Big Art 2023 – een reusachtig uitje
Grote kunst kreeg weer alle ruimte in de voormalige Bijlmer Bajes, tegenwoordig Bajeskwartier in Amsterdam. De achtste editie van Big Art werd afgelopen weekend gehouden. Dat levert een onsamenhangende kunstoogst op, maar dat is juist ook de charme van Big Art.
Het concept van Big Art blijkt al jarenlang erg effectief. Zet grote kunst bij elkaar, maak het niet te moeilijk (geen vaste thema’s enz.), geef bezoekers de kans om met de kunstenaars te praten over het werk, doe er een sausje goede marketing overheen, en voîla, de mensen komen in drommen. Ook deze zondag was het de hele dag druk, ondanks de toegangsprijs van € 15.
Een superlaagdrempelig en democratisch gebeuren dus. Drie verdiepingen vol met verschillende kunstwerken. Iedereen met uitleg op zelfgemaakte A4’tjes met eigen lettertypen. Visitekaartjes rapen wat je wilt, vragen stellen aan wie je wilt.
Big Art fungeert als een soort driedaagse reclamespot van de deelnemende kunstenaars. Die halen er ongetwijfeld voldoening uit maar dat moet toch ook wel slopend zijn, zo’n lang weekend.
Alles is er. Tekeningen, schilderijen, textiele werken, fotobewerkingen, dozen, klei, porselein, doppen van pinda’s, video’s, glas, etc…
Het gaat je al snel duizelen. Hoe vaak kun je achter elkaar in de diepere lagen van een kunstwerk duiken? Kunst kijken is topsport.
Textiele kunst valt op
Textiel heeft de kwaliteit om reusachtig te kunnen zijn. Er zijn best wat hangende doeken en liggende tapijten. De variatie is ook weer enorm.
Zoals mooie werken van Roos van Dijk (Oblique Light 1 to 6); Karin Kytökangas (Foretell by means of present signs); Milla Novo (RopeWorks); Pien Overing (24 Dots); Tinca Veerman-Pekelharing (I hold my breath while closing my eyes); Femke van Gemert, of te wel de Waste Textiles Artist (Nasty Nets) en de knit-art van Yamuna Forzani (It takes a village). Ieder met hun eigen stijl en verhaal.
Er is zelfs een vrouw die samensmelt met een tapijt, Lady in Rug van House of Rubber.
Contextloosheid
Bij Big Art heb je regelmatig een gevoel van totale contextloosheid. In hoeverre kan een kunstwerk altijd voor zichzelf spreken? Veel werken vereisen dat je even blijft staan, iets leest, ergens in verdiept, het brein laat werken: dat helpt.
Bij de kleien mallen van plaatsen waar wasvrouwen wasten (Lavoir II van Charlotte Koenen) is bijvoorbeeld context nodig. Bij Carolien Scholtes (Het Ruiterbeeld) duurt het even voor je realiseert dat in een berg spullen utopische ideeën van klassieke kunststromingen als De Stijl te zien zijn. Die utopie heeft een reden, lees er meer over op de site van Carolien Scholtes.
Koen Kievits toont zelfs de vloer van zijn oude atelier (A slight impression), waarop nog een voetstap en witte verf te zien is (“Was een ongelukje…”). Daar maakte hij zijn eerdere werk op en nu heeft hij de vloer meegenomen om te exposeren. Diverse bezoekers werpen een meewarige blik op de tentoongestelde vloer. “Daarom sta ik klaar om het toe te lichten.”
Tekenen en schilderen: veel talent
Good old teken- en schildertalenten ontbreken ook niet. Er is veel talent te zien in de werken van Rosalyn van Hummel (Seascape, feminine waters); Cindy van Woudenburg (met name de handen van Alleviate); de Franse streetartkunstenaar Fenx heeft ook iets wat me erg aanspreekt (l@neliness !s g@ddess); Jarik Jongman (Dopo la Tempesta) en het duizelingwekkende Escheriaanse lijnenspel van Roy Jariv. Mysterieus is het uitklappaneel van Merel Jansen (Garden of Delights).
Anne Rudolf vraagt zich zelfs af hoe dichtbij je een tekening wilt komen. Je kunt haar tekening in, wat een beetje doet denken aan een beroemde videoclip uit de jaren tachtig.
