Joe and Joseph @ Dürst Britt & Mayhew
Bij galerie Dürst Britt & Mayhew exposeert de Amerikaans kunstenaar Joseph Montgomery met een serie reliëfs. Montgomery heeft zich voor deze solotentoonstelling in tweeën gesplitst: Joe vs. Joseph. En daarmee gaat de tentoonstelling over hoe de formele kunstenaar (Joseph) zich tot de informele (Joe) verhoudt.
De getoonde werken zijn nieuw, maar ook weer niet helemaal. De tentoonstelling is ook een logische voortzetting van het werk dat Montgomery in 2015 toonde bij Dürst Britt & Mayhew. En sommige reliëfs, die door de kunstenaar steevast ‘schilderijen’ worden genoemd, hebben een conceptie van drie jaar achter de rug. Hoewel de werken op een afstand in eerste instantie formeel overkomen, gaat er een intuïtief proces aan vooraf. Dat begint met het gebruik van wiggen van cederhout die op plaatmateriaal worden gemonteerd volgens een door de computer gegenereerd grid. Maar na deze vlotte methodische aanpak volgt een behandeling die trager is en meer gevoelsmatig verloopt. De basisconstructie ondergaat een nabehandeling. Tussen de wiggen worden stroken geplaatst van spiegelend glas, het hout wordt beschilderd of afgedekt met ander materiaal. En eenmaal aangebracht glas wordt vervolgens weer mat gemaakt. En er er wordt kleur toegevoegd, of niet.
Om de informele kant van het werk te zien, is het van belang om als kijker te blijven bewegen. Het getinte spiegelglas verandert dan in een donkere baan die geschilderd lijkt. De schaduwwerking tussen de wiggen gaat een wisselwerking aan met mogelijk verschil in kleurtinten. Afhankelijk van onze positie ten opzichte van het werk, weerspiegelt de reflectie van het glas de kijker of de leegte om ons heen. Maar het zijn fragmenten, nooit zien we de leegte of de mens als geheel.
Nog informeler wordt het wanneer we het werk van dichtbij bekijken en zien hoe het gemaakt is. We zien de beslissingen die de maker heeft genomen, ergens in het proces. En we zien dat er verschillende verfsoorten zijn gebruikt. Steeds dichter komen we bij Joe. En wanneer we langs het werk kijken, merken we ook de ingreep op die de kunstenaar in de tentoonstellingsruimte zelf heeft aangebracht door spiegelglas op de kopse kant van de tentoonstellingswanden aan te brengen.
Voor wie meer in Joseph dan in Joe is geïnteresseerd, is er een animatievideo waarin de houten wiggen zijn teruggebracht tot 3D-elementen in een door de computer gerenderde omgeving.
De video wordt, net als de schilderijen, met een genummerde titel aangeduid: Image Four Hundred Eighty Four. En het beeld wordt niet geprojecteerd maar keurig ingelijst aan de muur gehangen. Voor Montgomery zijn het allemaal schilderijen. Of de wiggen nu van cederhout of pixels zijn gemaakt, het werk blijft in alle opzichten refereren aan de schilderkunst. Zo verwijst de animatiefilm heel direct naar Pierre Bonnards schilderij ‘Nude in a Bath’ uit 1936. De houten wiggen vormen het lichaam van een pop die langzaam beweegt in een weldadig stoombad. Ook hier zien we een spel tussen de schaduwwerking, de reflectie en het materiaal. Maar het spel is natuurlijk geheel voorgeprogrammeerd, de pop is een constructie. Het doet me denken aan Pinokkio en zijn maker Gepetto, die vast ook cederhout heeft gebruikt om zijn poppen te vervaardigen. Maar wie ligt hier nu ontspannen in bad: Joe of Joseph?
Teruggekeerd in de voorruimte, staan we tussen het werk van Willem Hussem. Behalve het tonen van nieuw werk van jonge kunstenaars, heeft de galerie zich sinds kort ook ontfermt over de nalatenschap van deze vertegenwoordiger van de Nieuwe Haagse School. De schilder en beeldhouwer die zich in 1936 (!) niet ver van de galerie in de Haagse Schilderswijk vestigde en daar zijn hele leven bleef wonen, gaf mede richting aan de naoorlogse abstracte schilderkunst in Nederland. Onwillekeurig zien we de overeenkomsten met het werk van Montgomery. Misschien is dit de schilderkunst waar Joseph over spreekt. De houten wiggen zijn ferme kwaststreken geworden die net zo goed reliëf tonen. en interactie met elkaar aangaan. Ze zijn ergens tussen ‘bijna recht’ en diagonaal als wiggen op het doek geplaatst. Waar alle titels van Joseph nummers zijn, is het werk van Willem allemaal ‘Untitled’. Het cederhout van Montgomery is teruggekeerd naar de bron en toont zich bij Hussem als een kubistische boom.