Beuys was here
Een eeuw na de geboorte van Joseph Beuys wordt er in Duitsland uitgebreid gereflecteerd op zijn werk. Het jubeljaar Beuys 2021 (100 n.B.) is zelfs aanleiding tot het organiseren van een aparte reis voor de Nederlandse, Belgische en Franse pers. Ook Jegens & Tevens stapt in deze trein van Duisburg via Düsseldorf naar Bonn en dompelt zich onder in het werk van de oude vertrouwde en nog immer relevante grootmeester van de hedendaagse kunst. Kun je ooit genoeg krijgen van Beuys?
Hoe vaak heb ik Beuys al wel niet gezien? Regelmatig kwam ik – al dan niet toevallig – in aanraking met zijn werk, meestal in musea en soms op andere plekken. En altijd liet het een indruk achter. Zo kan mij vroege ontmoetingen herinneren in New York en Edinburgh. En later in Londen, Bexhill on Sea, Düsseldorf, Stuttgart, Aken, Kleef, Bedburg-Hau, Keulen, Antwerpen, Gent en ook nog wel ergens in Frankrijk. Vreemd genoeg kan ik mij niet herinneren dat ik zijn werk in Nederland heb gezien, ondanks het feit dat het Kröller-Müller Museum met Strassenbahnhaltestelle (Biënnale van Venetië, 1976) een belangrijk werk van hem in bezit heeft. Een boek over dit project kocht ik toevalligerwijs enkele jaren geleden in Düsseldorf. Nu zien we het tentoongesteld in de Bundeskunsthalle in Bonn.
Joseph Beuys werd niet overal even goed ontvangen. Zo begrijp ik van andere deelnemers aan de persreis dat zijn werk in Spanje en de Verenigde Staten beter aansloeg dan in Frankrijk. En in Duitsland zelf liepen de meningen ook behoorlijk uiteen. Wanneer je je niet in zijn werk verdiept, kun je hem gemakkelijk wegzetten als een malloot, radicaal, charlatan of cultfiguur. Dat is ook het gevolg van de mythevorming die hij zelf heeft gevoed met twijfelachtige autobiografische beweringen, een hang naar rituelen en publiek- en politiek activisme.
Nu de persoon er niet meer is, rest het werk, de acties en de verhalen die erbij horen. En in het Beuysjaar 2021 kunnen we opnieuw afwegen wat deze waard zijn. Zijn thema’s zijn in ieder geval nog steeds relevant: democratie, onze omgang met de natuur en het vermogen van het individu om iets in de wereld te betekenen.
Het is alsof je steeds weer een oude vriend ontmoet. Het maakt niet uit hoe lang het geleden is dat je elkaar hebt gezien. Je kunt altijd verder met het gesprek. Want dat is zijn werk in de eerste plaats. Een gesprek over kunst en het leven. Voor Beuys is er geen onderscheid. Het werkterrein van de kunst moest worden opgerekt tot het gehele leven. Hij heeft het vaak verwoord in oneliners die – zoals dat gaat – een eigen leven gaan leiden…
Meer nog heeft hij zijn ideeën vertaalt in daden van uiteenlopende grootte, maar altijd met de intentie om indruk te maken. ‘Aktionen’ waarvan de resten nu als een oude jas in tentoonstellingszalen liggen. De installaties die hij maakte om interactie met zijn publiek te bewerkstelligen, mogen niet opnieuw als reconstructie worden opgebouwd. De onderdelen liggen als een bouwpakket op de vloer, maar hebben nog steeds potentie dankzij het beroep dat zij – in combinatie met andere documentatie – doen op onze verbeeldingskracht.
In de tentoonstellingen die we in Duisburg en Bonn bekijken is de relatie van Beuys tot Wilhelm Lehmbruck (1881-1919) het uitgangspunt. In zijn laatste levensjaar verklaarde Beuys (1921-1986) de vroeg twintigste-eeuwse Duitse beeldhouwer tot zijn eerste en misschien wel belangrijkste leermeester. Toen hij de Wilhelm Lehmbruck-prijs in het gelijknamige museum in ontvangst nam wijdde Beuys er een hele lezing aan . Het was Lehmbruck die hem deed inzien dat alles wat wij om ons heen kunnen ervaren behoort tot het terrein van de sculptuur. De kunstenaars hebben elkaar nooit fysiek kunnen ontmoeten, maar dat gebeurt nu alsnog, postuum. Omdat wij nu, honderd jaar later, nieuwsgierig zijn naar de gedachtewisseling die dat oplevert. Bij onszelf.
In het Lehmbruck Museum in Duisburg beginnen we met de duotentoonstelling LEHMBRUCK – BEUYS. Alles ist Skulptur. Hier is veel aandacht voor de denkende figuur. Lehmbruck ontwikkelde zijn focus op de naar binnen gekeerde mens in Parijs, waar een ontmoeting met Rodin grote invloed kreeg op zijn ontwikkeling als beeldhouwer. In veel van zijn sculpturen kunnen we de figuren zien denken. In het werk van Beuys is het de kunstenaar zelf die de denkende mens belichaamt. Toch zijn er ook van hem kleine sculpturen en tekeningen te zien die aan de beeldtaal van Lehmbruck doen denken. Een van Lehmbruck’s bekendste werken Kneeling Woman kreeg veel later in 1955 een centrale plek op de eerste Documenta in Kassel. Beuys werd na die eerste editie een vaste speler op de Documenta en installeerde in 1977 op precies dezelfde plek zijn bekende honingpomp-installatie. Maar deze zullen we pas later tegenkomen in de zustertentoonstelling in Bonn, waar vanuit een iets ander perspectief naar de relatie tussen Lehmbruck en Beuys wordt gekeken.
