Grenzen stellen is een oneindig proces
Jan Van Den Dobbelsteen @ PARTS Project
Bij PARTS Project in Den Haag is een ruimtevullende installatie te zien van Jan Van Den Dobbelsteen. ‘The limits of borderlines marginality margins and peripheries’ is een tijdelijke denkconstructie, zowel voor de bezoeker als voor de kunstenaar zelf.
Er zijn kunstenaars die zichzelf allerlei beperkingen opleggen om hun praktijk een zekere mate van autoriteit of consistentie te geven. Thema’s, materiaalkeuze en werkprocessen kunnen voor een kunstenaar middelen zijn om een eigen grondgebied af te bakenen waarin de kunstenaar als schepper kan heersen. In het werk van Jan Van Den Dobbelsteen lijkt daar geen sprake van. Alle mogelijke materiële en immateriële mogelijkheden worden benut om fundamentele ideeën over kunst, waarde, objecten en hun metafysische betekenis aan de orde te stellen. Kleur, vorm, materiaal worden in 2- en 3-dimensies verkend. En dan is er nog een vierde dimensie in de vorm van geluid dat zich als onmetelijke ruimte daarachter bevindt.
Jan Van Den Dobbelsteen (1954) maakt in principe alles en dat doet hij al heel lang. Zijn oeuvre omvat onder meer muziek, schilderkunst, geluidsexperimenten, installaties, video, boekuitgaven en architectuur. En ‘alles’ kan ook een bron zijn voor het maken van een nieuw werk. Maar hoeveel is alles en in hoeveel delen kun je alles splitsen opdat je het kunt tonen?
Met het werk dat Van Den Dobbelsteen in de tentoonstelling bijeenbrengt, is PARTS Project een goedgevuld pakhuis geworden van werken die je zo op het eerste gezicht ook aan verschillende kunstenaars zou kunnen toeschrijven. Maar het is het werk van één persoon die geïnteresseerd is in veel verschillende dingen. Er is geen begin of eind. We staan er middenin, zoals we meestal midden in de gebeurtenissen van het leven staan. Het komt zelden voor dat we het begin van een verhaal meemaken of dat we weten hoe de dingen aflopen. Het menselijk bestaan vindt plaats ergens tussen deze uitersten. Het maakt alles fragmentarisch en onaf. Zoals ideeën dat ook altijd zijn. Ideeën zijn dingen waar je over na kunt denken.
Door zomaar ergens in het midden te staan, ontstaan er veel verschillende kijkrichtingen die allemaal op hun beurt weer een variëteit aan perspectieven opleveren. In de tentoonstelling kunnen we daarom ook langs en door dingen heen kijken. Er staan open constructies er in of er achter. Er is een roze geschilderd houten raster met weer een ander kleurrijk wandwerk daar achter. De tentoonstellingsruimte wordt tot in de hoeken benut. En die hoek is dan ook weer een werk. Soms wordt het materiaal ongemoeid gelaten en formeel verwerkt, zoals bij het onbewerkte canvas dat in de ene hoek is opgesteld. En in een andere hoek liggen weer armaturen met zwarte TL-buizen als losse bouwmaterialen. Alsof het de enige plek is waar deze onderdelen even tijdelijk kunnen worden gestald. Maar niets is geïsoleerd zoals we dat in tentoonstellingen gewend zijn, altijd staat er weer iets in de periferie van het object.
De twee uiterste hoeken van de langwerpige tentoonstellingsruimte zijn verbonden met een lange muur die Van Den Dobbelsteen benut als opbergwand voor een verzameling in aluminiumfolie verpakte objecten. In de wand zit ook een verspringing die in het werk wordt geïntegreerd alsof de oneindigheid van de in serie opgestelde collectie toch nog even moet worden onderbroken. De objecten die op de planken zijn uitgestald lijken er niet heel erg toe te doen. De een is niet pers se interessanter dan de ander. Geen van de objecten lijkt zich kwalitatief te willen onderscheiden.
Maar Van Den Dobbelsteen laat zien dat je ook heel anders naar deze objecten kunt kijken. In de bij de tentoonstelling uitgegeven brochure zijn dezelfde objecten afgebeeld, maar nu allemaal op een eigen pagina, als hemellichamen in een oneindige zwarte ruimte. Ook hier is sprake van een seriematige opsomming, maar in het boekje krijgen alle objecten toch een eigen karakter. Het boekje zelf is door haar sobere uitvoering zonder tekst weer een object geworden dat zo weer in de tentoonstelling zou kunnen worden teruggeplaatst. Het is een zelfstandig werk geworden. Net als de titel van de tentoonstelling, die repetitief te horen is op de begeleidende 10″-langspeelplaat (Cosmic Volume nr. 135). Zo worden voortdurend grenzen gesteld en doorbroken, en mogelijkheden verkend.
Alles kan zowel een bron als een resultaat zijn. Aan het maken van een kunstwerk gaat een oneindigheid van mogelijkheden vooraf en er is een onbeperkte hoeveelheid mogelijkheden om een tentoonstelling te voltooien. De vraag is: wat doen we in de tussentijd?
The limits of borderlines marginality margins and peripheries van Jan Van Den Dobbelsteen is te zien tot en met 26 januari 2020 bij PARTS Project, Toussaintkade 49 in Den Haag.