The Vault – kijken naar de macht
The Vault @ West Den Haag
Hoe vaak kijken we niet naar strak geregisseerde toneelstukken in de nieuwsmedia? Rituelen, protocollen, mannen in pakken, beveiligers, camera’s, lampen, verslaggevers en rode lopers. Steeds weer opnieuw. Het Duitse kunstenaarsduo Korpys/Löffler kijkt er ook naar, en het liefst zo lang mogelijk. Want hoe langer je kijkt, hoe vreemder het zich voordoet. Wij kunnen vervolgens weer naar hun observaties kijken. En langzaamaan transformeert het geheel zich tot… kunst.
In de tentoonstelling The Vault, te zien bij West Den Haag in de voormalige Amerikaanse ambassade, draait het om de kunstmatigheid van de macht. En dan met name de vervreemdende kunstmatigheid van de gevolgen van de ‘Koude Oorlog’ die, voor zover ik weet, nooit officieel beëindigd is. De voormalige ambassade is er, in contrast met haar omgeving, zelf ook een sprekend voorbeeld van. Korpys/Löffler hebben de afgesloten bovenste etage (genaamd The Vault) van het modernistische gebouw uit 1959 van architect Marcel Breuer fotografisch onderzocht.
De observaties zijn als dia’s in de kenmerkende raamopeningen op de eerste twee verdiepingen gemonteerd. Overdag bekijken we de foto’s van binnenuit met behulp van het daglicht dat er doorheen valt. ‘s Avonds kunnen we de dia’s van buiten bekijken dankzij het kunstlicht ìn de ambassade. De foto’s die opvallende details laten zien ontsluiten de verboden ruimte enigszins, maar wij kunnen ‘The Vault’ nog steeds niet zelf betreden, ook al zijn we er vlakbij. De ontoegankelijkheid blijft. Beelden maken iets openbaar, maar kunnen net zo goed verhullen. De selectie van Korpys/Löffler is ook een enscenering. En de foto’s laten niet zien wat er zich werkelijk in The Vault heeft afgespeeld. Maar ze voeden het voorstellingsvermogen en doen ons beseffen dat er onzichtbare hogere machten bestaan.
De tentoonstelling opent met de video ‘Echokammer’ waarin Korpys/Löffler de G20-top in Hamburg bestuderen. We herkennen het universele format van dergelijke bijeenkomsten. En de formele plichtplegingen van de hoofdrolspelers. Maar de camera richt zich hier vooral op wat er zich in de marge van de voorstelling afspeelt. We zien de andere aanwezige camera’s, de geduldige journalisten, het recht leggen van een loper, het contact tussen beveiligers, het wachten van de vele figuranten wiens functie niet direct duidelijk is. En iedereen speelt het spel mee. Er zijn geen dissonanten, de chaos van het dagelijks leven is buitengesloten. Er zal hier niets bijzonders gaan plaatsvinden. Maar we doen alsof dat wel zo is. Alles wordt omgeven met geheimzinnigheid. Is dit de totalitaire macht? Het verschil tussen een militaire operatie, een staatsbezoek, de opening van de Olympische Spelen of een bezoek aan een toeristische attractie wordt steeds kleiner. Zelfs in een museum vinden we het normaal dat we eerst worden gescand. Onder het mom van veiligheid worden steeds meer ‘acteurs’ ingezet om de situatie te controleren. De ceremoniële feesten van de democratie lijken steeds vaker op de jaarlijkse militaire parades in Pyongyang, Moskou of Beijing. En er is niemand die er een vraag over stelt. Ook het aanwezige journaille doet, geheel volgens protocol, neutraal verslag vanuit het aangewezen persvak.
Ook de bezoekers van The Vault volgen een voorgeschreven route. Zo bezoeken we nu ook de kelder van het gebouw. Daar is een fraaie video-installatie te zien die uiting geeft aan de wens van de kunstenaars om iets te weten te komen. Informatie over zaken waarvan we de waarde nog niet kunnen inschatten. In ‘Personen, Institutionen, Objekte, Sachen’ horen we de door de kunstenaars uitgesproken beschrijvingen van gevonden voorwerpen. De boodschappen werden ingesproken op antwoordapparaten van inlichtingendiensten. Gelijktijdig observeren we het hoofdkwartier van de Federale Inlichtingendienst in hartje Berlijn. Een hermetisch gebouw, dat nog niet helemaal af is. Waarom staat het midden in de stad als we er toch niet in mogen, en het niet de bedoeling is dat we precies weten wat er zich er afspeelt? De parallel met de situatie aan het Lange Voorhout dringt zich opnieuw op. Waarom was juist hier de Amerikaanse ambassade gevestigd? Jarenlang hebben we om het beveiligde gebouw heen moeten lopen en nu staan we in de kelder. Ik loop vrij rond tussen de projectieschermen en zie boven ooghoogte een achtergebleven mededeling op een pilaar: ‘Een beetje vervelen tijdens de werkdag moet kunnen’. Een uitgeknipte krantenkop, opgeplakt door een van de werknemers die waarschijnlijk iets te lang op deze locatie gewerkt heeft. Maar er is niemand meer om het aan te vragen. Ten tijden van het opplakken van de boodschap mocht ik hier niet zijn en nu is het te laat. Maar we kunnen er nog naar kijken. We kunnen het observeren en het tot ons door laten dringen.
Er is een voortdurende dialoog gaande tussen de projecten van Korpys/Löffler, de voormalige ambassade en de huidige status als presentatieplek voor hedendaagse kunst. Alles wat hier wordt getoond, wordt automatisch site-specific. Het maakt de ambassade tot een interessante en spannende plek voor actuele tentoonstellingen. De vraag is nu hoe lang dat nog kan. Vijftig jaar lang was het een ontoegankelijk stukje binnenstad. Nu is het een monument van onze recente geschiedenis en is het de vraag of wij deze kunnen blijven benutten of simpelweg vernietigen. Hoe zelfbewust is de macht?
The Vault van Korpys / Löffler is nog te zien tot en met 1 september 2019 bij West Museumkwartier (Onze Ambassade), Lange Voorhout 102 in Den Haag.