GES-2 – geen museum, wel kunst
GES-2 is een nieuw centrum voor hedendaagse kunst in Moskou, op steenworp afstand van het Kremlin. Een museum mogen we het niet noemen. Liever ‘House of Culture’, een toegevoegde openbare ruimte, gratis toegankelijk voor een ieder. Maar met de Covid-beperkingen moeten we toch gewoon reserveren en functioneert het toch voornamelijk als een museum inclusief garderobe, kluisjes, horeca en souvenirwinkel. Het spektakelstuk ‘Santa Barbara’ van de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson is de opening van het programma.
Behalve de pandemie waren er nog enkele andere hindernissen rondom de start van GES-2, met als gevolg dat directeur Mavica al binnen een maand na de opening is vervangen. Het project wordt gefinancierd door gasbaron Leonid Mikhelson die zijn kunstliefdadigheid heeft ondergebracht in de V-A-C Foundation (afkorting van “Victoria, the Art of being Contemporary”, net als Vicoria Art Gallery in Samara vernoemd naar dochter Victoria). Naar verluid was de financier niet erg tevreden met de negatieve publiciteit die de sculptuur ‘Big Clay #4’ van Urs Fischer teweegbracht. Terwijl we aankomen bij GES-2 is een groep werklieden druk bezig om de lampen te repareren die de sculptuur ‘s avonds moeten verlichten. Dat is op zichzelf al een interessant schouwspel. Wat er zo controversieel is aan het beeld begrijpen we niet, tenzij je het ziet als een reactie op het wanstaltige 100 meter hoge standbeeld van Peter de Grote dat even verderop de Moskou-rivier ontsiert.
De transformatie van de voormalige elektriciteitsfabriek in het centrum van Moskou kwam tot stand onder leiding van V-A-C directeur Teresa Iarocci Mavica die daarvoor samenwerkte met Renzo Piano Building Workshop. Het resultaat is een open transparant schoon en leeg gebouw dat voornamelijk bestaat uit verkeersruimte en plateaus. De centrale hal met haar vele trappen is vooral geschikt voor grote monumentale sculpturale ingrepen. Het luchtschip van Panamarenko zou er makkelijk in kunnen hangen. Maar ook zonder kunst kun je prima ronddwalen in deze ruimte. Aan de achterzijde van het gebouw is een open zicht op een nieuw geplant berkenbosje.
Voor de tentoonstelling ‘To Moscow! To Moscow! To Moscow!’ dalen we af naar de kelder. Deze groepstentoonstelling draait om de inspiratiebronnen van Kjartansson en is samengesteld door zijn partner en kunstenaar Ingibjörg Sigurjònsdottír. De tentoonstelling begint in het donker met de visuele reenactment van de vernieling van een kunstwerk uit de collectie van de Tretjakov Galerie. Ilya Repins beroemde schilderij ‘Ivan the terrible and his Son Ivan on November 16, 1581’ uit 1885 werd in de 1913 en 2018 aangevallen en verminkt. In de videoprojectie zien we deze gebeurtenissen (in het atelier van Kjartansson uitgevoerd door Russische acteurs) in een heropvoering. De schermutselingen met de suppoosten geven het de vorm van een slapstickfilm. De gelijktijdigheid en de onnatuurlijkheid van de kunstmatige herhaling zullen een doorlopend thema blijken in het werk van Kjartansson. De kunstenaar is opgegroeid in het televisietijdperk waarin het beeld overtuigend en meeslepend en tegelijkertijd ongeloofwaardig is.
Ook de andere kunstenaars in de tentoonstelling hebben een ambigue houding ten opzichte van ‘de afbeelding’. Of het nu de zelfbewuste activistische zelfportretten van Carolee Schneemann zijn of de in de museummuren ingemetselde huishoudelijke artikelen van Hildigunnur Birgisdóttir. In alle werken lijkt sprake van een vorm van reflectie op het begrip ‘representatie’. Een van de meest sprekende voorbeelden komt van Kjartansson zelf. Sinds 2000 laat de kunstenaar zich elke vijf jaar door zijn moeder in het gezicht spuwen. De huiskamersetting is steeds dezelfde, met de boekenkast als achtergrond. In het begin is het nog een ludieke actie waarbij zowel zoon als moeder (die van beroep actrice is) hun plezier niet kunnen onderdrukken. Maar naarmate hun gezamenlijke projectje voort duurt, krijgt het ritueel een steeds meer intense lading. In vijf gelijktijdig vertoonde video’s zien we hun relatie groeien. Het is een van de meest eenvoudige videowerken van Kjartansson, en tegelijkertijd een van de meest ontroerende.
