Papier Hier, Heden
In de etalage van Heden ligt een stukje verkreukeld bruin pakpapier op een grijze sokkel. Meer een statement of een vluchtig gebaar dan een kunstwerk, zo op het eerste gezicht. Het zegt me niets. En je ziet het ook gemakkelijk over het hoofd. Maar na het verlaten van de tentoonstelling begrijp ik toch waarom het er ligt.
Binnen in de tentoonstellingsruimte gaan we nog veel meer papier tegenkomen. Want papier is het basisingrediënt voor het werk van de exposant, die schuil gaat achter de naam Kunrad. Het papier wordt benut in al haar hoedanigheden. Als je stil bent, kun je bij de meeste van zijn werken het papier horen ritselen. Of knisperen. Kraken, wellicht. En ook ruisen. Ik weet niet hoe je het geluid van papier het best kunt beschrijven, maar geluid kan heel specifiek zijn. Er bestaan niet genoeg woorden om geluiden te beschrijven. Dat wist Luigi Russolo al. Deze Italiaanse futurist was in 1913 de maker van experimentele Intonarumori geluidmachines en ontdekker van specifieke geluiden. Later schreef hij er over in het manifest L’arte dei Rumori (Art of Noises). Een markante foto van Russolo en zijn geluidsboxen heb ik, samen met een variëteit aan woorden voor specifieke geluiden, hangen aan een muur in mijn werkruimte.
De fascinatie voor het specifieke geluid zien we ook terug in de geluidswerken die de jonge onderzoeker Kunrad bij Heden heeft gemaakt. Tijdens de opening van zijn tentoonstelling wordt hij geïnterviewd door kunstcriticus Edo Dijksterhuis. In het korte gesprek laat Kunrad zich het liefst beschrijven als visueel componist. Geluid en beeld horen dus bij elkaar. De werken in de tentoonstelling zijn sculpturaal en monumentaal. Ze hangen ook netjes aan de muur, als echte kunstwerken. Vele meters pak- of bakpapier zijn ‘gekreukelkneed’ tot grote wandwolken. Het geluid dat deze wolken produceren is, in tegenstelling tot hun fysieke verschijning, heel klein en subtiel. En zoals gezegd, alleen waar te nemen als je stil bent. Een onzichtbaar mechaniek doet de wolken in zichzelf bewegen en het materiaal kraken. De opening van de tentoonstelling is wellicht niet het beste moment om de werken te ondergaan, maar ik doe mijn best om me van het mij omringende borrelgeroezemoes af te sluiten. Het is een kwestie van focus en het lukt me redelijk.
Alle werken hebben zo hun eigen relatie tot het geluid dat ze zelf produceren. Dijksterhuis nodigt ons vooral uit om de papiergrot in de kelder te bezoeken. Daarvoor moeten we wel even onze schoenen uit en er is een maximum van twee personen gesteld voor het bezoek. Dat gaat me voorlopig dus even niet lukken, want er staat al een groepje mensen bij de trap te wachten. De geluiden van de rondschuifelende wachtenden, vormen een amorfe onzichtbare rij. Vorige maand stond ik een kwartier te wachten in een zeer rechtlijnige rij voor de toegang tot een besloten Kienholz-achtige installatie van Alex van Warmerdam in het Eye museum. Toen na een tijdje de rij maar niet korter leek te worden, kreeg ik de indruk dat deze visuele rij wachtenden het voornaamste deel van het werk moest zijn. De scene kwam me in ieder geval zeer ‘Van Warmerdams’ over.
In het overvolle Eye museum gaf ik het uiteindelijk op. Hier bij Heden besluit ik eerst nog even verder rond te kijken. In de aangrenzende ruimte vermaak ik mij met een werk waarbij de bezoeker tussen twee schone vellen papier door moet lopen om haar geluid te kunnen horen. De snelheid van de looppas bepaalt de klank en omvang van het geluid. Het werk ziet er uit als de schone was die in een binnenplaats is opgehangen, maar de geluidenreeks die de installatie kan voortbrengen doet denken aan de Schaal van Beaufort waarmee windkracht wordt uitgedrukt. Het zijn dit soort associaties en contrasten tussen beeld en geluid die het werk speels maken en betekenis geven. Ik versnel mijn pas en loop heen en weer om een kleine storm te veroorzaken.
De pakpapieren wolken aan de wand in de volgende ruimte worden gevoed door een zwarte navelstreng van elektriciteitsdraad, die losjes naar het dichtstbijzijnde stopcontact loopt. Misschien is de opgehangen kreukelzone een stuk nageboorte dat nog blijkt te leven? Of is het een portret van mijn hersenen die kraken bij de aanblik van het werk?
Na verloop van tijd lukt het me dan toch om naar de kelder af te dalen. We komen terecht in een papieren grot met stalagmieten en stalactieten. De spelonk is, net als in de Grotten van Han of elke andere toegankelijke grot, uitgelicht met kleine spotjes die een beetje zijn verstopt achter een papieren uitstulping. Het smeltwater drupt in een hoekje op het waterbestendige papier. Maar in dit decor stoppen mijn gedachten en houden mijn associaties over beeld en geluid op. Het geluid en het beeld bevestigen elkaar en laten geen ruimte voor interpretatie. Wat tot nu toe een mooie reis was, eindigt hier bij de aanblik van een toeristische attractie. Jammer. Als een ware vakantieganger pak ik opnieuw mijn camera en schiet ik een foto van deze reisbestemming. Maar omdat ik tijdens de afdaling ongemerkt mijn belichtingsinstelling heb verdraaid, mislukt mijn ‘vakantiekiek’. Eenmaal thuisgekomen zie ik een overbelicht landschap opdoemen op mijn beeldscherm, met nog een zweem van pakpapier. Mooi. De geluiden die er bij horen draag ik mee in mijn hoofd.
Het werk van Kunrad is nog te zien tot en met 20 oktober bij Heden, Denneweg 14a in Den Haag.