Alles lijkt met elkaar verbonden te zijn
Een gesprek met Ton van Kints over zijn boek Koekoeksnesten 2003-2012
Ton van Kints maakte een boek over de serie ‘Koekoeksnesten’ waar hij sinds 2003 aan werkt. Ik bezocht Ton op zijn atelier en sprak hem over de totstandkoming van het boek en de keuzes die hij maakte.
Linnaeus
Wat opvalt als je met Ton van Kints over zijn kunstwerken praat, is dat hij ze benadert als organismen. Hij gebruikt termen als parasitisme en endoparasitisme, families en soorten, (koekoeks)nesten, groei, symbiose. Van Kints praat erover als een bioloog. En met zijn neiging tot ordenen en determineren, schaart hij zich in de traditie van achttiende-eeuwse wetenschapper Linnaeus. Diens botanische en zoölogische taxonomieën gelden tot op de dag van vandaag als standaard voor de indeling van planten en dieren.
Door zijn seriewerken in een stamboom onder te brengen, met hoofdtakken en aftakkingen, houdt Van Kints grip op zijn enorme productie. De stamboom van de serie ‘Koekoeksnesten’ groeide zo ver uit, dat er een heel boek mee gevuld kon worden.
Stambomen
Van de ‘Koekoeksnest’-familie staan twee stambomen in het boek. De eerste heeft de vorm van een tak met zij-takken. De benamingen hangen er als bordjes aan, waardoor de tak een lentebloesem van René Daniëls in gedachten roept. En wie goed kijkt ziet er twee wandelende takken op zitten. De tweede stamboom heeft meer vertakkingen, en de grote stam heet niet meer ‘Koekoeksnest’, maar ‘Gecorrigeerd ovaal’. Kun je iets over deze stambomen zeggen? Waarom koos je deze vormen?
‘In de eerste stamboom is die labeling een soort kenteken-achtige aanpak, heel basaal en logisch. Je plakt een etiket op de stam om aan te geven welke ‘familie’ daar hangt. De wandelende takken heb ik hier letterlijk gebruikt. Ze verwijzen naar de serie ‘Wandelende takken’, die ik in de jaren negentig maakte. Ze zijn sec dus geen onderdeel van de Koekoeksnest-stamboom, maar ze wandelen er wel overheen. Ze raken eraan. De boom zelf is opgebouwd uit de lijven van de beestjes. Als vertakkingen heb ik stukjes van hun lijf gebruikt. Daar heb ik dan lol in.’
‘Nadat ik die eerste stamboom gemaakt had, heb ik onderkend dat een stamboom ergens uit moet ontspringen. En de Koekoeksnesten ontspringen uit het ‘Gecorrigeerd ovaal’, een eerdere serie. Met een afgekeurd werk uit die serie ben ik gaan schuiven, en dat leidde tot een stijlbreuk met alles wat ik daarvoor had gedaan. Ik verdraaide iets dat ik had uitgezaagd, waardoor het niet meer in de oude vorm paste. Tot dat moment liet ik alles op de oorspronkelijke plaats terugkomen. Die stijlbreuk heeft een enorme serie opgeleverd.’
‘Voor die stamboom ‘Gecorrigeerd ovaal’ heb ik een tekening van Darwins ‘Tree of Life’ gebruikt, en aangevuld met vertakkingen van Koekoeksnesten. De ‘gepolderde’ vertakking bleek veruit de grootste te zijn.De ‘familie’ Koekoeksnest bestaat dus uit verschillende stammen: ‘zuivere koekoeksnesten’, ‘koekoeksnest gepolderd’, ‘koekoeksnest lassez-faire’ en ‘koekoeksnest logo’. Verderop in het boek, bij het essay van Philip Peters, staat van elke stam een voorbeeld afgedrukt. Vanuit die stammen zijn weer andere varianten ontstaan.’
Diverse groeisels
Tussen die twee stambomen zien we in het boek een heel ander beeld: een landschap met rotsen, cactussen, kalebassen. Wat is dit voor een plaatje?
