TKA, een ontmoeting tussen beeldende kunst, theater en muziek
De Twentse Kunst Alliantie is een initiatief van jonge theatermakers, muzikanten en beeldend kunstenaars in Enschede. De wens om met anderen meer transdisciplinair te werken en verder te kijken dan een eigen studio/toneel/atelier, bracht ze samen.
De TKA noemt zichzelf een ontmoeting op het podium tussen beeldende kunst, theater en muziek en bedenkt daartoe haar eigen raakvlakken. Zo combineert TKA bijvoorbeeld haar inspiratiebron Dogtroep met filosofie van de Griekse taal in voorstellingen waar alle uitingsvormen in elkaar over lopen. Een muzikant noemt de projecten muziek, een theatermaker vindt ze perfect passen in de theaterwereld en een kunstenaar beweert dat dit alleen maar als beeldende kunst in te delen valt. Wat het precies is blijft ongewis en daar is de TKA zelf best trots op. Een interview met drie leden van de Twentse Kunst Alliantie: Bran Remie, Simon Wagter en Willemijn Calis.
De afgelopen maanden had ook TKA te maken met een flink aantal afgelaste uitvoeringen zoals de voorstelling in het theater aan de Oude Markt en een optreden op het bevrijdingsfestival van Overijssel. De keerzijde is dat de lockdown zorgt voor nieuwe ideeën: een film geïnspireerd op het project Dogme 95 van de samenwerkende regisseurs Vinterberg, Von Trier, Levring en Kragh-Jacobsen.
TKA: “Wat er nu aan de hand is, is dat we met heel veel beperkingen moeten leven. Het is een tijd zonder precedent en voor iedereen is het een nieuwe situatie. Als TKA vinden we het interessant om onszelf dan juist nog meer regels op te leggen. Net als in het project Dogme 95 waarbij de regisseurs met elkaar afspraken zich bij het filmmaken aan tien dogma’s te houden. Of The Five Obstructions, daarin laat Lars von Trier één van zijn helden, Jørgen Leth, een film opnieuw maken waarbij hij allerlei onmogelijke opdrachten voor Leth verzint. Zoals filmen op de meest verschrikkelijke plek op de wereld, en een max van zoveel frames per shot. Over dat proces hebben ze een film gemaakt -die echt erg leuk is-, en wij wilden iets in die geest doen. Dus, we leggen elkaar regels op buiten alle regels die er al zijn, zoals het niet samen komen en niet samen repeteren. Eigenlijk is theater maken dan onmogelijk, maar wij onderzoeken hoe we het toch kunnen doen.
Tot nu toe hebben we verschillend gewerkt in vorm, inhoud, verhaal en uiteindelijke conclusie. We proberen steeds te denken ‘Wat hebben we al gedaan en wat gaan we nu doen’. Deze keer is dat iets maken vanuit een bestaand kunstconcept, een manier die we nog niet eerder hebben gebruikt”.
DOGMA2020 wordt op een zelfde manier gemaakt: vanuit het doen en het reageren daarop bepalen de kunstenaars een nieuwe richting én een nieuw dogma.
TKA: “Eén van de dogma’s die we elkaar opleggen bij het maken van deze film is bijvoorbeeld ‘elke uitvoerder zorgt dat de opname een duidelijk begin en einde heeft’.
Elke week maken we een nieuw hoofdstuk met dezelfde regels, en elk hoofdstuk bepaalt welke kant het volgende op gaat. We weten niet van elkaar wat we filmen, we weten alleen de regels. Simon monteert alle opnames, en hij heeft weer z’n eigen regels zoals geen veranderingen maken na de eerste edit, en opnames pas bekijken als ze alle vijf binnen zijn. We gaan steeds afzonderlijk naar Sickhouse waar we opnames maken tussen de twee en drie minuten. We hadden samen met Sickhouse het idee om daar in 24 uur een film te maken, maar ook dat kon door de corona-maatregelen niet doorgaan. We konden nog wel de ruimte gebruiken, mits we dus alleen komen en apart van elkaar filmen. We bekijken elk hoofdstuk en discussiëren over wat we zien of waar iemand naartoe wil met zijn/haar stukje film. Er moet als het ware een probleem ontstaan, er moet iets gebeuren dus we bespreken hoe we kunnen sturen. En vervolgens zetten we meer regels”.
