Invest Week Interview #5: Ingmar König

Ingmar König (1988) is sinds drie jaar kunstenaar, hoewel hij aanvankelijk nooit dacht dat het die kant op zou gaan.

In zijn werk is afwisseling het toverwoord. Verschillende objecten in een tentoonstelling; samenwerking; variatie serieus en lichtvoetig werk. Ten slotte zijn de technieken en materialen zelden hetzelfde. We spreken met Ingmar over zijn fascinaties met toerisme, lasergamehallen en bizarre geurtjes.

Invest Week Interview #5: Ingmar König
Ingmar König

In je solotentoonstellingen Contraband en Detourist valt de wisselwerking tussen de verschillende objecten erg op. Kun je toelichten hoe die wisselwerking plaatsvindt?

‘In het geval van Contraband wou ik eigenlijk een nieuw werk maken maar doordat de tentoonstelling vervroegd werd, had ik daar te weinig tijd voor. Ik moest in mijn archief duiken. Daardoor kwam ik op het idee om een sculptuur aan te passen. Dat doe ik wel vaker. Ik denk dat alles werkt rondom een bepaalde thematiek. In dit geval ging het mij om een naïeve reisgeest.

‘Ik denk zeker na over de wisselwerking. Als een soort toerist loop je rond. Ik zie dat als de choreografie van de toeschouwer, maar ik wil het niet weggeven door het uit te gaan leggen. Bij Contraband is de tarp het eerste waar je heen loopt, daaronder ligt de propellor uit een eerdere show, nu verkoold als een super abstract kampvuur.  Vervolgens zie je de video, en dan draai je weer de andere kant op, daar zie je weer een sculptuur. Dan loop je die muur af en kom je langs een foto en de laatste video.

Invest Week Interview #5: Ingmar König
Contraband © Peter Tijhuis

‘Ook het verhaal van overleven van een vliegtuigongeluk op weg naar vakantiebestemming is maar één suggestie van een verhaal. Dat ontrafelen is interessant op een moment als je een andere route hebt genomen dan iemand anders, en je spreekt elkaar er later over.’

 

Waar komt dit specifieke onderwerp van Contraband vandaan?

‘Ik vind het heel interessant hoe toerisme werkt, hoe naïeve backpackers bijna een soort ongemak met zich meedragen. Voor het gelijknamige videowerk Contraband heb ik de ondertitels gebruikt uit een aflevering van de serie Locked up Abroad waarin een naïef meisje naar Goa gaat om ‘zichzelf te vinden’.

‘Zelf ben ik ook een paar keer in India geweest en ik vind het heel fascinerend dat mensen daar heen gaan om spiritualiteit te zoeken, terwijl ik juist denk dat spiritualiteit, als je daar naar zoekt, bij uitstek iets is wat niet plaatsgebonden zou moeten zijn.

‘Het aardige vind ik hier dat iemand dat spirituele opzoekt, zich ergens fijn voelt, opeens merkt dat het geld op is, en dan maar gaat smokkelen om in het paradijs te blijven. In mijn geknipte versie van haar anekdote is het smokkelwaar zelf weggelaten en eindigt het er uiteindelijk mee dat het pakketje gewoon aankomt, niet met een soort consequenties van haar fout, waardoor het die show meteen ondermijnt.’

 

Is het voor jou belangrijk dat je werk een boodschap uitdraagt?

‘Het interessante is van beeldende kunst is dat het multi-interpretabel kan zijn. Als je het uit kunt leggen met één statement, is er bijna geen reden meer voor een beeld.

‘Ik denk dat mijn werk kritisch is zonder belerend te zijn. Soms is het zelfs grimmig. Zoals het vliegtuigongeluk. Een beladen iets, tegelijkertijd is het ook een heel raar poëtisch iets. Je hebt beide nodig, denk ik, je kunt niet alleen vrolijk of neutrale werken maken, er moet ook iets als tegenhanger zijn.’

 

Invest Week Interview #5: Ingmar König
Shrine arena © Vesna Faassen

Toch zitten er soms ook grapjes in je werken verborgen, zoals het terugkerende ventilatierooster.

‘Bij P////akt, waar ik mijn eerste soloshow had, viel het me op dat als je daar een rooster op ooghoogte ophing, het net een soort zaaltekstje leek. Je zou het kunnen zien als een flauwe grap maar voor mij is het net zo goed een werk als alle andere werken die ik maak. Het gaat erom dat al die dingen een eigen plek vinden. Als je een ventilatierooster plaatst op een beurswand, ervaar je die wand ineens als veel massiever.

‘Zo verandert een wand ook door een spandex pisdriehoek. Opmerkelijk was dat bijna elke man ze blijkt te kennen, maar dat ik vrijwel elke vrouw moest uitleggen waar de vorm op gebaseerd was. Het is niet iets wat hen hindert dus kennen ze het niet. In het echt ze zien er heel erg massief uit, metaal, maar dit is gewoon spandex, de meest carnavaleske stof die er is.’

Invest Week Interview #5: Ingmar König
Onderdeel Concept Store © Jhoeko

Is de diversiteit van materialen en technieken die je gebruikt niet af en toe overweldigend?

‘Veel ontstaat vanuit een experiment. Daardoor is het voor mij minder overweldigend. Aan de andere kant: ik ben druk en chaotisch van nature, dus ook al had ik minder mogelijkheden, dan was het nog steeds overweldigend geweest.

