Hoe wentelt de trap van Willem Besselink?

Inde nieuwe projectruimte De Spelonk in Den Haag is Willem Besselink druk bezig met het installeren van een draaiende wenteltrap. We speken de kunstenaar terwijl hij de laatste hand legt aan de ruimtelijke installatie die vanaf 1 februari vanaf de straat te zien is.

Wenteltrap is de tweede expositie in De Spelonk. Verzamelaars Bart Dirks en Roeland Merks begonnen het initiatief in coronatijd om hun liefde voor hedendaagse kunst opnieuw vorm te geven en te delen met de buitenwereld. Na een uitbreiding van hun woning met de aankoop van een stukje van de buren besloten zij de ruimte op de begane grond geschikt te maken voor tentoonstellingen van hun favoriete kunstenaars. Als straatgalerie richt het zich in de eerste plaats op passanten. De tweede exposant is de Rotterdamse kunstenaar Willem Besselink, die al tijdens de verbouwing werd uitgenodigd om er te exposeren. Nu is er een houtentrap te zien die langzaam om haar eigen as in de lege ruimte ronddraait.

Hoe wentelt de trap van Willem Besselink?

Frits Dijcks: Hoe begon dit project?

Willem Besselink: Bart en Roeland stuurden me vorige jaar een foto van de vaste trap. Tijdens de verbouwing werd hij overbodig en ze vroegen of ik ‘m misschien wilde hebben.

Waarom dachten ze aan jou?

Ze kenden mijn werk en mijn fascinatie voor architectonische elementen.

Maar jij maakt jouw constructies toch overwegend uit nieuw materiaal?

Dat is waar. Het is zeker niet zo dat mijn werk bestaat uit het hergebruik van materiaal. Maar het bestaat wel uit het werken met bestaande structuren en systemen en met patronen in een gebouw of binnen architectuur. En zo’n trap is een mooi geconstrueerd element. Alleen al het beeld van zo’n trap vind ik fascinerend. Het is een mooi stuk vakwerk dat hier ter plekke met spijkers in elkaar is getimmerd. Onderaan staat in potlood nog een handtekening van de timmerman. De boom van de trap loopt door tot in de volgende verdieping. De trap hierboven is een exacte kopie.

Deze ruimte was deel van de massagesalon hiernaast. Daar komt de roze overschildering vandaan. De zwarte vloerbedekking was er al af gehaald. Ik heb me afgevraagd of ik de trap geheel kaal moest maken en opschuren, maar uiteindelijk vond ik het spannender om hem zo te laten en het contrast met de witte ruimte te gebruiken. Waar het mij om gaat is dat het een architectonisch element is uit dit huis. En dat van plek en functie en is veranderd maar nog in originele staat is.

Daardoor krijgt het ook een verhalend element.

Ja, je kunt nu ook als bezoeker bedenken dat de trap misschien uit dit pand afkomstig is. Dat hierboven nog zo’n zelfde trap staat vind ik wel een belangrijk gegeven. Ik heb ook nagedacht over de mogelijkheid om de trap helemaal na te maken als kopie. In 2018 heb ik een installatie in de Kunsthal gemaakt waarin ik de stalen balkconstructie uit het dak 1 op 1 heb gekopieerd en terug in de expositieruimte heb geplaatst. Daardoor kon je de constructie van dichtbij bekijken. Ik kon natuurlijk niet hetzelfde materiaal gebruiken en heb het uiteindelijk van piepschuim gemaakt. Hier had ik wel het origineel voor handen, dus het zou wel gek zijn om nu iets na te maken dat er op probeert te lijken.

Is het werk ook een antwoord op het project in de Kunsthal?

Niet zozeer een antwoord, maar het past natuurlijk wel in de lijn die ik volg, hoewel het een heel andere vorm heeft.

Normaal gesproken heb je een meer analytisch perspectief op constructie en vorm en hier spreekt meer de visuele verschijning van het object.

Ja, dat is waar. En daarom vond ik dat bij deze trap ook voldoende. Maar daar hoort wel bij dat ik de trap negen maanden in mijn atelier heb gehad. Ik heb ‘m helemaal opgemeten, in 3D nagetekend en tot op het bot ontleed, dus daar zit die analytische werkwijze wel weer in, alleen zie je het nu niet in het resultaat terug. Maar wat je er wel aan afziet, is de structurele opbouw van de treden rondom de boom en de cirkelbeweging die wordt afgesloten in het vierkant van het trapgat. Er zit al een zekere beweging in de opbouw van de constructie.

