Leven in de catacomben van RADIUS
RADIUS bestaat inmiddels anderhalf jaar als centrum voor hedendaagse kunst en technologie in Delft. Halverwege het huidige jaarprogramma ‘NATURECULTURES’ brengen we een bezoek aan het ondergrondse waterreservoir bij de Delftse watertoren en bekijken we de huidige twee tentoonstellingen.
Het reservoir is een prachtig gebouw voor exposities. Het doet me onmiddellijk denken aan Fort Asperen waar ik al weer lang geleden (20 jaar?) de tentoonstelling ‘Flood Warning’ van Peter Greenaway bezocht. De visionaire waarschuwingstentoonstelling van Greenaway is me lang bijgebleven, maar het heeft de wereld niet geholpen om de toen al zeer urgente problemen rond de stijgende zeespiegel op te lossen. Maar de tijdelijke tentoonstelling heeft nu plaatsgemaakt voor een permanent centrum hier in dit drooggelegde waterbassin. De lay-out van RADIUS bestaat uit een centrale cirkelvormige ruimte en twee buitenringen. De binnenste cirkel wordt in tweeën gedeeld door een hoge rechte wand. Via smalle hoge boogpoorten staan de ‘zalen’ met elkaar in verbinding. Alle muren hebben door jarenlang interactie tussen water en metaal een fraai patroon gekregen dat naadloos aansluit op hedendaagse postindustrieel interieurdesign. De belangrijkste ingrepen in de aanloop naar de huidige functie zijn het installeren van een akoestische plafondreliëf en de gietvloer die de oorspronkelijke gekromde vloer heeft doen verdwijnen. Een halve meter boven de vloer is een doorlopende omloop die nu dienst doet als zwevende zitbank of als plint voor een ‘exhibit’.
De lay-out van het gebouw leidt ertoe dat we tentoonstellingen langs een voorgeschreven route bewandelen, waardoor er al snel een verhaallijn met hoofdstukken en een educatieve structuur ontstaat. En ook dat aspect is besloten in de opzet van RADIUS, dat vooral verhalend en verkennend is. De vermenging van cultuur en natuur is het centrale thema in het huidige jaarprogramma. Vaak worden er in tentoonstellingen verbindingen aangegaan met wetenschap, filosofie of politiek rond de bekende ecologische thema’s. De tentoonstellingen gaan daarom ook vergezeld van een randprogramma en er zullen in de toekomst ook meer publicaties worden uitgegeven.
Binnen het programma ‘NATURECULTURES‘ is nu voor het eerst plaats gemaakt voor gastcuratoren. Mateo Chacón Pino en Àngels Miralda hebben een tentoonstelling samengesteld waarin het bestaan van microben als bouwstenen en getuigen van leven een hoofdrol hebben. De tentoonstelling ‘Radicale Symbiose: Het sociale leven van Microben’ sluit daarmee aan op het Antoni van Leeuwenhoek Jaar 2023 dat wordt gevierd in o.a. Delft en Leiden. De 300 jaar geleden overleden Delftse koopman had een brede wetenschappelijke belangstelling en was de ontdekker van het minuscule leven dat zich in slootjes afspeelden. Zijn ontdekkingen en de uitgebreide beschrijvingen van zijn observaties leidden tot de microscopische wetenschap, waarin de overheersende positie van de mens als centrum van de wereld langzaam maar zeker werd ondergraven.
Op dit moment maken we een vergelijkbare transitie door. Steeds pregnanter wordt het besef dat de mens zelf een schadelijk wezen is en dat de wereld het prima zou redden zonder ons. Er is meer reden voor microben om bang te zijn voor ons dan andersom. Dagelijks lezen we hoe zelfoverschatting van de mens leidt tot verlies van leven en tot onherstelbare schade aan de wereld om ons heen. Ook in de tentoonstelling komt dit besef naar voren. Toch pleit de tentoonstelling niet voor ons uitsterven. De waarneming is, net als ten tijde van Van Leeuwenhoek, het belangrijkste instrument. De gepresenteerde kunstenaars proberen onze blik op de natuur, en op microben in het bijzonder, bij te stellen en te verrijken.
Een van de hoogtepunten in de tentoonstelling is het werk van Marit Mihklepp die een persoonlijke relatie met microben aangaat in de vorm van een audiovisuele liefdesverklaring en een audiowerk dat we met een koptelefoon individueel kunnen beluisteren. Door zichzelf als maatvoering te gebruiken ontstaat er een ruimte die avontuurlijker en ontroerender is dan de meer dogmatische aanbidding van de natuur zoals we die tegenkomen in de microfotografie van Wim van Egmond of de lichtbakken van Aslı Hatipoğlu. Ook de opgeblazen organische textielwerken van Lizan Freijssen en de verzameldisplays van Elina Alekseeva wijzen in die richting. Alles wat de natuur voortbrengt heeft schoonheid en moet worden bewaard, benadrukt en gedeeld.
