De kunstboekenkast: Art. Achter de schermen van de kunstwereld

Coronavirus. Het nergens heen kunnen en niets open zijn geeft de kans om je eigen boekenkast te plunderen. Al die boeken die nog op hún dag aan het wachten waren. Een nieuwe rubriek is geboren: De Kunstboekenkast.

Deel 3: Art. Achter de schermen van de kunstwereld van Sarah Thornton. Bezige Bij, 2009

De kunstboekenkast: Art. Achter de schermen van de kunstwereld

Context van het boek

De mondiale kunstwereld fascineert menigeen. Maar wat is die wereld precies? Het is een wereld die de laatste decennia steeds meer draait om geld. The great contemporary art bubble uit 2009 geeft daarvan een goed beeld.

Er zijn best al wat pogingen gedaan om die wereld bloot te leggen. Documentaires, films en boeken. Zoals Shock Art van Don Thompson en Boom van Michael Shnayerson.

Seven Days in the Art World van Sarah Thornton gaat een beetje over hetzelfde onderwerp maar toch ook niet. Ze bezoekt zeven verschillende onderdelen van die kunstwereld en praat met iedereen die ze tegenkomt. (Vandaar ook de originele titel, Seven Days in the Art World, die om onbegrijpelijke redenen niet is gehandhaafd in de vertaling.)

Dit boek is vooral heel veel gesprekken, met mensen bij een chique kunstveiling (Christie’s), docenten op een kunstacademie (CalArts), handelaren bij een kunstbeurs (Art Basel), juryleden en kandidaten van de Turner Prize, redacteuren van het elitaire tijdschrift Artforum, een immens populaire kunstenaar (Murakami) en bezoekers aan de biënnale in Venetië.

Thornton schetst daarmee letterlijk een dwarsdoorsnede van de mondiale kunstscene. Een soort kunstdorp waar iedereen elkaar kent. Zo ontmoet ze Amy Cappelazzo van Christie’s (nu Sotheby’s), verzamelaar David Teiger, curator Paul Schimmel en kunstenaar John Baldessari allemaal wel een paar keer in het boek.

Het boek is vertaald in 22 talen.

Pluspunten

Art. Achter de schermen van de kunstwereld amuseert. Dat komt vooral door de reportage-achtige manier van schrijven. ‘Hij verdween en kwam even later zonder jasje terug, ging zitten en begon zorgvuldig de mouwen van zijn overhemd op te rollen. We sloegen de prietpraat over.’ Of deze: ‘Obrist beantwoordde een e-mail terwijl hij praatte; zijn gave om meerdere dingen tegelijk te doen was indrukwekkend.’

Sterk is dat ze ook terloopse ontmoetingen weergeeft. Zoals wanneer ze in een Venetiaans zwembad tijdens de Biënnale een mopperende Italiaanse verzamelaar ontmoet, of als ze pizza’s eet met studenten op de kunstacademie. Ze heeft geen last van een klassieke fout in de journalistiek: het onderscheid maken tussen ‘gewone’ en ‘belangrijke’ mensen.

De opzet is ook prettig simpel: zeven dagen ergens vertoeven in de kunstwereld (in de periode 2004 – 2007). Dat maakt vooral de eerste twee hoofdstukken erg goed. (Ze heeft wel af en toe telefoongesprekken thuis verplaatst naar een locatie, erkent ze in het boek.)

De mensen in het kunstwereldje hebben vaak wel een eigenwijze visie op dingen – en dat is entertainend. Een beroemde verzamelaarsfamilie die haar weigert om mee te laten lopen bij een beurs. ‘Dat is zoiets als vragen of je mee onze slaapkamer in mag!’ Redacteuren van kunsttijdschriften die zeggen dat 95% van de moderne kunst onzin is. Bezoekers van veilingen die zeggen: ‘Ik ben hier alleen maar om de sfeer op te snuiven – het aroma van wat hier broeit.’ Een kandidaat voor een prijs: ‘Bekroonde kunst? Die categorie bestaat voor mij niet. Je kunt in iemand die in de supermarkt omvalt ook een groot kunstwerk zien.’

Ze moet bijzonder laagdrempelig zijn om mee te praten. Ook een kei in supersnel notities maken. In het nawoord vertelt ze dat ze 47 notitieblokjes vol heeft gepend. Dat wil ik wel geloven.

Minpunten

Die reportages zijn prettig leesmateriaal, maar soms wel erg random. En de beschrijvingen van de karakters voegen soms ook weinig toe. ‘Griffier (…) komt met zijn kale hoofd en ernstig voorkomen over als een getormenteerde, half hippe, half sullige geestelijke.’