Dubbelganger @ Kunsthal Rottedam (foto: Ossip van Duivenbode, copyright of the artist)

Je hebt de periode in het atelier gebruikt om alle mogelijkheden met het object te onderzoeken?

Ik heb wel over verschillende mogelijkheden nagedacht. Bart en Roeland hadden ondertussen hun plannen met de ruimte, maar dat was in het begin natuurlijk nog niet helemaal duidelijk. Als zij mij hadden uitgenodigd zonder dat die trap in beeld was gekomen, had ik hier waarschijnlijk iets heel anders gemaakt. Dus ik heb ook nagedacht over die mogelijkheid.

In mijn atelier lag de trap horizontaal als een soort sculptuur in twee delen. Hij lag gelukkig niet in de weg, anders was hij me misschien nog gaan irriteren. Maar uiteindelijk bleef toch de wens om hem weer rechtop te zetten, en om hem langzaam draaiend terug in de ruimte te plaatsen. Het was een idee waar ik steeds weer op terug kwam. Ik had ook op een gegeven moment de titel ‘wenteltrap’ bedacht. Ik hou niet van dubbelzinnige titels. In gesprek kwam ook ‘Pirouette’ als mogelijkheid naar voren, maar daarmee zou je al te veel invullen. Maar het beeld van een ronddraaiende ballerina klopte wel.

Hoe wentelt de trap van Willem Besselink?
Pfeilerspirale @ IPIHAN #9, Zeitz, Duitsland (foto: Aad Hogendoorn, copyright of the artist)

In een eerder project in een oude Duitse zeepfabriek heb ik de pilaren van een hal als open vormen nagemaakt. Die constructie bewoog niet maar de objecten werkten als losse stills in een film waarin de bezoeker beweegt. Door de ritmische beweging die de bezoeker maakt, ontstond een spiraalbeweging met de verschillende constructies. Hier staat de bezoeker buiten en kijkt door het raam naar binnen naar een bewegend object. Deze trap nodigt door haar ritmische opbouw uit om die beweging denkbeeldig mee te maken. Wanneer je met je ogen zou knipperen, zou je min of meer eenzelfde filmische beweging zien. Het geheel nodigt uit om de beweging te ‘lezen’.

Als in een flipboekje?

Precies. En door de felle lamp zie je de treden één voor één verschijnen in het licht. En daarna zie je de achterzijde van die treden verschijnen. Ik heb de snelheid berekend op het voorbijgaan van de passanten. Ik wilde dat je tijden het voorbij lopen moet kunnen zien dat het beweegt. Het is ook mooi als je de beweging pas ontdekt wanneer je voor de tweede keer passeert. Dan laat je het meer aan hen over. Ik had berekend dat er een verplaatsing van één trede per seconde moest plaatsvinden. Dan zou de trap in 30 seconden geheel rondgaan. Maar hier ter plekke bleek dat te snel en hebben we de snelheid nog wat kunnen verlagen. Toen ik vandaag aan kwam lopen, twijfelde ik zelf ook even of hij nou draaide of niet, dus dat is goed.

Hoe wentelt de trap van Willem Besselink?

Ook met de draairichting had je een keuze te maken.

In een eerder gemaakte computeranimatie draaide hij nog de andere kant op. Tijdens het proefdraaien in het atelier bleek het meer logisch om de beweging om te draaien. Dit is de meer uitnodigende draairichting. Andersom was het veel dreigender omdat je als kijker als het ware naar beneden werd gedrukt. Nu wordt je meer de trap opgetrokken. De trap neemt je mee en de treden draaien als het ware onder je door. Andersom zou de uitnodiging van bovenaf wel werken, maar zo benadert de voorbijganger het werk niet.

Andersom zou het misschien refereren aan Marcel Duchamp’s schilderij ‘Nu descendant un escalier’ (link). Het heeft een vergelijkbare fragmentarische verschijningsvorm.

Aah ja. Zoals de bewegingsstudies van Muybridge?

Ja, precies. En in dit licht heeft het ook iets van een diafragma. Het levert op de muur ook een projectie op.

