Monster

Op dit moment is in Stroom in het kader van het programma ‘Ondertussen’ het project Monster te zien van Manon Bovenkerk. De kleine tentoonstellingsruimte wordt gebruikt om presentaties te laten zien naar aanleiding van subsidieverzoeken die zijn ingediend in het kader van de PRO- en SPOT- subsidieregeling van Stroom. In de kleine tentoonstellingruimte toont Bovenkerk een aantal tekeningen en een soort collage van foto’s die zij hoogstwaarschijnlijk als inspiratiebron voor haar werk gebruikt.
De tekeningen zijn allemaal zwart wit en lijken te bestaan uit enerzijds werken die af zijn en daarnaast uit storyboards die wellicht nog voor een film gebruikt gaan worden, het getoonde werk is immers nog niet voltooid. Hoewel er geen bewegend beeld te zien is refereren de storyboards, die net als in een stripverhaal opeenvolgende scènes tonen, hier wel aan.  Dit wordt versterkt doordat de kunstenaar termen als close-up en out-of-focus in de tekeningen heeft verwerkt die verwijzen naar het medium film.

Steeds zien we een donker figuurtje, een soort silhouet van een lichaam dat toch wel veel op dat van ons lijkt, maar met een vreemd soort  rond hoofd met kleine kraaloogjes en een lange neus. Het monster dus dat  (blijkt uit de tekst op de muur) zichzelf als menselijk ziet, maar zijn monsterlijke natuur niet kan ontkennen en hierdoor in conflict is met betrekking tot zijn identiteit. Het lukt het monster niet om zich aan te passen aan een menselijke rol en uiteindelijk komt hij erachter dat er anderen zijn zoals hij.

Het monster ziet er in de ingelijste tekeningen anders uit dan op de storyboards, hier is hij opgebouwd uit fijne lijntjes  en heeft een aantal bolletjes op zijn hoofd, die ergens iets weg hebben van een nestje eieren. Het figuurtje komt op mij niet direct als monsterlijk over, hij heeft iets onhandigs en wordt daardoor in zekere zin schattig, aaibaar en lief.

In een tekening staart het monster naar buiten, waar het onophoudelijk regent. Hij bevindt zich in een enorm flatgebouw, waarin verder niets te zien is, de plek komt bijna abstract en leeg over en versterkt het gevoel dat het monster zich eenzaam en onbegrepen voelt. Ik denk dat ieder mens deze gevoelens op een bepaald moment in het leven ervaart, waardoor het monster toch iets weergeeft van de menselijke natuur. Niet alleen het zich onbegrepen kunnen voelen, maar ook het buitensluiten van anderen is helaas eigen aan de mens.

Op de collagewand zijn foto’s te zien waarop mens en dier op een bepaalde manier bij elkaar komen; opgezette hertenkoppen hangen in een kamer aan de muur, dieren gehuld in mensenkleding, een vos bespringt een bed in een hotelkamer en ga zo maar door. Een aantal beeldelementen op de foto’s komen letterlijk terug in de tekeningen van Bovenkerk , zoals  bijvoorbeeld de hertenkoppen.

Daarnaast lijkt haar monster te zijn ontstaan uit een kruising van verschillende aspecten die op de foto’s te zien zijn. De wand met foto’s is wat mij betreft op te vatten als meer dan alleen een bron van inspiratie, het is een losstaand werk dat de tekeningen van extra betekenis voorziet. Mens en dier zijn al eeuwenlang kameraad en vijand, we halen sommige dieren graag ons huis binnen en andere houden wij liever buiten de deur. Daarnaast willen wij dieren soms te veel als gelijken beschouwen en soms trekken wij ze zelfs kleertjes aan om ze nog menselijker te maken. Sommige mensen halen dieren in huis die hier uiteindelijk niet kunnen aarden, zoals apen die sowieso iets van de mens weg hebben, maar toch niet hetzelfde zijn. Naar mijn idee symboliseert Bovenkerks’ monster de wisselwerking tussen mens en dier die zowel positief als negatief opgevat kan worden; de vaak  liefdevolle relatie kan soms ook vreemde vormen aannemen. Daarnaast is het monster een metafoor voor het dier in onszelf, iedereen probeert bepaalde driften te onderdrukken en te leven op een  sociaal wenselijke manier, toch zit het monsterlijke in ieder mens verscholen.

De presentatie is nog tot en met 3 december 2013 te zien.