Hans van Houwelingen @ Stroom
De tentoonstelling ‘Until it stops resembling itself’ van Hans van Houwelingens had al op 3 september moeten openen, maar de techniek werkte niet mee.
Je zou denken dat als het gelukt is om de standbeelden van Thorbecke en Spinoza van hun sokkel te halen en bij Stroom binnen te zetten dat je dan het moeilijkste wel hebt gehad.
De probleem veroorzakende projecties geven ook niet echt de indruk erg ingewikkeld te zijn. Het lijken een aantal eenvoudige video-opnames van de publieke ruimte.
De video’s zijn echter niet van te voren opgenomen, maar worden life aangevoerd via het wereldwijde internet en streaming video (zo heet dat) is nu eenmaal niet zo gemakkelijk te realiseren. De webcams en verbindingen moeten van goede kwaliteit zijn en de route op het internet mag niet te veel hobbels hebben, want anders wordt het beeld al snel ‘blurry’, ‘blocky’, superschokkerig of simpelweg afwezig.
Waarom zo moeilijk doen, is wel een vraag die het werk oproept, want wat voegt die lifestreaming video toe aan het werk in de publieke ruimte van Hans van Houwelingen?
Het life streamen wekt direct associaties op met voyeurisme, Big Brother en met geinige bijzaken. Zo wordt in de video’s van het werk ‘sluipweg’ de aandacht al snel weggetrokken van het pad van grafstenen, dat daar op initiatief van van Houwelingen is neergelegd. Er ontstaat de hoop dat er een nietsvermoedende passant het beeld inloopt en in zijn neus gaat peuteren, de poep van de hond niet opruimt of iets anders doet wat het beeld een andere draai zal geven.
Dat bovenstaand niet alleen de gedachten zijn van uw nederige Jegens-en-Tevens-reporter blijkt als een Stroom-medewerker op weg naar huis bij de lege sokkel van het beeld van Spinoza stopt en uitzinnig begint te zwaaien naar de camera, tot grote hilariteit van de achtergebleven collegae.
In de begeleidende tekst wordt gesteld dat de video’s ons tonen hoe het publiek reageert op het verdwijnen van Spinoza en Thorbecke, maar in de projecties is enige reactie op de afwezigheid van de beelden niet waarneembaar. Voor zover de webcams het kunnen registreren lijkt iedereen straal voorbij de lege sokkels te lopen en niemand lijkt de twee wijze mannen te missen.
Die twee mannen zitten en staan nu dus in de lobby van Stroom als wat verongelijkte kunstenaars die wachten totdat ze van de receptioniste hun portfolio behorende bij de net afgewezen subsidieaanvraag terugkrijgen.
De impact van deze twee bronsdonkere mannen op het publiek is overduidelijk groter dan die van de lege sokkels. Ze zijn volledig ‘out of place’; te groot, in de weg staand en met een uitdrukking die niet thuishoort op hetzelfde niveau als de gemiddelde Stroombezoeker.
Dat groteske maakt hun aanwezigheid intrigerend en spannend. Dat gedoe met niet werkende webcams was nergens nodig voor geweest. De twee uit hun vertrouwde habitat getrokken zwaargewichten kunnen het best alleen af.
Nog tot 12 december.