Ook waar. Toen ik ‘m in zijn geheel mijn atelier zag en hij ronddraaide, en me opnieuw realiseerde dat het een rond ding is dat in een vierkante ruimte wordt geplaatst, toen zag ik ook dat golvende vorm van de houten zijpanelen een projectie zijn van de ronddraaiende en op- en neergaande beweging die we hier nu ook op de muur zien in haar schaduw. Ik denk dat dat ook van belang is in aansluiting op mijn andere werk. Dat het enerzijds een herkenbaar object is, maar je er door deze opstelling van een andere kant tegenaan kunt kijken.

Je hebt een voorliefde voor alledaagse verschijnselen die niet direct om aandacht vragen?

Om het nog iets principiëler te zeggen, gaat het over de structuren die schuilgaan achter triviale of alledaagse gebeurtenissen en plekken. Patronen zogezegd. De trap past daar helemaal in. Alleen is mijn ingreep nu heel minimaal. Ik heb wel overwogen om de opstaande delen van de trap te verwijderen waardoor het een open trapconstructie zou worden, wat een meer grafisch beeld oplevert. Maar dan zou de trap haar vorm verliezen en uit elkaar vallen. Dat is de praktische reden. De esthetische overweging was dat er dan geen voor- en achterzijde meer zou bestaan.

Hoe wentelt de trap van Willem Besselink?

Het gat in één van de treden, speelt ook een rol in de projectie op de muur.  

Aaah, dat is wel leuk om daar nu over te discussiëren, want ik ben bezig om het dicht te maken. Ik heb het open moeten maken om de trap te kunnen takelen en ik erger mij daar nu aan vanwege de schaduwwerking. De vraag is nu: waarom zit dat gat daar? Dus ik overweeg het weer dicht te maken met een stuk hout.

Is het nodig om een gegronde reden te hebben om een eigenaardigheid te verklaren of te verantwoorden?

Eeeeeeh… Ik kan het natuurlijk verantwoorden met wat ik eerder zei, maar de vraag is of dat zou moeten? Ja, ik vind dat wel een goede vraag. Maar ik zou mezelf wel afvragen waarom dat gat daar zit.

Hoe consequent of hermetisch wil je het maken?

Toen ik in Berlijn op de academie studeerde was dat altijd de vraag: waarom heb je dat gedaan? En ook: waarom heb je dit NIET gedaan? En dat ging door tot de kleinste details. Daar kon je uren over praten. Ik werd daar helemaal niet goed van.

Het is ook iets van de huidige tijd. Elke beslissing moet kunnen worden verantwoord.

Ik vind het andersom ook problematisch omdat je dan komt bij genialiteit van de kunstenaar. Dan hoorde je steeds: “Ja, das habe ik einfach aus dem Bauch heraus gemacht.”

Bij mij roept het gat helemaal geen vraag op, omdat ik het gewoon zie als een beschadiging die hoort bij een oude gebruikte trap. Er is gewoon iets weg. Ik zie wel dat het een effect oplevert. Ik zie ook dat die plank afwijkt van de andere opstaande planken in de trap.

Dat klopt. Dit is de plank die komt uit een van de treden die onderaan zaten. Ik moest de hele plank er uit halen met een koevoet. En de planken onderaan de trap zijn korter dan deze en hebben een andere structuur.

Aaah, het is een onvolledige hersteloperatie?

Je hebt hier een gevoelig punt te pakken.

Maar er zitten meer onregelmatigheden in. Niet elk trede steekt even regelmatig in de boom. Dat is ook eigen aan een met de hand gemaakte trap. De trap zelf is ook nooit perfect geweest.

Ja, je kunt je voorstellen hoe de gesprekken tussen de meestertimmerman en zijn gezel moeten zijn gegaan. Met in gedachte het beperkte arsenaal aan gereedschap en de plaatsing tussen muren die niet helemaal recht zijn en de onregelmatige rachels voor het stucwerk aan de onderkant.

…hmm ja, …dus dat gat kan misschien gewoon blijven.

Tien minuten laten zaagt Willem een stuk hout ter grootte van het gat uit een te dik stuk overgebleven traptrede. Met wat passen en meten wordt het aan de achterzijde in het gat geplaatst. De situatie kan nu opnieuw worden beoordeeld.

Voor de definitieve beslissing en presentatie van de wenteltrap kunt u zelf een bezoek te brengen aan De Spelonk.


Wenteltrap van Willem Besselink is 24/7 te zien bij De Spelonk, Valkenboslaan 74 in Den Haag.