‘Deze gravure kwam ik ergens tegen, ik vond het een bloedmooi plaatje: cactussen op een woestijnlandschap – dus onder bijzonder barre omstandigheden groeit er wat. Het plaatje geeft een concentratie weer van diversiteit aan groeisels. Dat vind ik een mooi beeld voor mijn werk, en het aantal objecten op het plaatje klopte redelijk met het aantal series dat ik op dat moment, in 2003, onder handen had. Toen ik dit ‘diagram’ invulde was ik net begonnen met de Koekoeksnesten, ik denk dat ik toen al een vermoeden had dat het wel eens een grote serie zou kunnen gaan worden.’
‘Chronologisch gezien zou dit plaatje voor in het boek moeten staan, maar dat vond ik qua beeld niet mooi. De wandelendetakkenstamboom is een mooiere, opener entree van het boek. Dat zint me eigenlijk niet helemaal, eigenlijk zou ik alles strikt chronologisch willen neerzetten, zonder rekening te houden met esthetica. Dat valt blijkbaar niet mee.’
Gezonde woeker
De laatste diagram heeft een grillige, wat wollige vorm. Waar komt dit vandaan?
Dit is een gemberwortel. Ik ben gek op koriander, knoflook en gember. Gemberwortels zijn ook altijd heel mooi. Ze hebben iets woekerigs, maar een gezonde woeker, heel organisch gegroeid. Ik was met de diagrammen van de koekoeksserie bezig, ik zat midden in dat werk, en daar kun je licht manisch van worden. Alles lijkt met elkaar verbonden te zijn. Ik was in mijn hoofd op zoek naar een laatste diagramvorm, en toen ik deze gember in mijn handen kreeg, bleken daar de verschillende families precies in weer te geven. De grootste uitstulping voor de ‘gepolderde’ nesten, de kleinste voor de Koekoeksnesten ‘logo’. Het klopte precies, dus deze vorm moest het worden.’
Achteraf om-namen
Je zegt dat je van tevoren niet wist hoe de Koekoeksnesten-stamboom eruit zou komen te zien, hoe de verschillende families zich zouden ontwikkelen. In de titels van de werken is de familie waar het werk toe behoort terug te vinden. Hoe ging dat, hoe kon je een naam geven als de scheuten van de stamboom zich pas na enige tijd kenbaar maakten?
‘Ik heb de werken achteraf om-genaamd, met een heel praktisch doel: ik kan ze daardoor beter herkennen. Zoals iemand een vogel herkent, zo wil ik mijn werken herkennen, determineren. Gaandeweg merkte ik dat het een grote serie werd, en dat de variaties een deel van de kwaliteit waren. Ik hoor wel ‘daar heb je hem weer met zijn koekoeksnesten’, maar daar haal ik mijn schouders voor op. Het is nog steeds een bere-interessant proces, waar ik nog steeds mee verder kan. Het is niet een ‘thema’ dat ik uitmelk, het is een onderzoek, een benadering die nog steeds heel spannend en interessant werk oplevert, en waar ik dus nog niet klaar mee ben. Zelfs herhaling kan weer iets nieuws opleveren. Je oplossingen zijn steeds anders. Zo lang je voelt dat er interessante opties zijn om uit te voeren, ben je niet aan het uitmelken. Dat is van een totaal andere orde. Natuurlijk er zitten sterke en zwakkere werken bij, maar dat zegt niets over het voltooid zijn van de serie.’
‘De afbeeldingen in het boek zijn per familie geordend, dus niet chronologisch. De structuur van het boek, met de deterministische benadering, is dus geen concept ter wille van het boekontwerp, maar is opgedrongen door de manier waarop ik werk. Dat denken in stamboom en families leidde vanzelfsprekend tot deze presentatie. De stammen van de familie zijn genoemd naar de ‘acties’ die de verschillende werken tot stand hebben gebracht. Die acties zijn achteraf te reconstrueren, en daarmee zijn de werken bij een familie in te delen. Zoals het ook bij determinatie in de biologie gaat.’
‘De stamboom zou nog verder kunnen vertakken. Ik zou iets kunnen ontdekken of tegenkomen waardoor er een nieuwe tak ontstaat, met allemaal variaties ten gevolge. Daar ben ik niet naar op zoek, maar ik kan het tegenkomen. In het boek staan overigens ook niet alle Koekoeksnesten afgebeeld. Ik heb ze niet allemaal gefotografeerd. Er staan er 182 in, terwijl ik er ten minste 270 gemaakt heb. Na dit boek zijn ook nog steeds nesten gemaakt, dat gaat nog steeds door. En er kunnen ook nesten die wel in het boek staan later gemuteerd worden.’
