Growlers, Cracklers & Bursters
Er klinken verschillende geluiden in het voormalige Provincieraadsgebouw in Hasselt. Het zijn geen overleveringen van gesprekken die er hebben plaatsgevonden, maar nieuwe geluiden die kunstenaars er recent naartoe hebben gebracht.
Sinds 2014 is hier CIAP gevestigd, een kunstverein voor hedendaagse audovisuele en beeldende kunst. Met ‘Growlers, Cracklers & Bursters’ probeert CIAP het historische gebouw uit 1905 met actuele geluidskunstwerken van nieuwe betekenis te voorzien.
De tentoonstelling vertrekt vanuit de experimenten die de Italiaanse futurist Luigi Russolo (1885-1947) ongeveer tegelijkertijd met de bouw van het Provincieraadsgebouw uitvoerde. Het is interessant om te zien hoe het classicistische gebouw vanuit 1905 terugkijkt naar de 19e eeuw terwijl Russolo met zijn lawaaimachines (Intonarumori) de nieuwe wereld verkent.
In de keuken van mijn werkruimte heb ik een foto van Russolo’s Intonarumori op groot formaat op de panelen van de keukenkastjes afgedrukt. Met deze print promoveerde ik mijn keukenkastjes tot akoestische geluidsboxen. Het is een zuiver visuele ingreep. De keukenkastjes maken niet veel meer geluid dan een incidentele ‘pieep’ of ‘shriek’ wanneer een scharniertje niet zo soepel loopt. En natuurlijk een ‘tok’ wanneer het deurtje dicht valt.
In de tentoonstelling ‘Growlers, Cracklers & Bursters’ horen we vooral ondertonen. Een achttiental kunstenaars hebben er opstellingen en installaties binnengebracht waarin zij hun fascinatie met geluid of het ontbreken van geluid delen. Ook zijn er enkele video’s te zien.
In het auditorium wordt een tekenfilm van Karina Beumer & Peter Lemmens getoond waarbij de soundtrack in de vorm van ondertiteling is weergegeven. We zien eenvoudig getekende landschappen voorbijkomen. Achtergronden voor mogelijke acties of een verhaal. Referenties aan muzikale nummers en geluidseffecten verschijnen op de juiste momenten als tekstbalkjes in beeld. Het plot mogen we er zelf bij bedenken. Er is wel kleur. Het is een optimistisch stemmende film. Zeker geen drama of historisch epos.
Andere ruimtes in het gebouw worden bevolkt door meerdere kunstenaars. Ook hier valt het visuele karakter van de installaties op. Daan Gielis heeft zijn geprepareerde stoere geluidsboxen ingebracht, terwijl Robert Sorenko het geluid zelf visueel vormgeeft in fragiele sculpturen. Of de stilte tussen de geluiden, dat is niet helemaal duidelijk. Floris Vanhoof maakt een verbinding met het atelier van Russolo. Midden in een woud van opgestapelde kartonnen boxen staat een geluidsopstelling proef te draaien. Door de ronddraaiende conische schellen is het zoemende geluid zelf in beweging. Het contrast tussen de drie-, vier- en vijfhoekige vormen van de dozen en de in de kamer aanwezige kroonluchters illustreert het eerder beschreven conflict tussen verleden en toekomst.
Winnie Claessens is een representant van het meer hedendaagse onderzoek waarin systemen belangrijker worden dan de specifieke gebeurtenissen. In haar tweedelige video Contingency Blend zien we hoe de toevallige choreografie van een groep duiven leidt tot een muzikale compositie. Het is een ruimtelijk variant op een ouder beeld waarin vogels die op elektriciteitsdraden zitten, de noten van een uitgeschreven partituur kunnen zijn.
Hands-on onderzoek komt van Willem Boel die een videoregistratie toont van een performance waarin hij de ‘rode’ draad van een samengestelde objectcollage opdraait om de spanning op te voeren. Het ontstaan van geluid In slow motion. Het geluid is in meerder kamers te horen en oefent zijn invloed uit op de werken die zelf geen geluid maken, zoals de metalen trapconstructie van Koba De Meutter. Een tribune voor de luisteraars die door de sobere uitvoering helaas iets te veel opgaat in de omgeving.
De mooiste kamer van het gebouw brengt ons het dichtst bij Russolo. Het is jammer dat hij er zelf niet meer bij kan zijn om er kennis van te nemen. Hier zijn de meest experimentele geluidsmachines samengebracht. Rudimentaire objecten die hun vorm vooral ontlenen aan het maakproces en de functie. Christoph De Boeck toont er zijn trillende en langs elkaar schurende stalen tegels, die in een eerdere tentoonstelling een plafond hebben gevormd. Nu liggen ze vrij in de ruimte op de grond. In de hoeken staan machines van Anna Godzina die allemaal hun eigen geluiden produceren. En door de gehele ruimte hangt een zware holle stalen buis van Maika Garnica & Willem Coenen te gonzen die door een (voor mij) ondoorgrondelijke bron (transducer) in de hoek van de kamer wordt aangestuurd. Tezamen vormen alle werken een compleet orkest.
Voor wie nog behoefte heeft aan verdere duiding of betekenis in deze tentoonstelling kan terecht bij Esther Venrooy die à la Marcel Broodthaers tracht beeld, geluid en betekenis aan elkaar te knopen middels dia-projecties, analytische tekeningen en uitgeschreven aantekeningen, als compositie in een hoek van een kamer aangebracht.
En zo raakt ‘Growlers, Cracklers & Bursters’ aan alle kanten van de Intonarumori van Russolo en de experimenteerdrift van de futuristen. We hebben gebrom, gezoem, gekraak, geruis en geschuur gehoord. Ik miste alleen nog wel de meer explosieve klanken zoals kadengh, whooop, shriek en boingk. Of de ontdekking van een nieuw geluid, dat nog niet eerder benoemd of beschreven is. Maar goed, da’s wellicht toekomstmuziek. Er is nog werk aan de winkel voor geluidskunstenaars.
‘Growlers, Cracklers & Bursters’ is nog te zien tot en met 1 september bij CIAP, Lombaardstraat 23 in Hasselt.
Met werk van: Anna Godzina – Christoph De Boeck – Daan Gielis – Ersi Varveri & Lynn Depreeuw – Esther Venrooy – Floris Vanhoof – Imge Özbilge & Sine Özbilge – Jonathan Paepens – Karina Beumer & Peter Lemmens – Koba De Meutter – Lydia Debeer – Maika Garnica & Willem Coenen – Robert Soroko – Willem Boel – Winnie Claessens.