Klimaatverandering in de galeriesector: van idealisme naar realisme
Na de plotselinge sluiting van de Rotterdamse Galerie Rianne Groen begin maart is er in Den Haag per 1 april ook een einde gekomen aan Galerie Twelve Twelve van Silvia Bakker. Beide opkomende galeries werden voortvarend gerund door jonge ambitieuze en geëngageerde galeriehouders. Met een inhoudelijk programma dat ook ruimte gaf aan een nieuwe generatie kunstenaars. Toch lukte het hen niet om een fysieke galerie voldoende winstgevend te maken. Na respectievelijk 6 jaar en 2½ jaar ondernemen, maken Rianne Groen en Silvia Bakker op uitnodiging van Jegens & Tevens de rekening op.
Silvia Bakker startte Twelve Twelve (of eigenlijk: twelve twelve) in 2016 met kunstenaars die in hun werk een duidelijke relatie leggen met de wereld om hen heen. Met kunstenaars Saskia Tannemaat, Peter Koole, Tamara Dees, Karin van Pinxteren, Sam Lock, Matia Papp, Marin de Jong, Koos Flinterman en Gert Scheerlinck maakte Bakker solopresentaties waarin ruimte was voor individueel engagement en experiment. Er was een duidelijke ambitie om drempelverlagend te willen zijn. En persoonlijker. Maar het doel was ook om verkoop te genereren voor de kunstenaars waar ze voor en mee werkte. Quitte spelen is dan niet genoeg. Het gaat niet alleen om de eigen toko.
Bewust koos Bakker voor een geschikte representatieve galerieruimte in het centrum van Den Haag, goed in de loop. Van die keuze heeft ze zeker geen spijt gehad. “Deze ruimte heeft zich dubbel en dwars terugbetaald.” In het eerste jaar kreeg ze een spontaan bezoek van een fietsende voorbijganger die in één keer voor 33.000 euro aan werken kocht. “Dat zou nooit zijn gebeurd wanneer ik ergens op een goedkopere locatie was begonnen die alleen door de incrowd wordt gevonden.” Ook lukte het Bakker om kopers en verzamelaars aan zich te binden, waarmee ze vervolgens een vertrouwensrelatie kon opbouwen. Maar de drempel om de galerie te betreden, bleek voor nieuwe bezoekers vaak te hoog. Zelfs letterlijk. Vanaf buiten naar binnen moet je twee treden op. En dan is er die neutrale witte ruimte waar veel mensen toch huiverig voor zijn. Met het werk van Saskia Tannemaat creëerde Bakker een huiskamersetting waarin bezoekers zich meer welkom konden voelen. Zo probeer je met elke kunstenaar weer een eigen vorm van presentatie te vinden.
Deelname aan beurzen gingen gepaard met wisselend succes. Het is natuurlijk heel goed voor de zichtbaarheid van de galerie, maar veel beursverkopen doe je toch weer aan je eigen relaties. Bakker was het meest verbaasd over de gesprekken met andere galeriehouders. Gevestigde galeries met eigenaren tegen wie ze opkeek, bleken beduidend minder om te zetten dan ze zelf deed. Sommigen geloofden haar omzetcijfers niet eens. Een gemiddelde omzet van 38.000 euro is heel normaal in Nederland. Wanneer de helft daarvan naar bijvoorbeeld 10 kunstenaars gaat, dan is dat nog geen 2000 euro per jaar voor een kunstenaar. In hoeverre ben je dan van belang voor de economische zelfstandigheid van diezelfde kunstenaar? Uiteindelijk is het een eenvoudige rekensom. En daarmee was het moment gekomen om nieuwe keuzes te maken.