Veel andere werken in de tentoonstelling zijn theatraler of maken gebruik van kwantiteit en verzamelingen om hun impact te vergroten. Jason Moran (die ik alleen kende als virtuous jazzmuzikant) maakte een reconstructie van een stuk muur uit de New Yorkse Savoy Ballroom, waarin nu originele opnamen klinken van Afro-Amerikaanse slavenliederen. Dick Page toont 144 monochrome kleurvlakken met verleidelijke namen, die hij maakte als basis voor make-up producten. En tussen deze werken is een klein relativerend idee van Una Björg Magnúsdóttir geplaatst, waarin twee ongelijke kaarsen enigszins ongemakkelijk een kandelaar delen.
Het meest imponerende en geconcentreerde werk is de audiovisuele opstelling ‘The Visitor’ waarin we in negen afzonderlijke videoprojecties zien hoe muzikanten samen een lied uitvoeren. De muzikanten zijn in hetzelfde landhuis maar zien elkaar niet, de uitvoering vindt geheel plaats op het gehoor. Het lied wordt opgerekt en groeit mee met de concentratie van de deelnemers. Door het veranderen van onze positie in de donkere zaal kunnen we zelf onze eigen compositie van beeld en geluid samenstellen. De hele sessie duurt ruim een uur, maar de verleidelijke visuele kracht van het werk is te groot om er zomaar tussenuit te gaan. De synchroniteit van de beelden, de geconcentreerde herhaling en de aandacht voor detaillering hebben een bedwelmend effect.
Na een reis langs kleurrijke kunstwerken komen we dan uiteindelijk aan bij het hoofdprogramma getiteld ‘Santa Barbara’. Deze veertien weken durende performance is waar het eigenlijk allemaal om gaat. De centrale hal functioneert als televisiestudio voor de heropname van de Amerikaanse soap die in de jaren ’90 het postcommunistische Rusland veroverde. Elke dag wordt er een nieuwe aflevering opgenomen, in het Russisch. Het Santa Barbara-project wordt als sociale sculptuur gepresenteerd, maar is het dat ook?
Voor wie wel eens op een televisieset heeft gestaan, is er weinig bijzonders te zien. Natuurlijk geeft de opstelling inzage in het maakproces van televisie. We zien de rekwisietenopslag, de visagie- en kledingafdeling, de regiekamer, verschillende sets die worden op- en afgebouwd. Runners rennen met planten en andere decorstukken heen en weer. De kledingdame zit verveeld achter een strijkplank op haar smartphone. De strak opgemaakte acteurs nemen nog maar eens de tekst van de eerstvolgende scene door. Maar we weten natuurlijk al heel lang dat televisie veelal bestaat uit bordkarton en functioneert als afleiding voor een minder fraaie realiteit. Deze performance voegt maar weinig toe aan wat we al weten. De artistieke pretentie van het werk ontgaat me en komt over als niet meer dan een poging om GES-2 tot leven te brengen.
Veel jonge bezoekers van GES-2 gebruiken deze hippe locatie als decor voor hun eigen digitale media carrière. Terwijl beneden de volgende filmopname wordt ingestart, staat boven op een van de galerijen een jonge Russische rapper een videoclip op te nemen. Zijn vriend is cameraman en belichter tegelijkertijd. De ‘bezonnebrilde’ rapper herhaalt voor de zoveelste keer zijn ingestudeerde ‘moves’. Deze kleine gebeurtenissen zijn vele malen intrigerender dan het monumentale televisieproject van Kjartansson. Even verderop zien we voor de zoveelste keer een meisje dat zichzelf fotomodel waant en een nieuwe serie instagrammable foto’s laat maken door haar vriendin. Het filmpje van de rapper en de foto’s van de meisjes zullen online worden suf-geliked. Maar heeft iemand een idee wat er met de vele uren saaie televisie van Santa Barbara moet gebeuren?
Ondertussen zien we vanuit een ooghoek aan de achterzijde van GES-2 een stel gekleurde kaboutertjes in de sneeuw voorbijlopen. Ze hobbelen als kuikentjes achter elkaar aan tussen een kunstwerk en het nieuw aangelegde berkenbos. De onbedoelde performances in en rond het gebouw krijgen vanzelf een artistiek lading. In het ‘huis van cultuur’ lopen kunstenaars en bezoekers probleemloos in elkaar over.
To Moscow! To Moscow! To Moscow! en Santa Barbara zijn te zien tot en met 13 maart 2022 bij GES-2, Moskou.
Met werk van Hildigunnur Birgisdóttir, Páll Haukur Björnsson, Theaster Gates, Ragnar Kjartansson, Una Björg Magnúsdóttir, Jason Moran, Ragnar Helgi Ólafsson, Dick Page, Elizabeth Peyton, Magnús Sigurðason, Ingibjörg Sigurjónsdóttir, Curver Thorodssen, Guðmundur Thorsteinsson- Muggur, Emily Wardill, Roni Horn, Olga Chernyshyova, Carolee Schneemann and Unnar Ön.