Hoe kunst en geld met elkaar samenhangen? Dat leer je niet beter begrijpen via dit boek. Daar zijn andere boeken beter in. En dat was ook niet echt de opzet hiervan natuurlijk. Thornton wil registreren (niet voor niets beschrijft ze haar stijl als participerende observatie). En ook wel amuseren. Maar niet onthullen.

En de sociologische studie, zoals Thornton dit werk zelf presenteert, lijkt mij een beetje te gezocht. Dit boek is ‘gewoon’ een amusante schets van mensen in de kunstwereld en daar is niets mis mee. Als het boek al vernieuwend is, is het door het per ongeluk uitvinden van een nieuw genre: het terloopse essay.

Een ander minpunt is de cover en de titel van de vertaling. Art in de Nederlandse titel? Vreemde oplossing.

Memorabele quotes uit het boek

Veilingen

“Kunst had vroeger zoveel betekenis van zichzelf dat het ook na de periode waarin het gemaakt was relevant bleef, maar tegenwoordig voelen verzamelaars zich aangetrokken tot kunst die ‘een spiegel van deze tijd is’ en zijn ze te ongeduldig om een werk lang genoeg vast te houden om te zien of het ‘tijdloze’ waarde heeft.”

“‘Ongeveer twee nummers voordat iemand biedt,’ onthult hij, ‘beginnen ze dingen te doen die mij zeggen dat ze geïnteresseerd zijn in een nummer. Ze gaan rechter op hun stoel zitten, trekken hun jasje recht, krijgen een nerveuze blik in de ogen. Zelfs geharde professionals die dit al hun hele leven doen, verraden zich zo. (…) Ik zie dat aan hun lichaamstaal, omdat ze normaal meestal onderuitgezakt op hun stoel zitten.'”

“‘Toen de mosterdkleurige Warhol op dertien miljoen stond, kreeg ik sterk de neiging om mijn hand op te steken,’ zegt [Keith] Tyson. ‘Maar toen dacht ik: dat heeft vast al eens iemand vóór mij gedaan.'”

Kunstacademie

“‘Om een kunstenaar te blijven, moet je op je eigen intuïtie en instinct vertrouwen,’ beweert hij [Chris Burden]. ‘De academische wereld is gebaseerd op rationeel groepsdenken. Kunst daarentegen heeft magie en alchemie, maar wetenschappers blijven altijd achterdochtig jegens degene die in die grote zwarte ketel roert.'”

[John Baldessari:] “‘Je moet dingen uitproberen. Je kunt niet gaan zitten wachten, doodsbang om iets verkeerd te doen, en zeggen: Ik wil alleen een meesterwerk produceren.'”

Kunstbeurs

“‘Wanneer je op iemands eerste of tweede tentoonstelling werkt aankoopt, help je mee aan het opbouwen van het zelfvertrouwen en de naam van die kunstenaar. Het gaat niet alleen om het kopen van een kunstwerk. Je investeert in iemands leven en welke wending dat leven zou kunnen nemen.'”

“‘Het is hier net een freejazzconcent met een dronken aap achter de mengtafel.'”

Prijzen

[Mark Titchner als hij niet de Turner prize heeft gekregen:] “‘Het was alsof je in het openbaar door je vriendin gedumpt werd, waarna ze vroeg of je “vrienden” wilde blijven,’ zei hij. ‘Je weet dat het zo gaat, maar het blijft een bizarre ervaring.'”

Atelierbezoek

“Toen ik Sato [assistent Murakami] vroeg of er ruimte was voor eigen creativiteit, antwoordde ze: ‘Geen enkele.'”

“Vijfentachtig doeken in totaal stonden klaar om ‘bloemen met grote gezichten’ te worden, zoals Murakami ze voor het gemak noemt (…). De Gagosian Gallery had de vijftig die zij in mei 2007 geëxposeerd hadden voor negentigduizend dollar per stuk verkocht. (De officiële prijs is honderdduizend dollar per stuk, maar iedereen die wat voorstelt krijgt tien procent korting.)”

Biënnale

“‘Deze paviljoens waren onvergetelijk omdat ze zich ondergeschikt hadden gemaakt aan de kunst,’ concludeerde Blazwick. ‘Ze waren geen vensters op de wereld. Ze waren werelden op zichzelf.'”

Dus, kortom?

Het aardige van het boek is dat het met alle snippers een sterke indruk geeft van het kunstwereldje. Ik ben wel fan van dit soort observerend werk. Het spreekt me meer aan dat het soort vervolg dat Sarah Thornton in 2014 schreef: 33 Artists in 3 Acts. Daar gaat het ongetwijfeld over de ‘grote jongens’, die hier juist een bijrol spelen.


Het boek is niet meer verkrijgbaar in de gewone boekhandels, maar wel online te bestellen via Bol.com, De Slegte en Amazon.