De sculpturale rekbaarheid van Bram De Jonghe

Regelmatig treedt Bram De Jonghe naar buiten met sculpturale tentoonstellingen die opvallen door hun compleetheid. Hij begon in Billytown in 2013 met zijn eerste solo en hij keert er nu terug. ‘Dehnung’ is tevens de laatste tentoonstelling op de huidige locatie, want opnieuw staat een verhuizing van Billytown voor de deur. Tussen het finetunen van de laatste technische details door, spreek ik met De Jonghe nog voor de opening over de gedachten achter ‘Dehnung’ en over het bouwen aan tentoonstellingen.

De sculpturale rekbaarheid van Bram De Jonghe

De ramen van de voormalige gymzaal en tentoonstellingsruimte van Billytown zijn hermetisch afgedicht met metalen ribbelplaten, die we nog herkennen uit een eerdere tentoonstelling in Gent. Hoewel hermetisch. Bij Bram De Jonghe is het nooit helemaal hermetisch. Het licht probeert langs de randen van het materiaal haar weg naar binnen te vinden. In de wereld van De Jonghe wordt alles sculpturaal benaderd. Je moet er altijd omheen kunnen bewegen. Of het nu gaat om een afdichting of om filmisch beeld of om een constructie voor de ophanging van de noodzakelijke projectieapparatuur. Alles is ‘bepaald’ om met de woorden van De Jonghe te spreken.

Behalve de metalen platen herkennen we nog andere elementen uit eerdere presentaties. De kromgebogen vierkante stalen buizen die vorig jaar bij 1646 werden gebruikt om de overgang van vloer naar wand te onthoeken, de onderhandse ophanging van projectoren aan stalen frames bij Stroom Den Haag in 2014 en de spontane filmbeelden van zijn lief als intermezzo, zoals bij zijn debuut bij Billytown in 2013.

De sculpturale rekbaarheid van Bram De Jonghe
ondertiteling

En ook binnen één tentoonstelling staat niets op zichzelf. Alles staat in verbinding met elkaar. Aan deze tentoonstelling lag tekst ten grondslag. Of beter gezegd, een selectie van korte tekstfragmenten die nu als ondertiteling worden geprojecteerd. Alle tekst werd terloops genoteerd. En dat geldt ook voor de filmbeelden, die nu levensgroot worden getoond op schermen van krimpfolie. De Jonghe is geen voorstander van vooropgezette intenties tot filmen of schrijven.

FD: Misschien is het materiaal wel terloops tot stand gekomen, maar voor jouw tentoonstellingen geldt dat toch zeker niet. Daar is sprake van een duidelijke compositie. 

BdJ: Da’s waar. Heel de tentoonstelling is deze keer rondom tekst opgebouwd. Er is niet direct een link tussen wat je leest en wat je ziet. Het is het principe van een film, met een bepaald narratief en een bepaald geluid en een ondertiteling. Alleen zijn die drie elementen nu opgesplitst. En niet lineair. Het zijn allemaal losse delen die in een loop staan. En dat creëert dus telkens andere beelden en combinaties.

beeld als ondertiteling bij beeld
sculptuur

FD: Ik zie nog wel een aantal sculpturale ingrepen, maar video heeft nu de overhand gekregen?

BdJ: De videoschermen zijn ook sculpturen. De impact van zo’n ruimtelijke ingreep is heel belangrijk en is puur sculpturaal. De schermen kun je van alle kanten bezien, wat het ook tot sculptuur maakt. Alleen zijn ze gemaakt door middel van video. Iets dat roteert toont haar voor- en achterzijde en dat is de kern van beeldhouwkunst. Dus ik blijf eigenlijk heel trouw aan sculpturale gedachten, maar het is deze keer meer gericht op het medium video.