Opgaan in de omgeving
Dat doet eraan denken hoe moeilijk het is om je werk te laten opgaan in de expositieruimte zelf. Een paar werken springen erboven uit in hoe goed ze passen bij het interieur van de ex-bajes: (N)EVER van Aptum (Ontwerpduo); Hairy-legs people van Donglai Meng; het spinnenwebkunstwerk van Jake Kelly (Installation BA#5); en Glitch II van Michiel Kluiters.
Kunst direct op de muren: meer opgaan in de omgeving wordt het niet (Nelleke Bosland).
Toeval bestaat wel
Serendipiteit is altijd leuk. De opgewekte en kleurrijke sleutels van Hugo Rocci (Llaves) passen ogenschijnlijk perfect bij de wat sombere metalen cocon met sleutelopeningen van Kees Elffers (Curiosity Killed the Cat).
En de emaillen connecties van Aletta Bos (Temporarily Connected) zouden mooi de emaillen problemen van Hanne Arends (Collective loneliness) kunnen oplossen.
En een paar kunstenaars die opereren op het gebied van fotografie, licht en geometrische vormen hebben hier een beetje een expositie binnen een expositie: Robbert Jan de Witte (Broken Windows), Jan Theun van Rees (Driesprong) en Robert de Goede (First Room).
Mensen? Iets minder
Afbeeldingen van mensen lijken wat minder in de mode te zijn, afgaande op deze Big Art. Zelfportretten misschien nog wel. Nog net gekuisd genoeg voor de vele families bij Big Art is het werk van Hester Scheurwater (Flashback 1). De zelfportretten van Lique Schoot zijn soberder en geven meteen een associatie met Warhols prints. Fraai tekenwerk is het portret dat Noreen Riepma maakte.
Heel veel meer kunstwerken van mensen waren er niet echt te zien – afgezien van de vele bezoekers aan Big Art zelf.
(Hover over de plaatjes om naam van de kunstenaar linksonder in de browser te zien.)
Mos, consoles en ideeënbibliotheken
Big Art biedt veel kansen voor ongewone werken. Zoals het ijzerdraadwerk Museumpje van Natascha Waeyen, waar een stuk mos op de vloer een interessante bijrol in heeft.
Over mos gesproken, dat speelt ook een rol in de Mossopera van Leonie Brander en Nina Guo. (Lees het interview met Leonie Brander uit 2022 op Jegens & Tevens voor meer context bij haar werk.)
Of ‘ideeëngenerator’ Dominique Himmelsbach de Vries die achter zijn bureau van zijn Himmelsbach Ideeënbibliotheek zit.
De smeltende Ice Painting van Daan den Houter kun je ook lastig in een vakje duwen. De console van Brian Elstak (B.A.S.S.) evenmin.
Soms maken veel kleine werken een groot werk (Bonnita Postma: Iacrimosa in extasi).
En groot op astronomisch niveau is Transcending Stillness van lichtkunstenaar Clifton Mahangoe. Via 16e eeuwse tekeningen van astronomen Giordano Bruno en Gorlaeus zegt zijn werk (dat aan Olafur Eliasson doet denken) over het universum. Want bij grote kunst passen grote thema’s.
Iets missen? Never
Het ene grote werk is groter dan het andere. Er zijn grote werken waar je toch bijna aan voorbij zou lopen, maar die toch nopen voor een langere blik. De tijdloze sciencefictionthema’s in potlood van Cathelijn van Goor (Future Past – Berlin Through the Looking Glass) is er zo een. Misschien knalt het minder maar het verwondert meer.
Ook Seeing Life Rose Colored van DH Mack valt minder op maar laat me toch even stilstaan. De subtiliteiten in Kelly Jangs werken zou je ook zo kunnen missen in de snelheid, zoals in Timebody and Absence. En het aan de nulbeweging herinnerende Rhythm Extreme van Marike Andeweg valt misschien minder op omdat het perfect past bij de muur van het Bajeskwartier.
De grootste winnaar van Big Art blijft het gebouw. Gegroeid van behuizing van zware criminelen naar superdecor van kunstwerken. Met als bonus hier en daar nog wat geschiedenis:
Mocht er een titel of naam verkeerd vermeld zijn: neem contact met ondergetekende via info [@] indipendenza.nl, dan pas ik het meteen aan.
Foto cover: Naturträne van Leon-Marie Dekker en Margareth van Aken.
Foto’s © V.K. van den Berg & Bob van der Sterre.