Nature Matter(s)
In de expositieruimte van de Universiteit Twente opent een nieuwe tentoonstellingsreeks, Nature Matter(s), met de natuur en de onuitputtelijke bron van inspiratie die ze biedt voor kunstenaars, als onderwerp. De serie trapt af met een poëtische vertaling van het thema, in een verzameling werken van Nour-Eddine Jarram, Hieke Luik en Udona Boerema.
De natuur gaat curator Tessa Lieffering na aan het hart. In haar openingswoord spreekt ze over de manier waarop de mens veel te rigoureus met de natuur is omgegaan en pleit ze voor meer, gerichte aandacht hiervoor. Het idee om een uitgebreide tentoonstelling te organiseren met de natuur in de hoofdrol speelde al langer, maar de nieuwe visie van de universiteit, Shaping2030, maakt het tot een relevant en actueel project.
Shaping2030 betekent voor de UT inspelen op maatschappelijke doelen met ecologische, sociale en economische duurzaamheid als vertrekpunt. Tessa ziet deze tentoonstellingsreeks Nature Matter(s) als een uitgelezen kans om het gesprek over duurzaamheid op gang te brengen door de visie van beeldend kunstenaars in te brengen.
Het werk van Udona komt me elke keer dat ik het zie mysterieus over.
De grote rechthoekige schilderijen lijken van veraf monochrome werken met vooral bruinen en grijzen als ondergrond. Van dichterbij onderscheiden zich kleurnuances, vormen, lijnen, een lichtbron met schaduwwerking. Ik word steeds dieper in het doek getrokken, zit er zo dicht boven op dat ik nu de verfstreken zie, de bolling van verfspetters, de manier waarop de verf in het doek is getrokken, het linnen dat door de kleurlagen heen schijnt.
Ik blijf kijken en speuren, m’n oog gaat het hele doek over, scant alle plekjes en spetters, springt even weg naar de muur en via het schilderij ernaast weer terug naar het eerste werk. Ik kan niet goed thuisbrengen wat ik zie en waar ik naar kijk, mijn oog wordt meegenomen over het doek, ik herken een vorm maar toch ook niet, het ene schilderij lijkt een doorkijkje in een donker woud, de andere een onderwater beeld waar vreemde organismen drijven, er zijn mistige dampende bossen of een palmblad, maar toch ook weer niet.
De vormen die ik dacht te herkennen zorgen voor twijfel want het doek overtuigt me niet van die vorm als het meest wezenlijke van Udona’s werk of werkwijze. Het lijkt eerder dat de schilderijen je niets meer willen laten doen dan aangetrokken worden, kijken, denken over wat je ziet en dan weer opnieuw kijken zodat er iets anders opduikt en je het hele proces kan herhalen. De natuur is zeker te herkennen in het werk. Maar kijk opnieuw en je ziet de verfbehandeling, je ziet dat de verf steeds sterker is verdund en nog dunner, de manier waarop het doek de verf en het water opzuigt en soms maar een heel klein beetje van de kleur nog laat zien. Mijn perspectief is slechts zo lang waar tot het moment waarop ik m’n gedachten verander over wat ik zie, en op die manier schakel ik heen en weer tussen abstractie en schimmige landschappen, tussen verfbeleving en de donkere maar soms ook felroze-met-witte natuur.
Een tegenhanger van Udona’s werk is de serie kleinere ingelijste tekeningen in pastelkrijt en houtskool van Nour-Eddine. Het zijn herkenbare landschappen, het soort dat Nederland zo eigen maakt: de rijen knotwilgen, dorpjes in de verte met de typische kerktoren, de vaarten en trekschuit, af en toe een molen, de boer met zijn ploeg. Ze komen vertrouwd over ook al zijn het landschappen van vervlogen tijden, ouderwetse taferelen met composities waarin je de oude meesters herkent: een boom pal op de voorgrond of een waanzinnig lage horizon.