En dat geldt ook voor processen die veelal voor de mens onzichtbaar zijn. Penelope Cain probeert deze in haar video ‘Flourish’ te ontrafelen en als narratief zichtbaar te maken. Organismen ontmoeten elkaar en er kunnen liefdesrelaties tussen kunnen opbloeien.
Sommige kunstenaars gebruiken de natuur om hun eigen verbeelding te verruimen. Met name in videowerken zien we hoe het kleurpalet veranderd of abstractie en figuratie met elkaar spelen en leiden tot een nieuwe beeldtaal. Het ontbreken van betekenis, zoals dat in de natuur gewoon is, heeft dan een bevrijdend effect. Iets mag, omdat het kan. Argumenten en redenering worden overbodig. Zo zien we hoe kunstenaar Johanna Bruckners in de video ‘Metabolic Hardware’ de rijkdom van de natuur gebruikt om haar eigen behoefte aan een meer fluïde wereld te bevredigen. Iets vergelijkbaar geldt voor de installatie ‘Mud and Sticky Band’ van Natalia Sorzano die voor haar muzikale undergroundcultuur ook bevestiging zoekt in de natuur, waar veel zaken zich onder de oppervlakte afspelen. In die zin zijn natuur en cultuur geen vreemden van elkaar. Het creëren van cultuur ligt nu eenmaal besloten in onze menselijke natuur.
De groepstentoonstelling gaat vrijwel naadloos over in de solo ‘The Portal’ van de Deens-Haagse kunstenaar Sissel Marie Tonn waarvoor we weer in een deel van de buitenste ring van RADIUS terecht komen. Hier heeft de kunstenaar een nieuwe mythologische wereld gecreëerd waarin geen onderscheid meer bestaat tussen mens en natuur, leven en dood. Aan de hand van de geschiedenis en het onderzoek naar de herkomst en betekenis van veenlijken komen we terecht bij de grenzen van de menselijke perceptie. Wat is er precies gebeurd, en wat zegt het over wie wij zijn?
Grofweg bestaat de tentoonstelling uit twee installaties. In de lege cirkelboog hangen keramische lichamen aan touwen in de lege ruimte. Ze zij direct aangelicht om een slagschaduw te creëren op de koude muren en de vloer. De lichamen verwijzen naar de drie veenlijken die Tonn heeft bestudeerd en gescand in het Drents Museum in Assen, maar dat lees ik achteraf. Het zijn hier vooral representaties van de resten van menselijk leven, vereeuwigd in de catacomben van een imaginaire wereld.
De andere installatie bestaat uit bewegend beeld op drie beeldschermen aan het eind van de ruimte. In de vorm van een driedelig videolandschap dwalen met een langzaam tempo door de wereld waar de lichamen moeten hebben geleefd. Het speelt zich af in een digitaal vertaald moerassig veenlandschap in Denemarken waarvan de overleveringen zeggen dat het een poort was naar de wereld van voorouders, geesten en goden. De precieze duiding van de lichamen in het veenmoeras blijft nog steeds een terrein waarin ruimte is voor speculatie. Samen vormen de sculpturen en het langzaam bewegende videolandschap voldoende voor een videogame waarin de spelers onderzoekers worden in een oneindige wereld van ontdekkingen, kennis en wetenschap.
Het is onderdeel van een eindeloos recyclingproces van materialen en verhalen. Voortkomend uit de wens om lessen voor de toekomst te trekken uit de gebeurtenissen van het verleden. In de hoop dat we de Apocalyps, die als een schaduw boven ons hangt, op de een of andere manier, door een aanvankelijk onbeduidende observatie, of door een minuscule kleine ontdekking, toch zullen kunnen overleven.
Volgende jaar is er een nieuw programmathema waarin de economische en politieke consequenties van onze moeizame relatie met de natuur aan de orde zal worden gesteld. Wellicht kan dan worden besproken wie ons gaat redden: de koopman, de wetenschapper of de kunstenaar.
NATURECULTURES Hoofdstuk 3
De tentoonstellingen ‘The Portal’ van Sissel Marie Tonn en ‘Radicale Symbiose: Het sociale leven van Microben’ zijn nog te zien tot en met 19 november 2023 bij RADIUS, Centrum voor Hedendaagse Kunst en Ecologie, Kalverbos 20 in Delft.
Deelnemende kunstenaars: Elina Alekseeva, Johanna Bruckner, Penelope Cain, Wim van Egmond, Lizan Freijsen, Escuela de Garaje, Aslı Hatipoğlu, Marit Mihklepp en Natalia Sorzano.
Gastcuratoren: Mateo Chacón Pino & Àngels Miralda