Het is daarom dat ik niet erg hou van een narratief, zoals in een film. Ik wil tekst, beeld en geluid als losse elementen zien, zodat mensen zelf een totaalbeeld creëren. Terwijl je het ziet verandert het. Niet alleen hier in de ruimte maar ook in het hoofd. Iedereen neemt iets anders mee naar huis. Elk individu ziet een andere tekst op een ander moment. En ander beeld. Hoewel, het staat in een loop, dus als je langer blijft zie je ook weer andere dingen. Ik hou wel van de discrepantie tussen de kunstenaar die iets geeft en de toeschouwer die iets neemt. Het is een snoepwinkel waar je zelf kunt kiezen, maar het assortiment is wel bepaald, door mij.

FD: En dat assortiment heb je ook een titel meegegeven: ‘Dehnung’

BdJ: ‘Dehnung’ staat voor de rek of de relatieve kromtrekking van het materiaal dat ik gebruik. Staal en het krimpplastic. Door verhitting trekt het strak en dan heb je een relatieve kromtrekking. En metaal komt altijd terug in mijn werk. Als de zon aan één kant op de Eiffeltoren schijnt, is er ongeveer een halve meter afwijking met de andere kant. Dat zit in alles. Het zit in elke molecuul en in elk atoom. Dat vind ik een fijn gegeven om naar te verwijzen.

De sculpturale rekbaarheid van Bram De Jonghe

FD: Waarom ben je eigenlijk gaan schrijven?

Als je taal hanteert, zijn er kansen of mogelijkheden die je met beelden niet hebt. Als je iets leest, vormt zich automatisch een beeld in het hoofd. Dat kan niet vanuit een beeld, want dat is al bepaald. En daarom ben ik nu begonnen met die tekst.

De teksten zijn al van langer geleden. Ik ben er in 2012 mee begonnen, maar geleidelijk aan is het schrijven gestagneerd. Ik schrijf in flarden. Ik schrijf geen proza. Het zijn allemaal zinnetjes. Dit is een kleine uitsnede van 85 regels. Maar het finetunen is wel recentelijk gebeurd. En op de een of andere manier moet het allemaal nog samen komen.

FD: Geldt dat ook voor de videobeelden die je maakt?

BdJ: Ja, dat is eigenlijk ook zo. Ik ben er ten sterkste van overtuigd dat wanneer je iets intentioneel gaat filmen, dat dat nooit werkt. Alle getoonde beelden zijn door de jaren heen terloops geschoten. Het is dan gewoon iets dat ik aantrekkelijk vond of waar ik nieuwsgierig naar was. Zo’n meeuw bijvoorbeeld, is totaal bewust van hoe ik ‘m gefilmd heb. Van het eerste tot laatste moment dat je hem filmt, heeft hij het door. Het is dat bewustzijn waar het me toen om ging.

FD: Dat betekent dat je later uit een groot archief keuzes maakt en dat het maakproces van film pas begint bij de start van een tentoonstelling. 

BdJ: Ja, dat is het ook. En dat is ook de moeilijkheid. Bepaalde beelden, zoals deze veer, werkt verticaal zeer goed om esthetische redenen. Daar begint dan frictie te ontstaan. Dat is een moeilijk spel dat gaat over waar je de dingen positioneert in een ruimte. Ik kan wel in mijn hoofd vanuit de architectuur van de ruimte bedenken dat er hier een wand moet komen, maar zo werkt dat bij mij niet. Ik denk veel meer vanuit het beeld en hoe je er van voor en van achter tegenaan kunt kijken. Dat zijn toch sculpturale principes. Je ziet daar de schaduw van een staalkabel door de projectie heen lopen. Dat doet vermoeden dat er achter het beeld een constructie is. Dat is mooi. En dat er hier ook al geluid is die niet hoort bij het beeld van die meeuw, dat is meteen duidelijk. Dus je wordt automatisch getrokken naar die andere kant. Dat is fijn. Als je er niet over nadenkt, is het geslaagd. Er is hier ook een geluidswerk achter een deur die dicht blijft. Ik vind het fijn dat als je zo wat rondloopt je ook van buiten de ruimte iets hoort dat niet direct te maken heeft met wat je ziet.

beeld
geluid

FD: Je zet vaak grote lijnen uit in de ruimte en brengt tegelijkertijd veel detaillering aan. Je neemt ook elementen mee uit vorige tentoonstellingen. Het is alsof je alles bij elkaar wilt houden. Het is alsof we jouw werk als één hele grote vertelling moeten zien.

