Foto’s die op iets anders lijken
Ebifananyi – Mutualities @ KABK galerie
Ebifananyi is een woord dat in de Ugandese minderheidstaal Luganda wordt gebruikt voor foto’s. Het verwijst niet naar de techniek zoals wij dat doen met ‘fotografie’ (schrijven met licht), maar naar de interpretatie van het beeld: ‘gelijkenis’ (letterlijk: dingen die naar iets anders verwijzen). Voor Andrea Stultiens was het woord Ebifananyi een ideaal vertrekpunt voor een langdurige studie naar fotografie in Uganda. Afgelopen dinsdag sloot ze haar PhDArts-studie af met de tentoonstelling Ebifananyi – Mutualities en met de openbare verdediging van haar onderzoeksmethode.
Andrea Stultiens is geen fotograaf, maar ze doet dingen met fotografie. Ze bekijkt, zoekt, ordent, verzamelt, digitaliseert, verwerkt en ontsluit foto’s. Het is een artistieke praktijk die we kunnen samenvatten als ‘onderzoek’. Het onderzoek richt zich op de rol van fotografie in de Ugandese samenleving, de historische context van foto’s, maar ook hoe fotografie een plaats heeft in het dagelijks leven en hoe het kijken naar foto’s kan leiden tot een gesprek.
In haar onderzoek zet Stultiens duidelijke lijnen uit die in de tentoonstelling als hoofdstukken kunnen worden gelezen. Het eerste hoofdstuk gaat over ‘de fotograaf’. Wie is hij? Hoe werkt hij? Anders dan bij ons is ‘fotograaf’ geen duidelijk omkaderd beroep. Fotojournalisten, documentairefotografen, portretfotografen en kunstenaars zijn geen collega’s van elkaar. Fotografie loopt door alle praktijken heen. Schaarse mogelijkheden om te publiceren en een gebrek aan archieven en instituten zorgen er voor dat fotografie vaak een bijproduct is of langs alternatieve wegen op bijzondere plekken terecht komt. Ook komt het voor dat fotografie, en dan met name portretten, worden vertaald naar ruimtelijke beelden. Zo heeft Stultiens in haar onderzoek ook zelf historische foto’s laten omzetten naar sculpturale beelden.
In haar zoektocht naar fotografische bronnen of naar de plekken waar foto’s zich ophopen, stuit Stultiens op verhalen of op nieuwe verbanden. Sommige fotoverhalen bieden hedendaagse perspectieven op het koloniale verleden, anderen op de huidige heersende machten of op sociale structuren. In een serie van acht publicaties probeert Stultiens greep te krijgen op de beeldenstroom en op de verzamelingen.
De boekjes hebben een handzame vorm. Ze zijn niet bedoeld als luxe portfolio-uitgaven maar dienen van hand tot hand te gaan. Ze hebben het formaat van een zakbijbeltje en staan boordevol associatieve beelden die steeds opnieuw kunnen worden geraadpleegd. Elke uitgave volgt een onderzoekslijn. Maar fotografie is geen eindresultaat. Foto’s dienen te worden bekeken, besproken en te worden gedeeld. Foto’s kunnen ook opnieuw worden gemaakt. De tentoonstellingen in Nederland, België en Uganda die het gevolg waren van haar werk, zijn net zo goed onderdeel van het onderzoek. Niet alleen de foto’s maar ook het presentatiemateriaal wordt gerecycled.
Op speelse en bezielende wijze geeft Stultiens vorm aan haar onderzoek. Ze knipt contourvormen uit haar eigen boekjes en vouwt de figuren uit om de foto’s tot leven te wekken. In de achtergebleven gaten worden delen van andere pagina’s zichtbaar waardoor nieuwe beeldcombinaties ontstaan. En samen creëren ze een nieuw fotografisch landschap. Het begrip collage krijgt op deze wijze een nieuwe pop-up vorm, waarbij niet de maker maar het nieuwe beeld en het associatieve toeval centraal staan. Beelden die naar andere beelden verwijzen. En daarmee is Stultiens terug bij het oerbegrip Ebifananyi.
Het onderzoek levert mooie verhalen op. Zoals dat van een huis dat volhangt met foto’s en waar een jongen, die niet kan horen of spreken, Stultiens rondleidt en uitbundig gebarend communiceert met de fotocollectie. Dat het beeld en het verhaal een oneindige dialoog met elkaar voeren, betekent ook dat het onderzoek geen einde kent. Maar Stultiens heeft er een goed begin mee gemaakt en zij geeft in haar projecten anderen alle ruimte om aan het gesprek deel te nemen en het fotografisch onderzoek in Uganda voort te zetten. Dat gebeurt ook tijdens de openbare verdediging die hier bij de tentoonstelling plaatsvindt. Er wordt uitgebreid ‘geherfotografeerd’.
Ebifananyi – Mutualities van Andrea Stultiens is nog te zien tot en met 1 december in de galerie van de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten (KABK) Prinsessegracht 4 in Den Haag