‘De ijzeren wet van 100.000 manuren ergens in stoppen voor je het beheerst, daar ben ik niet zo mee bezig. Ik hoef geen heerser te zijn van een materiaal of techniek. Al het goede werk was heel eng tijdens het hele proces van het maken. Ik wil het idee hebben dat ik kan falen, dan maak ik de scherpste beslissingen. Daar haal ik veel energie uit, dat ik tijdens een proces denk: waarom heb ik nu weer een megalomaan bouwwerk bedacht, of wil ik een techniek gebruiken die ik niet beheers?

Spandex pisdriehoek
Detourist (detail) © Charlott Markus
‘Voor mij is het moeilijk voor te stellen dat je alleen maar zou schilderen in deze tijd. Dat vind ik bijna niet geloofwaardig om in 2016 nog steeds te doen.’
Invest Week Interview #5: Ingmar König
Scape 7 (detail)

Je werk Scape #7 is weer anders dan anders. Ik moest zelfs denken aan Piero Manzoni’s ‘achromen’. Toeval?

‘Het is niet op een doek gemaakt! Cement en verf direct aan de muur. Heel omslachtig om te maken, want de hele ruimte wordt mega stoffig, ik heb het een paar keer gedaan, en het is echt de hel, en ook de hel om het er weer af te halen, maar het levert een beeld op dat ik echt te gek vind, waarvan ik vind dat het er moest zijn.

‘Die vergelijking met Manzoni vind ik heel interessant, maar is niet bewust door mij gezocht. Ik heb niet echt persoonlijke helden in de kunstgeschiedenis waar ik direct een link mee wil leggen.

 

Je nieuwste project is ook weer heel wat anders.

‘Voor Art Brussels ben ik in samenwerking met Nest bezig met een sculptuur dat een beetje op een klein getordeerd huis lijkt. Ik dacht: ik wil een groot ding maken, dat is sowieso al heel onhandig op een beurs. Het is ook statisch, iets waar je langs kan lopen maar waar je niet direct je vinger op kunt leggen, en waar ook geen bordje met toelichting hangt.

‘Het is grappig om van de vorm van een 3D-schets met de computer een klein model te maken en het dan in het groot uit te werken, en er vervolgens de architectonische kwaliteiten van in te zien. Je kunt er nu al echt in staan.

‘Er komt nog een pvc-doek overheen, met een kleurenpatroon, zoals huizen waar termieten in zitten die bespannen worden met een soort circusdoek. Een geweldige tegenstelling. Iets ziet er van buiten vrolijk uit maar binnenin is er een soort genocide aan de gang.’

Voor dat nieuwe werk werk je met weer een nieuw materiaal: geur. Hoe ben je daarbij gekomen?

‘Ik heb voor deze installatie vier geuren bedacht die heel erg ver uit elkaar staan. Een geur die we kunnen herkennen als een soort herinnering uit onze kindertijd. Een soort pioniersgeur, die bestaat uit onderdelen die we als geheel niet kunnen plaatsen. Een geur die gebruikt wordt door een winkelketen om mensen binnen te lokken. En ten slotte de geur van een vliegtuigongeluk, die echt wordt gemaakt door een bedrijf. Daar zit een mystiek achter want bijna niemand weet hoe dat echt ruikt, er zijn natuurlijk niet veel mensen die een vliegtuigramp kunnen navertellen.

‘Als die geuren verspreid worden, kijk je misschien net naar een werk in de stand ernaast dat je zou willen kopen en dan ruik je opeens die geur. Die geurdeeltjes zijn minideeltjes die op alles neerdalen, ook op de mensen. Dus iedereen neemt mijn werk als het ware mee naar huis.’

 

Je werkt vaak samen aan projecten, zoals deze. Zijn jouw bijdragen aan groepstentoonstellingen te vergelijken met de wisselwerking van objecten in je eigen solotentoonstellingen?

‘Dat denk ik wel. Ik vind het te gek om een eigen ruimte te krijgen en er iets mee te kunnen doen. Tegelijk vind ik het ook het allerleukste dat je samen kunt werken en allebei concessies moet doen, en met elkaar in gesprek moet blijven, daar krijg ik ook energie van.

‘Ik zou niet enkel maar in mijn eentje moeten werken, of in mijn eentje in mijn atelier te zitten de hele tijd, ik heb juist mensen nodig die langskomen, gesprekken hebben over werk, en je weer input geven.’

(Links: Detourist (detail) © Charlott Markus)

Op je website heb je het over weer een heel andere fascinatie, die voor bizarre interieurs, zoals het interieur van de lasergamehal. Wat spreekt je daar zo in aan?

‘Die ruimte bestaat alleen maar uit façades, decorstukken, die alleen maar de functie hebben dat je erachter kunt schuilen. Dat decorachtige van zo’n plek vind ik heel interessant, die archaisch-futuristische brokstukken. Maar ook hoe neprotsen gemaakt zijn in een dierentuin, of in sommige dierenwinkels. Of de Perry Sport die helemaal losgaat op een waterval die dan eigenlijk nooit in gebruik is.

‘Je weet dat het nep is, dat die ruimte alleen maar tijdens zo’n game iets betekent, met lichten die heen en weer gaan. Als het licht aan zou gaan, het geluid uit zou staan en je zou je lasergamepakje niet aan hebben, dan is het ineens een heel erg rare plek, waar je geen touw aan vast zou kunnen knopen.

‘Het lijkt me echt te gek om ooit een soort carte blanche te krijgen dat je helemaal los kunt gaan om zelf zo’n ruimte in te richten, om vervolgens te lasergamen in mijn installatie. Dat is mijn horizon!’

 


In aanloop naar de aanstaande Invest Week in juni presenteert Jegens & Tevens in samenwerking met Stroom Den Haag een reeks persoonlijke portretten. Meer informatie over de Invest Week is te vinden via www.stroom.nl.