De bal was rond in Kunstlokaal No.8
Kunstlokaal No.8 in het Friese Jubbega is een kunstenaarsinitiatief en tentoonstellingsruimte dat wordt gerund door Marcel Prins en Birgit Speulman, beeldend kunstenaars uit Den Haag. In 2008 vonden zij in Friesland een plek om te wonen en te werken. De oude mr. J.B. Kanschool te Jubbega-Schurega werd hun thuis. Een ideaal gebouw om ook tentoonstellingen te presenteren. Het middelste lokaal van het rijksmonument werd in 2011 voor dat doel ingericht en omgedoopt tot Kunstlokaal No.8. Het paar nodigt collega-kunstenaars uit binnen- en buitenland uit om hun werk in deze ruimte te exposeren.
Kunstlokaal No.8 brengt beeldend én inhoudelijk interessante tentoonstellingen. Gemaakt door beeldend kunstenaars die in een doorgaand proces op zoek zijn naar het ideale beeld of het perfecte schilderij. Natuurlijk vinden ze dat volmaakte beeld niet. Gelukkig maar, want daardoor vernieuwen ze zich voortdurend. Het kunstlokaal toont het beste en meest eigene dat ze op dit moment te bieden hebben. Subtiel en geconcentreerd werk, in balans met de kracht die het uitstraalt. Kunst die inspireert, verwondert en stof biedt dat tot nadenken stemt. Genuanceerde kunst, die uitnodigt tot langzaam en aandachtig kijken.
Er worden meestal twee kunstenaars tegelijk getoond. In de onverwachte combinaties versterken de werken elkaar en dagen ze elkaar uit. Ze gaan visueel in dialoog. Er ontstaat een spanningsveld waarin de kunstenaars en het publiek elkaar leren kennen en waarderen. Af en toe wordt in het kunstlandschap werk aangetroffen dat zich meer leent voor een solo-expositie. Zoals nu wanneer de Rotterdamse kunstenaar Astrid Meijer er zonder tegenspeler exposeert met haar objecten, die gebaseerd zijn op de voetbal. Zij heeft niets met de voetbalsport, maar gebruikt de bal waar deze niet voor bedoeld is. Als kunstenaar past Astrid Meijer perfect in de circulaire maatschappij waarin materialen steeds opnieuw worden hergebruikt. Het hergebruik is daarbij geen terugwinning van het doel waarvoor het ooit gemaakt is. Door haar handen ontstaat een andere toepassing, een tegendraadse benutting. In haar werk vormt zij bestaande constructies om tot nieuwe figuren. In de kunst heeft het haar eigenheid als voorwerp verloren, er is een nieuw wezen ontstaan dat ons aan het denken kan zetten over vorm en functie.
De rondingen, die Astrid Meijer vakkundig uitvouwt en tot objecten beeldt, waren in een eerder leven leren ballen. Totaal uitgespeelde voetballen met de textuur van een versleten planeet, gebutst en pokdalig. In een gedaantewisseling laten deze gesloten cirkels zich openen tot wat ze nu zijn. De gebruiksvoorwerpen zijn opgewaardeerd tot wezens, nadat Meijer deze tot op de draad ontrafelde. Delen van lichamen, model staand voor wat Meijer met het oude en gebruikte materiaal doet: er een nieuw leven in blazen. In deze reïncarnatie nog mooier dan dat ze eerder waren. Ieder volgend leven is een stapje hoger in de esthetische orde. Ooit was de bal rond. In het voetbalspel is dat bolronde lichaam afgetrapt, weggeschopt. Stuk gescheurd, lek geworden. Rijp voor de stort, de vernietiging. Maar dan springt Astrid Meijer in de bres voor de redding van het onmachtige ding, dat alleen heilig was wanneer het doel raakt. Na gebruik wordt het uitgefloten en afgesnauwd. Meijer legt een onderhuidse ziel bloot en geeft het een nieuwe zin, een hoger wezen.
Het is de kunst de bestaande vorm te ontleden om het gebruik ervan te herzien. Alles kan bruikbaar zijn om kunst van te maken. Het vergt een creatieve gedachte om in de platgetrapte cirkelvorm een ander object te zien. Om het gekneusde voorwerp recht te buigen en een nieuw doel te geven. Meijer gebruikt in haar kunst de gelooide leren voetbal als materiaal. De kunstenaar snijdt het open en fileert als het ware het lichaam. Ze vindt sporen van de tijd, aantekeningen van de makers. Slijtage door de duizenden trappen tegen het leer. Inspiraties om op voort te borduren, letterlijk. Ze spreidt de afgeknotte icosaëder voor zich uit en legt van de 20 zeshoekige en 12 vijfhoekige vlakken een nieuwe vorm. Al naar gelang de voorstelling dat toelaat gebruikt ze weinig of meerdere vlakken. Meijer laat deze vlakken hun karakter behouden, maar veranderd de aard van het object. Alleen die hoekige zijvlakken doen nog denken aan het vorige leven. De nieuwe vorm heeft een eigen zeggingskracht. Een bijzondere uitstraling.
De honingraat en het vijfkant vormen echter wel een beperking voor het samenstellen van een nieuw beeld. Het is een hulpmiddel maar tegelijkertijd ook een belemmering om je in uit te drukken. Het vergt een hoge mate van creativiteit om los te komen uit die beperking. Om de grenzen van het materiaal te zoeken en deze barrières te slechten. Meijer weet het uiterste in de bal te vinden om daar krachtige expressies mee te maken. Die, althans in de expositie bij Kunstlokaal No.8, nergens rijmen en gaan vervelen. Wel komen vormen bekend voor omdat ik aan andere wanden soortgelijke figuren zag met net een andere twist. Maar het blijven originele modellen en de bal is als platte vorm nog lang niet versleten.
Magie van Astrid Meijer is te zien ot en met 25 juni 2023 bij Kunstlokaal No.8, Schoterlandseweg 55 in Jubbega-Schurega.