Op een van de tekeningen schijnt wat kleur door het zwarte houtskool, zacht geel en blauw in een stervorm die zich verder uitbreidt in een geometrisch patroon. Er komt ook een figuur in terug, de ene keer klein in een hoekje, een andere keer springt ‘ie met gestrekte benen in het beeld, op weer een andere is hij het centrale middelpunt en markeert de enorme wolkenlucht. Het gezicht van het figuur doet me denken aan een masker, het is veel te groot in verhouding met de rest van het lichaam en waar het lichaam wordt afgebeeld van opzij, of springend of zelfs vliegend als superman -de ene arm gestrekt en de andere gebogen, het ene been gestrekt en het andere gebogen- , het gezicht is elke keer recht van voren en statisch getekend. Een groot masker met strakke witte en zwarte lijnen beschilderd, als een sjabloon over de tekening gezet.
Nour vertelt me dat wat ik ‘masker’ noem, een gekalligrafeerd hoofd is. Het is een verticaal gespiegeld patroon waarin je de namen ziet van de vier belangrijkste figuren binnen de islam; Allah, zijn profeet Mohammed, zijn schoonzoon Ali en de zoon van Ali, Hassan. Anders dan wat we kennen uit de christelijke cultuur, waar ontelbaar veel afbeeldingen te vinden zijn van Jezus, Maria, de discipelen, de evangelisten, kent de Islam geen beeltenissen. Allah is een woord, een symbool. Deze vier namen hebben elk een eigen symbool die Nour samenbracht in een figuur dat zijn stempel drukt op de Hollandse landschappen. Zoals hij vroeger zelf van Marokko naar Nederland verhuisde en zich een ander landschap moest toe-eigenen, zich thuis wilde gaan voelen op een voor hem nieuwe plek, is deze figuur voor hem de ultieme metafoor voor de vreemdeling die zijn plek opeist.
De landschapstekeningen van Nour-Eddine zijn geïnspireerd op de werken van Van Ruisdael. Van Ruisdael had niet de intentie om realistische weergaves van de natuur of van zijn landelijke omgeving te schilderen. Hij reisde veel -waaronder naar het oosten van Nederland- en bracht in zijn atelier de verschillende beelden, indrukken en herinneringen samen in zorgvuldige opgezette composities. Zijn verplichting was aan het weergeven van de essentie van het landschap, niet het waarneembare of het correcte. Het gemaskerde figuur dat met zijn symbolen de Islamitische cultuur met zich meedraagt, is net als een van die indrukken, die Nour gebruikt in de composities en zo de essentie van zíjn hollandse landschap neerzet.
Hieke Luik maakt sculpturen van brons, fijne ranke vormen uit een hard en sterk metaal, fragiel en robuust op het zelfde moment. De organische vormen lijken zo uit de natuur gekopieerd te zijn, de dunne takken, de fijne bloesemknoppen en de blaadjes … Maar de link tussen Hiekes werk en het thema van de expositie is niet zo eenduidig. In haar werk verwondert ze zich over de voortdurende cycli in de natuur, van vruchtbaarheid en groei tot aan verval, een beweging die een prachtige basis vormt voor een beeldend onderzoek.
De werken van Hieke zijn gegroepeerd rond en op een grote tafel, waar de schilderijen van Udona op de achtergrond spannend samenwerken met de sculpturen. De kleuren en de vormen van de verschillende werken lijken in elkaar over te lopen, de beweging van de sculpturen stuurt je via een schilderij weer terug naar de tafel. De doffe grijze kleur van Hiekes sculpturen dwingt me te kijken naar de vorm en de manier waarop het materiaal is bewerkt. Ik zie het maakproces, het drukken van de vingers – zoals je dat ziet als je kneedgum tussen je vingers laat bewegen en er figuurtjes van maakt-. Net zo laat Hieke hier haar vingerafdruk achter en zet tegelijkertijd het maken, het denken in het doen, vast in haar materiaal.
De schilderijen, tekeningen en beeldhouwwerken van Udona, Nour-Eddine en Hieke verschillen sterk van elkaar in werkwijze en idee, maar ook in de benadering van het thema van de tentoonstelling. Toch zijn ze samen gebracht omdat ze elk meer te bieden hebben dan dat wat je in eerste instantie meent te zien. Ze zijn in deze context als het ware een pleidooi om te kijken voorbij dat wat je weet, en om je met een frisse blik te wenden tot het beeld en meer nog, tot de natuur en de essentiële duurzaamheidsdiscussie die gevoerd moet worden.
Nature Matter(s) is te zien tot en met 23 mei 2023 bij Vrijhof Cultuur op de Universiteit Twente in Enschede.