Rianne Groen startte in 2012 haar eigen galerie in Rotterdam. Ze begon met niets. Een paar honderd euro en een doe het zelf mentaliteit. In zes jaar heeft Galerie Rianne Groen veel jonge kunstenaars de kans gegeven om zich te presenteren en zich te verder ontwikkelen. Zowel inhoudelijk als zakelijk. Mieke Fokkinga, Lieven Hendriks, Tim Hollander, Wouter van der Laan, Christof Mascher, Luuk Schröder en Wouter Venema behoorden tot haar stal. Ook hielp ze kunstenaars met het redigeren van hun teksten voor aanvragen bij het Mondriaan Fonds. Er ontstonden hechte verbanden tussen de kunstenaars en de galeriehouder. En er is sprake van een gezamenlijk pad. Dat was ook het idee toen ze er aan begon. Langdurige relaties ontwikkelen. In haar eigen onderhoud voorzag ze met het aannemen van freelance opdrachten in de culturele sector. Maar ze had er geen moeite mee om er 7 dagen per week mee bezig te blijven.
De beslissing om na zes jaar te stoppen is een optelsom van heel verschillende redenen. In de galerie ging veel tijd zitten in de dagelijkse dingen. Er was dan te weinig tijd voor atelierbezoeken en reflectie. Op een gegeven moment gaat het programma daar onder lijden. De zakelijke kant had niet altijd haar voorkeur. Het plezier kwam uit het maken van goede tentoonstellingen. Ook op beurzen vielen haar presentaties op. Zoals ook bij Art Rotterdam afgelopen februari. Maar de verkopen vielen desondanks toch tegen. Het lukte wel om met de galerie nieuwe verzamelaars te bereiken. Maar als ze één werk per jaar kopen is dat al heel wat. Hoeveel verzamelaars heb je dan wel niet nodig om voldoende winstgevend te zijn? En verkopen aan bedrijven vergde vaak heel veel tijd en geduld. “Daarentegen is het wel heel tof om bij mensen thuis te komen en te zien dat het werk prominent in hun huis hangt en te horen dat ze er nog steeds heel erg blij mee zijn.” Misschien is ze toch niet zakelijk genoeg. Soms hoorde ze andere galeriehouders over handige investeringsconstructies waar ze zelf nooit op was gekomen.
Tijdens beurzen ging het met collega’s vaak over dezelfde problemen waar alle galeries mee te maken hebben. De stemming was dan niet erg opbeurend. Voor veel galeriehouders is hun deelname aan beurzen geen vrije keuze. Ze voelen zich er al snel toe verplicht, ondanks de grote financiële risico’s. Ze was jarenlang de jongste galeriehouder en wilde natuurlijk met de tijd mee. Ze dacht ook wel na over sociale media en online verkoopmogelijkheden, maar Groen zag er nooit het antwoord in. Online is alles plat, er is geen ruimte voor inhoud. En daar gaat het uiteindelijk wel om. Ze miste ook wel het bezoek van vertegenwoordigers van presentatie-instellingen in de galerie. Het blijft toch vreemd dat het nog steeds zulke gescheiden werelden zijn. Onterecht wordt de tentoonstellingspraktijk van een galerie als niet-inhoudelijk gezien. Gaandeweg is ze zich meer gaan afvragen waar het haar om te doen is. Op een gegeven moment moet je toch nagaan of je dit op de lange termijn kunt volhouden in je eentje en wat het perspectief is. En dan ga je ook rekenen. Het moeilijkste was om de kunstenaars te vertellen dat er een einde kwam aan het gezamenlijke avontuur.
Voor Silvia Bakker en Rianne Groen geldt in ieder geval dat zij zich niet zullen terugtrekken uit de beeldende kunst. Twelve Twelve zal als naam blijven bestaan en nog op andere plekken opduiken. En er zijn al weer nieuwe plannen. Silvia Bakker is gevraagd om bij PARTS Project een expositie te komen maken. En Rianne Groen krijgt bij Billytown carte blanche om een nieuwe groepstentoonstelling te ontwikkelen. En daar hebben ze allebei al weer heel veel zin in.