Samenwerking
Voor dit boek werkte je samen met grafisch ontwerper Vincent van Baar. Hoe kwam die samenwerking tot stand?
‘Vincent is een collega aan de KABK, aan de afdeling Fotografie. Hij is behoorlijk formeel en heeft een heel grappige, persoonlijke kant aan zijn typografie. Vincent verzamelt bedrijfscatalogi. Hij kan verrukt raken van een catalogus met honderden scharnieren erin. Zo’n voorliefde voor verzamelingen en ordeningen, dat hebben we met elkaar gemeen. Ik vind dat ook prachtig. De Koekoeksnesten hebben we op een vergelijkbare, zakelijke manier benaderd. De werken zijn als ik ze maak natuurlijk hyper-individueel en uiterst uniek, en dan is het grappig om aan het begin van het boek even simpel aan te geven: ‘we hebben ze groot, en we hebben ze klein’. Op pagina 8 en 9 kun je zien in welke verhouding de formaten tot elkaar staan. En daarna: allemaal in dezelfde maat afgebeeld. Rijen achter elkaar, pagina’s vol.’
‘Ik wist zelf al vrij precies wat ik wilde met deze publicatie. Ik wilde eigenlijk een veredelde krant, van goed papier dat goed vouwbaar is. Daarmee wilde ik het informele benadrukken. Maar kranten zijn als publicatievorm enorm populair aan het worden, daardoor twijfelden we wat aan die vorm. Vincent stelde een cahier-vorm voor. Dat is het geworden. Hij heeft veel voorstellen gedaan die de publicatie uitgesproken en helder hebben gemaakt.’
Docentschap
Behalve Vincent van Baar werkten er meer KABK-collega’s en oud-collega’s aan het boek mee: Guus Rijven, Onno Schilstra en Michael van Hoogenhuyze schreven een tekst. Hoe belangrijk is jouw docentschap aan de KABK voor jouw kunstenaarschap?
‘Heel belangrijk. Ik krijg de kans om met interessante mensen samen te werken, die onderzoeken doen of op een manier bezig zijn die ik heel mooi vind om te zien. Je zit als begeleider heel dicht op het werkproces, waardoor je heel precies kunt voelen waar de studenten mee bezig zijn. En doordat je studenten begeleidt, krijg je ook beter zicht op wat je zelf aan het doen bent. Je leert heel gemakkelijk die meta-positie in te nemen. Het is een voorrecht om met studenten te werken. Ook als ik moe ben, of geen zin heb mijn atelier te verlaten, dan verdwijnt mijn weerstand meteen als ik de academie in loop. Direct in de hal al, als ik de eerste studenten zie. Als een soort vlies dat openspringt. Heel wonderlijk.’
‘Ik vind onderzoek het belangrijkste wat er is binnen het kunstenaarschap. Onderzoeken en op goed vertrouwen kijken wat er gebeurt. Dat is het mooiste van creativiteit. Dat je de hoop hebt dat het iets goeds wordt, ook al weet je totaal niet waar het eindigt. Dat is zo vitaal. Dat is dus een belangrijk onderdeel van mijn lessen.’
Koekoeksjonggedrag
Tot slot iets over het formaat van het boek. Je zei al dat je eigenlijk een krant wilde maken, dat werd een cahier. Met een formaat dat net niet lekker in de boekenkast past, waardoor het boek zich als een soort koekoeksjong gedraagt, en zich dwars op de plank wurmt. Bewuste keuze?
‘Nou nee, dat is niet de bedoeling. Het is een bestaand formaat binnen de uitgeverij, dat volgens bepaalde boekenkaststandaarden rechtop zou kunnen staan. Dus dat hij zich niet rechtop in de kast laat schikken, daar ben ik niet blij mee. Hij moet wel landen, en kunnen rusten. Dus laat ik het erop houden dat jouw kast wat aan de kleine kant is…’
Ton van Kints exposeert tot en met 3 juni 2014 bij Galerie Ramakers. Het boek Koekoeksnesten 2003-2012 is daar ook te koop, voor € 20.