Should I Stay Or Should I Go @ Tetem
Bij Tetem in Enschede doen de kunstenaars van iii samen met de bezoekers van hun tentoonstelling ‘Should I Stay Or Should I Go’ onderzoek naar cultuurverschillen. Hoe kijk je aan tegen vreemde culturen? En hoe tegen je eigen cultuur? Voel je je verbonden met de cultuur waarin je bent geboren of opgegroeid? En wanneer betrap je jezelf op aannames over een andere cultuur?
De kunstenaars van het internationale kunstenaarscollectief iii uit Den Haag verbinden performance, technologie en de zintuigen in hun projecten, waarbij culturele diversiteit altijd één van de basisconcepten is. Dat sluit goed aan op Tetem’s programmalijn Walk in Worlds, waarin de interactie tussen verschillende culturen en werelden aan de orde wordt gesteld.
Bij binnenkomst horen we het nummer Should I Stay Or Should I Go van The Clash, de Engelse jaren-tachtig punk-rock band die hier een grote hit mee scoorde, mede dankzij het gebruik van de song in een jeans reclame. De karaoke versie van het nummer vat voor de kunstenaars alles samen waar ze het over willen hebben in de tentoonstelling: Karaoke als analogie voor populaire cultuur en tegelijkertijd culturele pluriformiteit, de tekst van het nummer loopt parallel met migratievraagstukken: zal ik hier blijven of wil ik terug naar mijn vaderland, en waarom?
Davide Tidoni en Matteo Marangoni gebruiken het idee van karaoke als verbindend cultureel fenomeen. Overal ter wereld kennen mensen karaoke, en bijna overal doen ze er met evenveel enthousiasme aan mee. Samen zingen met populaire liedjes uit de nationale hitparade verbroedert en verbindt, zeggen cultuurfilosofen.
De installatie ‘Strangers in karaoke’ daagt uit om vertrouwd te raken met een vreemde cultuur en taal, door de bekendste clichéliedjes uit een andere cultuur mee te zingen. Verbroedering is ook hier een onderdeel, maar de kunstenaars zinspelen vooral op de confrontatie met ongemakkelijke stereotypen uit verschillende landen. De installatie is een van de speelse rituelen in de expositie waarbij de zintuigen aan het werk worden gezet, in dit geval door middel van muziek.
Ook Daniël Siegerma gebruikt verbinding door muziek. In ‘Tune of the Hamlets’ brengt hij de verschillen en overeenkomsten tussen vijf Nedersaksische dialectvarianten naar voren. Vijf zangers laten eenzelfde lied horen, gezongen in hun eigen dialect. Met een mengpaneel kun je kiezen naar welke zanger en dus naar welk dialect je wilt luisteren, of naar alle zangers tegelijk. Het Nedersaksisch is in Enschede iets alledaags. Twents, Achterhoeks, Münsterlands, of Sallands zijn voor inwoners van Enschede stuk voor stuk bekende dialecten van het Nedersaksisch.
De overeenkomsten tussen de vijf dialectvarianten is voor bezoekers dan ook niet opzienbarend. Spannender is het om te bedenken hoe anderen, mensen die niet bekend zijn met deze dialecten, ertegenaan kijken, en of Daniël met opzet juist deze dialecten vergelijkt, omdat de expositie zich in Enschede afspeelt. Of om na te denken over de grenzen van een dialect: tot hoever reikt het, ook als je het meet in tijd of in generaties..? En… hoe werkt een dialect mee aan de verbondenheid tussen de mensen die het spreken?
Wen Chin Fu zet de zintuigen aan het werk door vragen te stellen over voedsel en de cultuur daaromheen. Ik vul een test in, een gastronomisch inburgeringsexamen. Ingrediënten van snert, hoeveel boterhammen eet je, waar is drop uitgevonden. Ik slaag niet voor de test. De resultaten zijn niet berekend op hoeveel boterhammen ik per dag eet, in de test gaat het gaat erom hoe er tegen de Nederlandse eet- en drinkcultuur aangekeken wordt en wat het verwachte, sociaal of eigenlijk cultureel geaccepteerde antwoord is.
Wen Chin maakte deze alternatieve immigratietest uit verbazing over de vragen tijdens haar inburgering in Nederland. Een belangrijk onderdeel van een cultuur is het eten, de eetgewoontes, de traditionele recepten, de lekkernijen. Maar daarover werd haar geen enkele vraag gesteld.
Met die informatie vul ik de test nogmaals en nu oneerlijk in. Vijf boterhammen per dag. Niet proeven tijdens het koken. Klokslag zes uur eten.
De score was iets hoger maar nog steeds ben ik niet geslaagd. Blijkbaar heb ik het mis als ik invul wat ik denk dat ‘mijn’ Nederlandse cultuur is. Aannames over die (eet) cultuur bepalen de uitslag. Maar, aannames van wie?
Zo rijzen er bij elke installatie een flink aantal vragen in je hoofd. En dat is ook meteen wat er bij me wringt, want die vragen, daar blijft het bij.
Op een van de muren hangen A2-vellen papier en televisies met een interview en een TED-talk. Op de hand-out staat dat op deze muur het onderzoek en proces van de tentoonstelling te zien is. Omdat alle installaties een onderzoekend karakter hebben, valt dit onderzoek/proces niet als zodanig op. Het mengt zich met de andere plekken in de ruimte en zo is de grens tussen het onderzoek en het kunstwerk vaag geworden. Alles is onderzoek, en het zijn de vragen in je hoofd die het moeten doen, niet een sterk beeld of een krachtig statement van de kunstenaar.
Bij de uitgang kom je nogmaals langs de karaoke versie van The Clash. En ik denk aan het B-kantje van de single toen het uitkwam. Een antwoord van de band zelf op Should I stay or should I go? Situation no win // Rush for the change of atmosphere // I can’t go on so I give in // Gotta get myself right out of here …
Tip!
Een leuke aanvulling op de expositie is ‘Thuis’ in de Museumfabriek. Een installatie over culturen in de regio. Twentenaren, allochtoon en autochtoon, vertellen over hun culturele achtergrond, over de Twentse cultuur, over aanpassingen en vasthouden aan eigenheid. Het huiskamer-decor verandert met elke verteller; met een druk op de knop draaien de boekenplanken om, wordt een bijzettafel een dressoir met vaasjes en is de TV uitzending via een ander kanaal. Precies zoals past bij de verteller en zijn of haar cultuur.
Should I Stay Or Should I Go is te zien tot en met 16 februari bij Tetem, Stroinksbleekweg 16 in Enschede.