In the garden of doubt and panic @ PARK
De expositie In The Garden Of Doubt and Panic van Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis in PARK, is een uitgekiend samengaan van schilderijen, tekst, video, bouwlampen en een metalen hek. Ook al doet de titel anders vermoeden, de installatie is bijzonder aangenaam voor je algehele gemoedstoestand.
De opening van de expositie op 29 april jl werd verricht door Marlène Dumas, destijds een van de docenten van Sylvie en Hewald aan de academie in Tilburg. Ze refereerde aan een uitspraak van Gummbah, die Tilburg noemde als de ALDI onder de Nederlandse steden; “De stad kent zoveel wansmaak, er is zoveel lelijkheid, voor een kunstenaar met een hang naar het absurde is het als een veld vol bloemen”. Dat absurde heb je ook volgens Marlène wel nodig om te kunnen overleven in een stad als deze; humor en relativeringsvermogen zorgen ervoor dat je overeind blijft staan, en daarvan weten Sylvie & Hewald precies hoe ze het moeten gebruiken.
In plaats van zomaar de zaal in te kunnen lopen, word je als bezoeker van PARK dit keer gedwongen een bepaalde route te nemen langs een metalen hek. Aan het einde van The Fence Of Truth sta je recht tegenover een lange wand midden in de expositiezaal, opgebouwd uit grotere en kleinere schilderijen, staand en liggend strak tegen elkaar aan geplaatst, fel beschenen door een groepje bouwlampen. Achter de wand wordt groot op de muur de film “The Mother Of All Failure” geprojecteerd.
De schilderijen laten allemaal iets anders zien; er is een trap waar geverfde lijnen afdruipen naast een zee met golven van zwart en rood en wit. In het midden zie ik twee figuren: één in een jurkje en een masker met achter zich zachtroze en gele cirkeltjes waar ‘sorry’ in staat; de andere met grote uitgestoken handen, een boos gezicht met snijwonden en ‘gratitude’ op het voorhoofd. Er om heen abstracte landschappen en stillevens, patronen en lijnen en vegen, en veel tekst. De ene keer woorden, soms zinnen, soms alleen letters, in tekstballonnen, op borden of midden op het doek; my breed not yours – pool of sweat – xposure onfusion – big fail fun fair…
De korte film speelt zich af in een bos met smalle hoge donkergrijze stammen en takken met maar weinig blad. Af en toe schijnt de zon. Twee figuren lopen naast elkaar tussen de bomen en struiken door, ze dragen hetzelfde soort makkelijke beige jurken en te grote oranje maskers.
Maskers komen vaker terug in het werk van Sylvie en Hewald. In de schilderijenwand zijn ze te herkennen maar bijvoorbeeld ook in het project ‘The Magnetic North’ uit 2016, waar metalen maskers autonome karakters worden met namen -of titels- die precies vertellen waar het de figuur om te doen is; De Dichter, De Eigenaar, De Verdrijver. Ook in de film in PARK lijken de maskers in plaats van iets te imiteren of te verbergen, personificaties te zijn geworden. Anoniem maar ook weer niet. Ze trekken m’n aandacht door de rol die ze vervullen en door de manier waarop ze zijn gemaakt. Want de maskers lijken dan wel eenvoudig -geen poespas, geen opsmuk, een vorm als een soort blob met alleen de nodige accenten zoals de zwarte ogen en een wipneus-, ze zijn heel nauwkeurig gemaakt; van prachtig materiaal, de naden mooi en stevig afgewerkt, de pasvorm met het schouderstuk en de smalle reepjes leer om uiteinden aan elkaar te rijgen, de subtiele gaatjes aan de zijkanten… Een ‘blob’ tekenen is één ding, maar er een draagbaar, goed zittend en vooral overtuigend kostuum van maken is een tweede.
Zo komen alle werken in de expositie op me over; de spontaniteit van een eerste idee dat met aandacht heel duidelijk en resoluut wordt neergezet.
De kleinere figuur in de film loopt recht vooruit, met gestrekte armen en gebalde vuisten, het hoofd iets naar beneden, ze kijkt niet op of om maar merkt de ander wel op. Die loopt geïrriteerd naast haar, buigt zich naar haar toe, gebaart en wil aandacht. De stem is niet altijd even goed te verstaan, maar opeens hoor ik “So I’m not allowed to talk about it?”. Het is illustratief voor de houding van de kleinere figuur, ze geeft geen sjoege om alles dat er wordt gezegd, al hoe lelijk het is wat er klinkt. Negeren lijkt de oplossing, maar de spanning in de armen verraadt dat het haar zeker wel raakt. De figuren lopen door, er is geen paadje dat ze volgen, er lijkt geen reisdoel, geen richting. Er is geen verhaallijn, er is geen climax of ontknoping. Dat maakt de film en de installatie in PARK tegelijkertijd zo prettig, het voelt als een opluchting dat er geen drang is naar een doel, geen hoeven zoeken naar antwoorden. Er zijn alleen het bos en het duo met hun ingewikkelde relatie. Ze lopen door, de ene strak en gedecideerd, de ander ongedurig en alsmaar pratend.
De tekst in de film is een stroom van beschuldigingen en negativiteit, en toch -gelukkig maar- merkte ik bij geen van de bezoekers dat ze die sfeer mee naar buiten namen. De woorden en hun lading namen in deze psychologische horrorfilm niet de overhand, want melodrama is niet het gereedschap dat je hoeft te gebruiken als kunstenaar, dat blijkt des te meer. Je kan de kern serieus nemen en tonen in een ander soort omgang. Absurdisme was het credo, zeker in Tilburg. Hier lijkt absurdisme vertaald te zijn naar het ondanks alles maken van interessante dingen, gave beelden, vreemde situaties, doorgronden van spontane ideeën en ruimtes vullen met bouwlampen omdat het dingen in een ander licht zet en omdat het soms gewoon ronduit praktisch en leuk is.
‘In The Garden Of Doubt And Panic’ van Sylvie Zijlmans en Hewald Jongenelis is te zien tot en met 11 juni 2023 bij PARK, Wilhelminapark 53 in Tilburg.