Agfa, Zeiss Ikon, Wiesbaden, Leica en Kitzbühel
Deze week de laatste kans om recente werken van Diederik Gerlach te gaan zien in Galerie Maurits van de Laar. Zwevende banken, kerkjes in de verten, gitaren vastgeklemd in de bomen. Afdalen naar herinneringen uit het onderbewustzijn.
Diederik Gerlach met Glück Auf @ Galerie Maurits van de Laar (gasten Martin Assig, Tobias Gerber)
Toen ik in 2016 een vorige tentoonstelling van Diederik Gerlach bezocht in Maurits van de Laar, voelde ik veel affiniteit met de thema’s. De licht-surrealistische vormgeving van herinneringen is iets wat je doet dromen, overpeinzen en zelfs genieten. Een bron die veel te bieden heeft.
Gerlachs bron lijkt onuitputtelijk als je deze laatste expositie in Galerie Maurits van de Laar bekijkt. De inspiratiebron van die bron: de roman van Novalis, Heinrich von Ofterdingen. In dat boek uit 1802 daalt de mijnwerker in het ondergrondse en vindt daar de pure schoonheid van de natuur.
Zo daalt Gerlach ook af in het onderbewustzijn, zoekend met een pikhouweel en schijnwerper naar vale herinneringen en bijna onzichtbare ex-momenten.
Die zijn niet te vinden: wel collages van momenten die zich voordoen als volwassen herinneringen.
De titel Glück auf slaat op de groet van mijnwerkers om hen weer een behouden terugkeer te wensen. Er is zelfs een website over. Net zo diep als mijnwerkers gaan, graaft deze website in de geschiedenis van mijnen. Wat dan weer een grappige verwantschap oplevert met het werk van Gerlach.
Het graven in het onderbewustzijn levert veel moois op. Deze inkttekeningen doen me aan de ene kant denken aan tekeningen uit kinderboeken (een beetje Carol Voges), en aan de andere kant aan bepaalde werken van Salvador Dali.
De ‘ansichtkaarten’ laten nog meer herinneringen (collectief? eigen?) blenden in mooie, eigenaardige beelden.
Op een rij wordt het ineens een hallucinerende ervaring van ogenschijnlijk defecte herinneringen:
De blikvangers hier vatten alles samen in twee oerherinneringen: Mon Père en Mon Frère. Mon Frère is een zelfportret als broer.
Een keer raden welke van de twee dit is?
Er valt veel meer te zeggen en te schrijven over deze expositie. Vingers jeuken om te beginnen met een essay.
Toch maar de verbeelding aan het werk laten. Dezelfde verbeelding die ons zo vaak te grazen neemt met een quasiwerkelijkheid, die helaas vrijwel zonder uitzondering interessanter oogt dan de echte werkelijkheid.
Maurits van de Laar is open van woensdag tot en met zaterdag 12.00 – 18.00; en zondag 27 maart is de finissage van 13:00 – 17:00.