Het zoeken naar de beste verhouding tussen vorm en thema is altijd aanwezig. Juist omdat elke discipline een eigen vorm heeft is het goed te weten en te benoemen wat verschillen zijn, hoe die ingezet kunnen worden en hoe je daarmee kan spelen.
TKA: “Alle kunsten, de beeldende kunst, theater, muziek en film zijn bezig iets uit te drukken en iets te tonen dat normaal gesproken niet zomaar getoond kan worden, iets dat je met het blote oog niet zomaar even ziet. Je moet er bij stilstaan en ervaren wat je dán ziet. Dat is voor alle kunsten hetzelfde. Samenwerkingen tussen kunstvormen is heel vruchtbaar omdat je de kracht van de verschillen kan pakken, en je in de contrasten kan laten zien wat je normaal niet ziet. Ons streven is om dat te tonen. Daarom werken die Griekse woorden ook zo goed: ze refereren aan iets dat niet meer in onze taal bestaat, aan iets dat verborgen is. Bepaalde termen zijn onvertaalbaar in onze eigen taal. Je moet het uitleggen om die termen te kunnen ervaren en dat brengt ons op weg om thema’s te begrijpen of om aan een volgend thema te werken. In één woord zit al zoveel gelaagdheid, als je dat uitwerkt gecombineerd met de gelaagdheid van de disciplines creëer je al snel een verhaal dat genoeg is om een voorstelling bij te maken.
Er is zoveel gedaan binnen de kunst, de schilderkunst bijvoorbeeld kan nu niet nog een insane nieuwe stap maken behalve als reflectie op het dagelijks leven. Maar de combinaties die nog gemaakt kunnen worden, dus het verbinden van verschillende stijlen, daar kan grote groei ontstaan. Nieuwe media combineren met klassieke sculptuur, marmer en absurde muziek, dat is een nieuwe wereld. Dat combineren is groei binnen de kunst en ook binnen het dagelijks leven. Het laten zien welke combinaties er mogelijk zijn triggert iets bij de kijker. Die gaat onbewust anders kijken naar eigen dingen en gaat thuis ook nieuwe combinaties maken en dingen samenbrengen.
In vorm, inhoud, verhaal en uiteindelijke conclusie proberen we steeds te denken Wat hebben we al gedaan, wat miste er en wat gaan we nu doen. We willen elke keer op alle kanten onszelf vernieuwen. Tegenover een voorstelling met veel bombarie staat dan iets kleins”.
Voorgaande projecten van TKA zijn onder meer ‘Europa de talkshow, brexit edition!’, een eigen interpretatie van de Europese identiteit in de vorm van een talkshow. ‘Kaïros‘, een voorstelling over het opgaan in een feest en het daardoor vergeten van de tijd. ‘Beeldbiecht’ over eenzaamheid in de decembermaanden. ‘De grote Simon Wagter show’ met alles en meer dat iemand ooit zou willen weten over Simon Wagter en ‘Gebarsten ruimten’ een levende expositie door het theater.
Het Vestzaktheater is de thuisbasis van TKA. Het gebouw geeft onder meer door de kleinschaligheid en de vlakke vloer ruimte aan een interactieve vorm van theater, wat TKA vertaalde naar een experimentele opzet van performances waarbij publiek soms niet in de gaten heeft wanneer iets begint of stopt.