Wat beide tentoonstellingen in iedere geval laten zien, is dat kunst een immer voortdurend gesprek is. Elke nieuwe kunstenaar reageert op het voorafgaande, niet wetende waar dat in de toekomst toe zal leiden. Kunst heeft altijd een onvoorspelbare werking. En dat is maar goed ook. Voor Lehmbruck zelf liep het niet goed af. Hij maakte in 1919 teleurgesteld een einde aan zijn leven.
Oorlog, het leiden en het trauma laten bij zowel Lehmbruck als Beuys sporen na en komen in tekeningen en kleinere werken uitgebreid aan bod, maar Beuys ervoer ook de helende kracht van kunst. Hij werd later politiek actief in de democratiseringsbeweging van de jaren zestig en medeoprichter van de studentenpartij, de organisatie van niet-stemmers, de directe (partijloze) democratie en later de Grünen, waar hij weer uit werd gezet omdat zijn reputatie meer stemmen zou kosten dan opleveren.
Daar waar in het Lehmbruck Museum de werken soms wat al te direct aan elkaar gekoppeld worden en daardoor hun werking enigszins verliezen, vindt de verdieping plaats in de tentoonstelling Denken ist Plastik in de Bundeskunsthalle in Bonn. Hier is meer ruimte om de werken van Lehmbruck en Beuys hun eigen verhaal te laten vertellen. En juist dan vallen de parallellen in hun werk en leven op. Zo nemen we er kennis van het schandaal rond Lehmbruck’s Kneeling Woman dat na succesvolle tentoonstellingen in Parijs en New York uitgerekend in zijn thuisstad Duisburg in 1927 tot protest leidde en van haar sokkel werd getrokken. Het werk van Lehmbruck werd tien jaar later door het Naziregime als entartet bestempeld. Het lijden kreeg zo ook na zijn dood nog vorm. Documenta 1955 kan daarom met recht als een rehabilitatie van zijn werk worden gezien.
Ook Beuys heeft regelmatig met grote weerstand te maken gehad. Met name vanwege zijn onorthodoxe opvattingen als professor aan de kunstacademie van Düsseldorf die hij het liefst openstelde voor iedereen. In Düsseldorf spreken we met kunstenaar/muzikant Eberhard Kranemann voor het pand waar eind jaren ’60 de beruchte club Creamcheese gevestigd was en waar muzikanten en kunstenaars elkaar ontmoetten. Hier trad hij met zijn band Pissoff op en met Beuys die hun geluid verrijkte met een hand/gezichtperformance. De oorspronkelijke opname uit 1968 is nu op vinyl uitgebracht. Even verderop drinken we nog wat Altbier bij Ohme Jüpp, het café op de hoek waar Beuys vaak met zijn studenten te vinden was.
Ook brengen we een bezoek aan het woonhuis van Beuys waar hij tot zijn sterfdatum met zijn gezin woonde. De huidige eigenaar die het van de vrouw van Beuys overnam biedt het te koop aan voor een prijs die alleen met een Beuys-bonus te rechtvaardigen is. Een huis bevat een ‘werk’ van Beuys, een zwart gat in de muur van het atelier waar oorspronkelijke de afvoerpijp van de gaskachel op aansloot. Beuys liet het gat in Kunsthalle Düsseldorf nabouwen voor de installatie van een afvoerpijp aan de buitenkant van de gevel.
In K21 beluisteren we nog een uur van het 24-uurs concert Music for the future dat ter ere van Beuys wordt uitgevoerd. Op de zich immer herhalende klanken van Satie komen we tot rust. Onderweg hebben we ook nog kennis genomen van een augmented reality project waarin het ‘7000 Eichen’-project (Documenta 7, 1982) en de relatie van Beuys met verschillende dieren in een interactieve laagdrempelige app zijn samengevoegd. In beide projecten mis je toch de figuur van Beuys als medium.
Maar ondanks zijn afwezigheid biedt het open karakter van het werk van Beuys ruimte voor allerlei mogelijke verbindingen met de tegenwoordige tijd. Beuys stond aan de vooravond van veel verschillende kunstvormen die later als zelfstandige discipline zijn verder gegaan: performance, videokunst, landschapskunst en het debat als kunstvorm. Ook was hij een van de eersten die met behulp van goedkope multiples (8 euro) en sponsoring (whiskyreclame) projecten financierden. Hoe zou hij zijn omgegaan met de bijzondere periode die we met Covid-19 beleven. Of met de beeldenstorm die vorige jaar na de dood van Floyd plaatsvond?
Buiten staren de partijleiders voor de verkiezingen ons aan. Niet alleen de ‘7000 Eichen’ van Beuys zijn gegroeid. Ook de billboards in de stad. Ik hoor de stem van Beuys: “Ja Ja Ja Ne Ne Ne”. Het vaderlijke stemgeluid van Beuys performance klinkt als een metronoom in mijn hoofd en helpt mij om mij af te sluiten van de buitenwereld en mij weer te concentreren op mijn eigen gedachten.
De tentoonstellingen in het Lehmbruck Museum in Duisburg en de Bundeskunsthalle Bonn zijn nog te bezoeken tot en met 1 november 2021.