Telders stichting: “Beeldend kunstenaars hoeven niet te worden gesubsidieerd”
Het wetenschappelijk bureau van de VVD, de Teldersstichting, heeft een rapport gepresenteerd waarin zij haar visie uiteen zet m.b.t. overheidsbemoeienis ten aanzien van cultuur. Als we in aanmerking nemen dat de regeringspartij haar eigen Teldersstichting serieus neemt; dat de VVD voorlopig deel uit maakt van de regering; en dat de (VVD-)staatssecretaris voor cultuur waarschijnlijk nog meer bezuinigingen zal moeten doorvoeren, ziet de toekomst voor beeldend kunstenaars er somber uit. Want “beeldend kunstenaars hoeven niet te worden gesubsidieerd”.
Behoud van erfgoed en culturele tradities moeten volgens de Teldersstichting voorop staan. En dus van overheidswege gegarandeerd (hetgeen wil zeggen: gesubsidieerd) worden.
Men komt tot deze heldere conclusies dankzij een schijntegenstelling die wordt opgevoerd, namelijk die tussen erfgoed en de productie van hedendaagse kunst. Musea, monumenten en archieven dienen vanzelfsprekend beschermd te worden. En ook de podiumkunsten, want dat is een vorm van immaterieel erfgoed, schrijft Teldersstichting terecht. Echter, om deze kunstvorm te presenteren zijn, anders dan bijvoorbeeld bij 17e eeuwse genrestukken, hedendaagse kunstenaars (dansers, acteurs, regisseurs) nodig. De overheid is echter niet verantwoordelijk voor de productie van nieuwe (beeldende) kunst. Mmmm….
Wat te denken van de nieuwe ‘Hamlet’ bij het Noord Nederlands Toneel? Hedendaagse Nederlandse acteurs spelen een hedendaagse interpretatie van een (Engelse) internationale toneelklassieker. Subsidiëren?
Jan Dibbets is een hedendaags kunstenaar. Niet meer subsidiëren! Kan zijn werk los gezien worden van dat van Vermeer? Is het niet eerder een doorwerking van, en bijdrage aan de Nederlandse schilderkunstige traditie? Toch maar subsidiëren?
De schijntegenstelling die wordt opgevoerd is die tussen erfgoed en kunstproductie, tussen traditie en actualiteit. Erfgoed dat geen functie heeft ten aanzien van actueel denken (in de vorm van tekst, dialoog of kunstproductie) is dode massa, folkore op zijn best. Actuele kunst verhoudt zich altijd tot traditie, of die nu highbrow of lowbrow is.
Een moeizame implicatie heeft de volgende zin toch wel: “de overheid is (alleen) verantwoordelijk voor (…) kunst die de natie al bezit: die dient als erfgoed in de musea bekoesterd te worden”. Met andere woorden: het erfgoed op gebied van beeldende kunst stopt in het jaar waarin de suggestie van de Teldersstichting wordt vastgelegd in regeringsvoornemen en wetgeving.
De Zaak Nu meldde een jaar geleden al: ‘de kunst van nu is het erfgoed van de toekomst’!
Arno van Roosmalen