BdJ: Ja. Dat klopt wel. Ik denk dat dat echt zo is. Daarom wil ik niet zo graag gewoon een verhaal vertellen. Een verhaal kun je vertellen en je kunt telkens andere verhalen vertellen. Maar eigenlijk is het een levenswerk. Wel nu, het is wel te zwaar om het een levenswerk te noemen, maar al je werk tezamen bepaalt je werk.

FD: We gaan nu deze tentoonstelling als één geheel bekijken. Als een compositie.

BdJ: Ja, het is ook één wereld op een bepaalde manier. Het is hoe ik kijk naar de wereld. All over is er wel sprake van een compositie.

FD: Maak jij in plaats van sculpturen niet eigenlijk tentoonstellingen?

BdJ: Ja, dat is zo. Maar mijn benadering is toch die van een beeldhouwer. Maar het hoeft natuurlijk niet gezien te worden als sculptuur.

FD: Waarom ik een onderscheid maak tussen sculptuur en tentoonstelling is omdat een tentoonstelling ook een manipulatie is van de kijker. Door een routing aan te leggen, bepaal je de loop van de toeschouwer. Het is niet voor niets dat je hier begint met een groot vlak en ons dwingt om er omheen te lopen. Dat zit in al jouw tentoonstellingen. Daar spreek je ook de nieuwsgierigheid van de bezoeker mee aan.

BdJ: Ja, dat is het ultieme doel bij het maken van een tentoonstelling. Hoe hou ik de toeschouwer op de een of andere manier vast? Ik verwacht wel een soort nieuwsgierigheid van de toeschouwer. Er is altijd nieuwsgierigheid. Volgens mij heeft ieder mens dat vanaf de geboorte.

Het is wel zo dat hoe je die ruimte beïnvloedt; dat deel je ook mee aan de toeschouwer. De toeschouwer is zich daar misschien niet heel bewust van, omdat het deel uitmaakt van iets. Maar het is wel fijn, want je komt hier aanvankelijk binnen in een gymzaal, maar eigenlijk telt dat nu niet meer mee.

FD: Ga je ook kijken hoe mensen zich door jouw tentoonstelling bewegen? 

BdJ: Ik denk wel dat ik dat doe. Maar ik ga er niet bewust voor zitten om te kijken hoe ze lopen. Ik ben wel nieuwsgierig om te horen hoe mensen reageren. Als mensen opmerkingen maken, kan ik dat wel appreciëren. Dat er een gesprek ontstaat. Maar ik wil me niet laten dirigeren door hoe mensen kijken. Want het is nu net de bedoeling dat je nieuwe manieren van kijken opent bij mensen.

De sculpturale rekbaarheid van Bram De Jonghe
compositie

We lopen nog eens heen en weer door de zaal en we komen weer terug op eerder besproken thema’s. En halverwege het schrijven van dit artikel, kom ik er achter dat ik het gesprek ook helemaal niet chronologisch opschrijf. En dat ik daardoor ook eigenlijk geen goed einde meer kan maken aan het gesprek. Ik check mijn opnamen en ik hoor dat het inderdaad zo is dat we de zaken in een andere volgorde hebben besproken. En dat het gesprek uit losse flarden bestaat en regelmatig wordt onderbroken door een beamer die uitvalt of een stekkertje dat los zit. Maar het gesprek loopt wel door. Misschien kun je een gesprek ook sculpturaal benaderen. Dus loop er gerust nog eens omheen of doorheen. Bekijk de beelden nog maar eens. Of beter nog: ga naar Billytown en maak uw eigen verhaal.

 

Bram De Jonghe – ‘Dehnung’ | te zien tot en met 12 mei 2018 bij Billytown, Capadosestraat 11 in Den Haag