Meerjarenbeleidplan 2013-2016: Satellietgroep
NO-FACT-POLICY in eigen stad aan zee
De Satellietgroep is een nieuwe aanvrager in het Meerjarenbeleidplan Kunst en Cultuur 2013-2016. Net als West, Nest en Lief Hertje. Maar in tegenstelling tot deze drie andere nieuwkomers, is het advies van de gemeente voor de Satellietgroep negatief. Ik sprak met de drijvende kracht achter de Satellietgroep Jacqueline Heerema.
Wat doet de Satellietgroep?
“Satellietgroep onderzoekt de culturele betekenis van de zee in de context van veranderd zee – en kustlandschap in binnen- en buitenland. We richten ons op de publieke en professionele bewustwording van kunsttransities. We verbinden de domeinen kunst en cultuur, erfgoed, wetenschap en kuststedelijke ontwikkelingen. Dat doen we op basis van drie pijlers. De eerste is BADGAST, een internationaal research based artist in residence programma en Cinema aan Zee. De tweede is het verbinden van lokaal aan internationaal zee- en kustonderzoek en tenslotte door te streven naar duurzame verankering van kennis, onderzoek en productie.
En natuurlijk is Den Haag de standplaats als fraaie en controversiële kustgemeente”.
Heerema vertelt dat ze de gehele procedure als onzorgvuldig heeft ervaren. Alle nieuwkomers ontvingen een uitnodiging voor een kennismakingsgesprek. De uitnodiging was vriendelijk, het gesprek niet. De leden van de adviescommissie waren de stukken nog aan het lezen toen ze de ruimte binnenkwam.
Na het handen schudden begonnen de vragen. Heerema vond de commissie bevooroordeeld en ze bemerkte enige neerbuigendheid. Toen ze vertelde over de voorbereidingen van een uitwisselingsproject met Turkije en hoe de Satellietgroep erfgoed voor het voetlicht wil brengen, klonk het uit de mond van een van de commissieleden: zo zo, dan heb ik vandaag weer iets geleerd.
Het voelt nu, achteraf bezien, toch vooral als een uitnodiging onder valse voorwendselen. Van een kennismakingsgesprek was geen sprake. Ook Heerema kaart het gebrek aan beeldende expertise bij de adviescommissie aan (net als Heden en de Vrije Academie). Ze vond dat de commissie blijk gaf van onvoldoende kennis over het werken op internationale schaal in de beeldende kunst.
2012 is voor de Satellietgroep een kanteljaar. Ze zijn de kleinere subsidiepotten ontgroeid, in die zin dat ze nu zoveel ervaring hebben opgedaan dat het tijd is, inhoudelijk en financieel, om een stap te maken.
Het is frustrerend, vindt Heerema, dat zowel de adviescommissie als de gemeente niet erkennen wat de Satellietgroep allemaal heeft gedaan en bereikt. Zo is daar de opdracht van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling voor de openbare fototentoonstelling ‘Zeespiegel’ op de boulevard. En wat staat er dan in het advies? Los daarvan verbaast het de commissie dat de Satellietgroep geen andere financiers heeft weten te vinden, zoals de Dienst Stedelijke Ontwikkeling, projectontwikkelaars of instellingen uit wetenschappelijke hoek.
Dat is dus feitelijk onjuist. Andere cofinanciers zijn het Stimuleringsfonds van Architectuur en SICA.
Hoe kan een advies zo feitelijk onjuist zijn? En de wethouder is hiervan op de hoogte maar handhaaft het advies. Hoe kan dat?
Ik vraag aan Heerema hoe de Satellietgroep nu verder gaat? “We zijn teleurgesteld in dit voorbeeld van ‘no-fact-policy’, nota bene in onze eigen stad. Gelukkig zien heel veel partijen wel ons belang. Alleen Den Haag dus niet” vertelt ze. “Dit subsidiesysteem is een vreemd systeem omdat er geen enkele responsmogelijkheid is. We zoeken meer partnerschap, daarmee bedoel ik met elkaar van gedachten wisselen, in dialoog gaan. Zoals we dat met diverse landelijke en internationale fondsen en ook opdrachtgevers wel kunnen opzetten”.
Satellietgroep gaat door, die veerkracht is er zeker, alleen de zichtbaarheid zal verschuiven. Minder zichtbaar in Den Haag, dat is helaas de consequentie. Ze blijven projectmatig werken en concentreren zich vanaf nu op samenwerking met landelijke partijen. Heerema pleit ervoor dat beeldende kunst buiten zijn eigen kaders moet kunnen treden. De adviescommissie had daar geen enkele aandacht voor, maar beeldende kunst laat zich niet alleen maar ‘inzetten’, het heeft een eigen intrinsieke waarde. In Den Haag is daar weinig oog voor maar erbuiten wel. Dan is de keuze snel gemaakt. In Den Haag ontbreekt nu een visie en de bereidheid om mee te denken. De gemeente is geen partner voor het culturele veld maar een beoordelaar die daarin ook nog eens uiterst onzorgvuldig is. Ze is het tactisch opereren beu. Nu kan er weer voor 15 augustus gereageerd worden. Alsof dat wat gaat uitmaken? Ach er is al zoveel tijd en energie naar deze procedure gegaan, dat is met geen rekenmachine te berekenen.