verhaal (24 april 2020) – de dichter
met Diego Velásquez, Vincent van Gogh, Antonin Artaud en René Magritte
De oude dichter, die nog niet zo lang geleden een jonge dichter was, sloft op z’n gemak achter de woorden aan. Die woorden zoeken naar hun stoel in de zaal. De voorstelling gaat zo beginnen. De alleroudste woorden krijgen hun ereplaats op de eerste rij, de jongste woorden zoeken naar hun plek op het schellinkje.
‘De woorden en de dingen’,het beroemde boek van de Franse filosoof Michel Foucault, begint met een beschrijving van het schilderij ‘Las Meninas’ van Diego Velásquez. Wat zie je daar op, wat is eigenlijk het ‘echte’ onderwerp van dat schilderij, dat is de vraag die de filosoof bezig houdt. Het is een wonderlijk mooie analyse van dat kunstwerk, één die laat zien wat er allemaal aan de hand zou kunnen zijn in dat schilderij.
In de voorstelling zoeken de dingen (gespeeld door kinderen) naar de woorden. De woorden (gespeeld door volwassenen) verstoppen zich in eerste instantie, maar worden aan het eind van de voorstelling gevonden door een dichter (gespeeld door een dwaas).
Het boek over Vincent van Gogh, geschreven door Antonin Artaud, wordt gelezen. Opnieuw gelezen. Door de lezer wordt bedacht dat dat boek niet vaak genoeg gelezen kan worden, zo goed is het. Antonin Artaud was een fascinerende dichter, tekenaar, schrijver en toneelvernieuwer. Zijn manifest ‘le theatre et son double’ uit 1938 is wereldberoemd geworden. Antonin Artaud moest zijn genialiteit met krankzinnigheid bekopen, en bracht een aantal jaar in inrichtingen door. Zijn ‘taal’ over Vincent van Gogh is adembenemend, en lijkt net als in zijn ‘theater van de wreedheid’ te zoeken naar de grenzen voorbij de menselijke rationaliteit, daar waar het onderbewuste aan ‘het woord’ komt. Als je naar zijn tekeningen kijkt, kijk je regelrecht in zijn ‘ontblote’ ziel.
The Living Theatre, de anarchistische experimentele theatergroep uit New York, had grote bewondering voor het werk van Antonin Artaud. Zijn manifest werd een leidraad in hun theaterproducties. De oprichters Judith Malina en Julian Beck hebben zelfs de binnenkant van gevangenismuren moeten trotseren voor hun ideeën. In 1962 heeft the Living Theatre haar eerste optreden in Amsterdam gehad. The Connection van Jack Gelber wordt in De Kleine Comedie opgevoerd. Voor de weinige bezoekers een totaal, nieuwe, verbijsterende en shockerende ervaring. Het gaat over drugaddicts die op hun leverancier wachten, die uiteindelijk niet verschijnt. Een vorm van het rauwe, primitieve toneel dat Antonin Artaud zich voorgesteld had in zijn manifest; le theatre et son double.
Ik lees opnieuw de correspondentie tussen René Magritte en Michel Foucault over het werk van de eerste. Die trof ik ooit aan in een dissertatie (Ruud Kaulingfreks) over het oeuvre van René Magritte. Dat mysterieuze, maar tegelijkertijd zo voor de hand liggende werk van Magritte, houdt nooit op te verbazen. Samengebald, de vragen van het kind (wie heeft God gemaakt?) en het zwijgen van de oude mens (geen idee, zullen we dat God vragen?). Iedere keer als ik naar zijn werk kijk, kijk ik met een verbaasde blik, de eenvoudigste dingen houden maar niet op wonderen te zijn.
Mijn hand tekent een lijn. Met mijn ogen volg ik die lijn. Waar gaat die lijn naartoe? Kent die lijn zijn eindbestemming? Wat moet ik doen om daar ook te geraken?
Doorrekenen, mijn beste vriend. Doortekenen!