las ze in de Volkskrant een fragment dat haar sterk is bijgebleven: een sponsor wordt getriggerd door de gedrevenheid en de passie van een kunstenaar. Dat maakt dat hij of zij je werk wil ondersteunen.
Dat klopt, weet ze nu. Tijdens een atelierpresentatie kocht een bezoeker een tweede kunstwerk van haar. Een paar maanden later belde ze hem op, of ze eens met elkaar konden praten.
Dat gesprek mondde uit in een businessplan, opgesteld door Moki. Dit wil ik, zoveel kost het en dit staat er tegenover.
Hij koopt nu kunstwerken van haar, enkele keren per jaar. Hij is een verzamelaar geworden en Moki verwacht dat hij ook van andere kunstenaars werk zal gaan aankopen. Samen bezoeken ze regelmatig tentoonstellingen, ze leren van elkaars zienswijze.
De afspraak voor dit mecenaat is drie jaar. Moki was er niet speciaal op uit, het is zo gelopen. Via galeries werd haar werk minder goed verkocht, om welke reden dan ook. Nu is er dit. Dat het over ongeveer een jaar afloopt is ook goed. Het is een avontuur.
Dat businessplan ziet ze nu als een eisenpakket voor haarzelf. Wat zij is aangegaan. Zo persoonlijk moet je het wel maken, vindt ze.
Ingrid Rollema heeft ervaring met crowdfunding. Geboren uit noodzaak stelt ze klip en klaar. Ze wilde een project realiseren in Brussel. Dat is over de grens en dan is het Nederlandse subsidiestelsel ongeschikt. Behalve Stroom, die verstrekte wel een subsidie. Ze wil het even gezegd hebben.
Allereerst moest er een betalingssysteem aan de website worden toegevoegd. Vervolgens informeerde ze vrienden en kennissen over haar project. Het resultaat viel tegen.
De les die ze geleerd heeft en ons meegeeft is: denk in groepen. Welke specifieke groepen hebben interesse? Wie is hun leider? Ach, we zijn allemaal beesten roept ze uit.
Nu benadert Ingrid gericht. Kwestie van helder nadenken.
Ze wil ook meegeven dat enig zakelijk inzicht belangrijk is. En doe het niet allemaal zelf! Haar kunstenaarschap staat onder druk doordat ze zo veel tijd besteed aan het financieel op de rails krijgen van het project.
Niels Janssen startte het micromecenaat. Een platform voor kunstenaars en kunstliefhebbers. Andere kunstenaars kunnen zich aansluiten en dienen zelf hun mecenassen te werven. Niels heeft zelf inmiddels 47 micromecenassen. Iedereen maakt eenmaal per jaar minimaal 165 euro over. Daar staat o.a. tegenover dat er bijeenkomsten zijn in het atelier van Niels en dat men met korting zijn werk kan kopen. Niels was verrast toen bleek dat 80% van zijn verkoop door micromecenassen gebeurt. Hun ondersteuning gaat verder dan de jaarlijkse bijdrage. Dankzij het micromecenaat zijn al zijn beroepskosten gedekt.
Drie andere beeldend kunstenaars hebben zich inmiddels bij micromecenaat aangesloten.