Post-Corona met kunstenaar Iris Bouwmeester
Post-Corona: een serie interviews met kunstenaars die terugkijken op de coronaperiode in 2020. We gaan verder met een interview met Iris Bouwmeester, die het begin van de coronacrisis verwerkte door thuis tekeningen te maken. Later werd dat een boek: corona drawings.
Bij het begin van de coronacrisis begon je opeens met tekenen. Hoe ontstond dat?
Ik ben van nature een beeldhouwer. Beelden maken is een traag proces en is ook heel openlijk. Tekenen heeft iets veiligs. Je kunt snel reageren in situaties dat je denkt: ik weet niet wát er gebeurt maar het is heel intens.
Ik woon in Brabant. We zagen corona hier al wat sneller aankomen dan mensen in de randstad. Ik wist nog niet of het zou worden zoals in Italië, dat je echt in je huis moet blijven. En ik moet echt iets maken, ik ben heel beweeglijk van nature! Dus toen iedereen wc-papier ging hamsteren, kocht ik tekenpapier en kleurpotloden, en begon te tekenen.
Het gekke is dat ik het ook meteen gaaf vond om zo’n periode mee te maken. Ik hou wel van spektakel! Daar heb ik nou eenmaal een merkwaardige voorliefde voor.
Het lijkt of je vrijwel onmiddellijk bij het begin van het coronavirus de knop had omgezet om te gaan tekenen.
Nou… ik denk dat je als kunstenaar vrij gevoelig bent voor wat er speelt in de samenleving. Ik ben in principe altijd op het ergste voorbereid en denk ook altijd vooruit.
De eerste drie tekeningen maakte ik als houvast. Ik had me ook een taak gegeven: een per dag. Ik ging ze delen op social media. Na een paar dagen kreeg ik reacties als: oh, dit ga je dus elke dag doen. Ik voelde ineens een soort verantwoordelijkheid om ermee door te gaan…
Ik wist niet van alle tekeningen of ze goed of slecht waren. Daar ging het ook niet om. Ik wilde laten zien wat de kracht van een creatief proces kan zijn. Helemaal ongefilterd! Alleen maar het kader van een dag, een A4’tje en een potlood.
Aan de tekeningen zie je dat ik een beeldhouwer ben. Als je tekenaar of schilder bent, werk je met een plan en heb je vlakken. Bij mij blijft het toch altijd zoeken naar een object. Ik draaide ook vaak het vel om en dan tekende ik door. Eerlijk gezegd doe ik dat met beelden ook, dan draai ik ook wel eens het beeld om.
Het voelde wel soms aan als een soort spel. Sommige mensen zagen me als een orakel. Het wordt minder of lichter zeiden ze… maar ik teken ook maar wat! Het moest niet te eenduidig worden, vond ik. Als iedereen er een soort new-age-achtige geruststelling in gaat ontdekken, knal ik er iets anders tegenaan! Op abstract niveau was het een confrontatie.
Bij de tekeningen staan hashtags van instagramberichten uit die tijd: #patientnul, #hamsterparia, #lockdownparty, #coronahufter, etc. Hoe zijn die in het boek gekomen?
Aanvankelijk was ik niet van plan om een boek te maken. Ik plaatste de tekeningen alleen op social media. Dat was toch ons communicatiemiddel in die periode. Je zag daar dan bepaalde woorden vaak opduiken.
In het begin zag je bijvoorbeeld de vraag: waar komt het virus vandaan, met locaties en dieren. Dan zijn er perioden dat de complottheorie in opmars is. Dan weer wat positievere vibes dat wilde dieren door de straten lopen en dat de natuur ervan opknapt.
Ik wilde er een tijdsdocument van maken, dat het het persoonlijke zou overstijgen. Maar bijvoorbeeld #zorgapplaus of #Trump heb ik niet opgenomen, daar heb ik geen affiniteit mee. Wel als ik zo’n bericht las dat een tijger positief was getest op corona.
De hashtags zijn geen een-op-een-titels voor de tekeningen. Associëren mag wel, maar als mensen dat maar niet op een verkeerde manier gaan doen. Er is volgens mij één die je vrij letterlijk kan opvatten: #Coronabuikje, met een bolle tekening. Bij de tekening waar iedereen zwangerschap als associatie had, had ik het woord #Complot. Dat kan ook groeien, haha!
Op de dag toen de musea weer open gingen, houdt het boek op. Wat gebeurde er toen met de tekeningen?
Ik zat met een dilemma: moest die serie uit elkaar of bij elkaar blijven? Het voordeel van een boek is dat ik de serie toch ook bij elkaar houd, ook als de tekeningen nog verder verspreid worden.
Ik ben al 25 jaar kunstenaar en heb nooit een boek gemaakt. Dit boek heb ik ook in teamverband gedaan, met ontwerper Pepijn Zwart en projectleider Marike Schellekens. In de zomer en de herfst hebben we hieraan gewerkt.
Toen het boek klaar was, in december, kickte de tweede golf er weer in. Die eerste golf, waar het boek over gaat, was overzichtelijker. Het was een gevaar, er werd gereageerd, we volgden wat we dachten dat goed was. Ik ervaarde een overeenkomstige beleving: dat we weer een gezamenlijke mensheid waren. Nu is over alles discussie, het wordt politieker.
Heb je door de coronaperiode nog iets geleerd wat je voor je kunst kunt gebruiken?
Ik merk dat ik veel geconcentreerder werk, zorgvuldiger met mijn materiaal omga. Dat zit ook in mijn nieuwe serie. Ik werkte vaak met acrylhars maar daar ben ik mee gestopt, nu werk ik weer met gips, ben gaan schilderen met ei tempera.
Voorheen had ik wel last van the fear of missing out. Ik moest altijd iedere week naar minimaal een optreden, een tentoonstelling, een feestje. Nu denk ik: oe, dit is lekker, ik ga door en door. Ik stel me zo voor dat kunstenaars van vijftig jaar geleden die concentratie die ik nu ook ervaar veel meer kenden.
Om me heen zie ik ook veel fantastische dingen gebeuren. Ook omdat al die kunstenaars een beetje met rust gelaten worden, denk ik, dat komt de werken ook ten goede! Ik heb het idee dat er een inniger relatie kan plaatsvinden tussen kunstwerk en de maker. Nu is het persoonlijker. Ik hou daarvan, dat vind ik heel mooi.
Meer informatie over het boek bij Iris Bouwmeester: info@irisbouwmeester.com.