verhaal (4 maart 2020) – Europa, oh Europa (een trektocht)
met Badys Isek Kingelez, Constant, Luciano Fabro en Jasper Johns
Een kaart van Europa wordt opgehangen. Of de kaart groot is of klein, doet er niet toe. Of de kaart in een zaal of een kamer hangt, is in wezen ook niet belangrijk. Als je te voet alle landen van Europa wilt aandoen, blijkt het een groot mysterieus continent waarvan je vele talen niet kent, en je je vooral vreemdeling voelt. Voor je het weet ben je een jaar of meer weg. Ga je per vliegtuig, dan is het zo gepiept.
Kaarten zijn fascinerend. Kaarten zijn alleen niet altijd betrouwbaar, en om een simpele reden. Kaarten kunnen vaak de snelheid waarmee grenzen veranderen niet bijbenen, in Europa al helemaal niet. Europa is voortdurend in ontwerp. Europa is nog lang niet klaar, en na de opheffing van het Habsburgse Rijk, was het helemaal rommelen geblazen. En het nieuwste ‘verenigde’ Europa is vooral een ontwerp van neoliberale economen en hun politieke bondgenoten. Een aantal landen hebben, ondanks hardnekkig aandringen, beleefd maar zéér beslist geweigerd lid te worden. Nee, aan de kunstenaars hebben ze niets gevraagd.
Ooit heb ik een tentoonstelling gezien over landkaarten van Europa, van de middeleeuwen tot de huidige tijd. Met staten die regelmatig haasje over speelden. Je geloofde je ogen niet!
Aan een muur wordt een fotoreeks van een blinde muur gehangen. Een vijftal foto’s, op een rij. Op de derde foto, komt rechts een deel van de motorkap van een auto het beeld inrijden. De muur blijkt snelheid te bezitten, de muur vliegt voorbij.
Sommige kunstwerken zijn overladen met informatie, anderen zoeken de nulgraad daarvan op. In de werken die stampvol zitten met verwijzingen, stap je een universum binnen, en voor je het weet ben je daarin verdwaald. Bij werken met weinig ‘verhaal’, wordt je in de steek gelaten, er is immers bijna niets te ‘zien’. Wat valt er over een blinde muur te zeggen? Mogelijk alleen iets over de graffiti die erop staat. Of over een auto die net in beeld komt rijden. Of over de manier waarop hij gemetseld is, en in welke soort baksteen.
In beweging zijn. Op reis gaan. Ergens aankomen waar je nog nooit geweest bent. Onder het motto; als je een auto hebt kom je nog eens ergens. Het landschap waarin je rondrijdt is je onbekend. Lokale bestuurders ergeren zich dood aan jouw slakkengang, ze scheuren je zo hard mogelijk voorbij. Met gevaar voor eigen leven, onoverzichtelijke bochten negerend. Maar, zij kennen de weg op hun duimpje. Jij niet, voor jou is dit terra incognito. Jij bent hier de vreemdeling, en onbekend maakt onbemind, nietwaar?
Zijn wij, als beschouwers van kunstwerken de vreemdelingen, en de kunstwerken de autochtonen? Is de minimale informatie die ze tentoonstellen, voor hen gesneden koek en stampvol verhalen? Hoe lang is de geschiedenis van een blinde muur? En waar gaat die auto daar op die foto naartoe? De bestemming van die auto zal ons nooit duidelijk worden. Sterker nog, we komen niets te weten over de bestuurder. Is dat een vrouw of een man? Is die auto op weg naar huis, rijdt hij naar het werk, of zijn de kinderen net van school gehaald? We zullen er niet achter komen, maar een keten aan associaties is op gang gekomen.
Als je een kaart van Europa ophangt, heb je veel keuzes. Als je een kaart neemt van Europa verdeeld door het ijzeren gordijn, dan zijn er veel mensen die dat gordijn nooit meegemaakt hebben. Tenslotte moest de kaart van Duitsland in 1990, na de hereniging, weer veranderd worden. En op de kaart van Europa uit 1014 komen de namen Polen, Oostenrijk en Tsjechië niet voor, m.a.w. de grootouders van mijn generatie (babyboomers) zijn in een heel ander Europa geboren. Laat staan hun grootouders! En hoe lang gaat het duren voordat Turkije definitief bij Azië hoort? Je hebt eigenlijk een heleboel mogelijkheden. Neem je de kaart uit je jeugd, of die van je oude dag? Of misschien de kaart van je ouders, om hen te eren. Om opnieuw met hen in veranderd Europa op reis te gaan.
Daarnaast zijn kaarten objecten van schoonheid. Een oude schoolkaart aan een muur van je huis kan een sieraad zijn. Iets dat je koestert. En iets dat je doet beseffen hoe nietig een individu is in het licht van de geschiedenis van een continent, laat staan de wereld.
Badys Isek Kingelez (1948-2015) bouwde aan zijn kleurrijke kartonnen maquettes van utopische steden. Constant gaf vorm aan de wereld van de Homo Ludens. Luciano Fabro (1936-2007) de Arte Povera artiest, heeft het land Italië, in de vorm van een sculptuur, ondersteboven, vrij in de ruimte, opgehangen. En Jasper Johns heeft ooit, met ‘reuze’-verfstreken de kaart van Noord Amerika bestreken. Ook in sommige van mijn eigen werkstukken duiken kaarten op.
Een mens loopt over de aarde. Langs het strand met de kalme zee. Naast de beek in de vallei, op weg naar het kleine dorp uitkijkend op een majestueuze berg. Zich een weg banend door donkere dennenbossen. Over steppen trekkend, waar geen eind aan lijkt te komen. Hoe groot is de woestijn, en overleef ik die zonder gids? Soms is de wereld boos, en laat het stormen. De te vol geladen rubberboot zinkt. Het prikkeldraad van het hoge hek te vlijmscherp om over heen te klimmen. Het land aan de andere kant van het hek tot boze droom geworden.
Blijf zitten waar je zit, en verroer je niet. De herinnering aan een kinderspelletje drijft voorbij.
Een huis, een prachtig huis dat al lang ‘in de familie’ is, ligt er kapotgeschoten bij. De bewoners zijn vertrokken. Verbeeld ik het mij nou, of hoor ik daar pianomuziek? Een wals? Wordt daar gedanst?
Als je uit de ramen kijkt van de parterre zie je, van tijd tot tijd, mensen voorbij komen. Zijn ze van deze tijd, of uit een verleden tijd? Lopen wij daar, onze ouders, of zelfs onze grootouders als volwassenen of als kleine kinderen? Van wie worden er eigenlijk filmbeelden getoond?