TKA: “In Gebarsten Ruimten speelden meerdere performances tegelijkertijd door het theater alsof het een museum was. Er was een middelpunt in de theaterzaal met een lichtshow, en individuele performances door het hele gebouw. Een ruzie bij de kapstok, een vage film van Simon, Willemijn als barvrouw, een projectie van een restaurantachtige setting achter de glazen pui en een vissenkom met een verhandeling over Sartre. Na de breuk werd alles een tandje erger of werd versneld; we hadden groffe porno opgezet om het restaurant te vervangen met een orgie die daar plaats vond, de film werd veel absurder, de liedjes werden veel intiemer wat door publiek als heel heftig werd ervaren. Publiek wist niet wanneer iets begon en hoe lang iets duurde. Dat is één van de interessante verschillen tussen beeldende kunst en theater, het idee dat in beeldende kunst de beschouwer zelf kan beslissen hoe lang hij/zij naar een werk kijkt, zelfs óf ‘ie kijkt, en in muziek en theater de maker beslist hoe lang publiek naar iets kijkt. Daar bepaalt de maker de lengte van een toon of van een beeld. In ‘gebarsten ruimten’ verwerken we een beeldend kunstwerk in een voorstelling en besluiten wíj hoe lang het publiek kijkt. In deze voorstelling onderzochten we machtsrelaties van beeld, muziek en theater maar ook hoe we alles meer de kant van de beeldende kunst op konden brengen. Dus zonder een vierde wand en zonder dat wij als maker bepaalden wanneer iets was afgelopen”.
De TKA werkt niet met een uitgeschreven visie maar laat deze ontstaan net zoals een voorstelling zich laat vormen door te doen en te experimenteren. Wel zijn er kaders en voorwaarden. Na anderhalf jaar samenwerken weten de leden steeds duidelijker waar ze voor kiezen.
TKA: “We zijn TKA begonnen omdat we een overlap misten tussen verschillende disciplines. We wilden allemaal meer een mix van vormen en stijlen, in beeldend werk het theatrale opzoeken bijvoorbeeld. Theater lijkt onze rode draad maar de uiting is een heel brede vorm.
Een theatermaker die ons werk ziet zegt het is helder theater, de muziek en de beeldende kunst zijn onderbouwend. Het is maar net vanuit welk perspectief ernaar gekeken wordt want een muzikant zegt dat de muziek erg goed in elkaar zit en dat het mooi verweven is met beeldende kunst en theater. We hebben de hoop dat een ongetrainde kijker zegt “Ik heb geen idee waar ik naar keek maar het is wel erg gaaf!” of, “Ik heb er wel iets aan gehad” of “Het was van alles, er zat alles in en ik weet niet precies hoe ik het moet omschrijven, maar het had álles”.
Onderling zijn we het niet altijd met elkaar eens, de een wil vormen verbinden en de ander houdt vast aan een bepaald onderscheid om vanuit daar te overlappen. Zo zijn we het ook nog niet helemaal eens over een zogenoemde visie van TKA. Die stellen we op vanuit het maken. Na afloop van een repetitie hebben we een nazit, en we discussiëren over de inhoud, wat we hebben gedaan en hoe we het nu zien. De visie is meer het vaststellen van voorwaarden en condities waarbinnen we gaan werken. We maken gebruik van ieders fascinaties en disciplines en professionaliteit, van wat iemand wil. Iedereen brengt zijn/haar kunde en kunst mee en dat geeft ruimte om dingen te laten ontstaan. Aan de start van een nieuw project weten we inhoudelijk nog niet wat we willen doen maar de randvoorwaarden kennen we en we weten waar we voor kiezen. Als iemand een situatie of locatie heeft geregeld, bepalen we aan de hand van een kader welke kant het opgaat en afhankelijk van wie er van de groep meedoen, wat we dan kunnen doen. We staan echt open voor alles.
Als maker sta je in dialoog met de wereld om je heen. Ook nu, en nu is een ontzettend interessante tijd. Zo lang thuis zitten, wat doet dat met je. Wij willen dingen doen, niet perse hierover maar sowieso, dóen. Als kunstenaars moeten we laten zien hoe flexibel we zijn, en echte creativiteit naar boven laten komen. We laten zien dat we een aanpassend vermogen hebben door in deze tijd een film te maken en iets te creëren voor onszelf maar ook voor de mensen die thuis zitten. Het is belangrijk dat we dit nú doen”.
De Twentse Kunst Alliantie is Vita Zuiderwijk, Terry Akins, Willemijn Calis, Bran Remie, Simon Wagter, Anne Willemstein en Jessie Wijburg. Op dit moment leggen zij de laatste hand aan DOGMA2020.