verhaal (8 mei 2020) – een zwerver

verhaal (8 mei 2020) – een zwerver

Een man, een man van weinig woorden, gooit een woord in de lucht. Hij ziet het woord eerst omhoog gaan, om daarna langzaam naar beneden te dwarrelen, en op een vel papier terecht te komen. Hij pakt zijn potlood en tekent de contouren van de letters van het woord na. Het woord blijkt in een buitenwijk van het vel papier terechtgekomen te zijn. Je moet een stevige wandeling van wel een paar uur maken om er te komen. Het woord blijkt ‘zwerver’ te zijn.

Hij gaat op zoek naar een zwerver. Hij heeft geen beschrijving van een ‘zwerver’, maar maakt zich er wel een voorstelling van. Laatst zag hij, op de televisie, een reportage over ‘illegalen’ die het opvangcentrum waar ze konden ‘verblijven’ moesten verlaten. De Grote Administrateur schreef dat voor. Er was zelfs netjes over gedebatteerd in de Tweede Kamer, en een meerderheid was het ermee eens. Je zag een vrij jonge man, met een fiets, volgestouwd met plastic zakken, het opvangcentrum verlaten. Een vrouw zwaaide hem na. Hij keek niet om.

Naar zo’n soort ‘zwerver’ is hij op zoek, maar het valt niet mee er eentje te vinden. Ze kunnen zich, over het algemeen gesproken, goed verstoppen. En tijdens de Coronacrises al helemaal. Want ook zij zijn doordesemd van de ‘anderhalve meter samenleving’, dus als zij zich verstoppen doen zij dat op ruime afstand. En dat maakt de zaak niet eenvoudiger. Ze kunnen zich overal verstoppen. Bijvoorbeeld in bossages. En de bossages gaan over in weilanden. De weilanden gaan over in bossen. De bossen verworden tot savannes. De savannes gaan op in woestijnen. De woestijnen eindigen bij de zee. Dus, probeer er maar eens een te vinden, in dit Godverlaten universum!

De man, de man van weinig woorden, heeft zijn potlood neergelegd. Zomaar, ergens op het vel papier. Volkomen onbewust heeft hij dat potlood daar neergelegd. Nu ziet hij dat potlood daar liggen, bewust liggen. Dan gebeurt er iets vreemds, het potlood blijkt een hek. Een hek, waardoor een boer zijn koeien naar binnen laat, om het verse jonge gras te verorberen. Het is lente, de wereld gaat opnieuw beginnen. De tekenaar schudt zijn hoofd, zijn fantasie slaat weer eens op hol.

Lang geleden, toen hij nog kunststudent was, tekende hij wel eens potloden na. Het potlood als onderwerp van een tekening. Nog niet zo lang geleden vond hij er één terug. Een simpele, rechttoe-rechtaan tekening van een 2B potlood. Hetzelfde potlood dat hij bij voorkeur gebruikt. Ook vond hij een tekening van een potlodendoosje. Die twee tekeningen brachten oude tijden terug.

Een hek dat een weiland omsluit, een prachtig enigszins vervallen hek, ooit goed getimmerd, maar lang geleden, dat heeft schoonheid. Een simpele schoonheid, die de moeite waard is om af te beelden. Vaak, als hij er in de auto langs rijdt, denkt hij; dat ga ik schilderen! Hij kent een schilder die hekjes veranderd heeft in schilderkunstige pareltjes, de Amerikaanse kunstenaar Neil Jenney. In 1982 was zijn werk in het Stedelijk Museum in Amsterdam te zien. Daar was ook het schilderij ‘here and there’ (1970) tentoongesteld. Een schilderij (148×199 cm) dat een detail van een afrastering afbeeldt. Dit gelige hek, was een beetje schuin, midden door een ruw geborsteld groen veld geschilderd. De groene verf druipte van het hek. Een geweldig schilderij.

De zwerver is blijkbaar door dat ‘hek’ gekropen, en nergens meer te vinden. Dat komt sommige politici goed uit. Want onder het motto; wat je niet ‘ziet’, bestaat niet’, valt er heel wat weg te moffelen in deze wereld. En dat komt enkele politieke partijen goed uit. Vooral die partijen, die zich afficheren op te komen voor de ‘normale’ hardwerkende mens. Voor slampampers is geen plaats, en voor ‘gelukzoekers’ uit het héél verre buitenland, al helemaal niet. Maar zij ‘garanderen’ de werkgelegenheid, een welvarende economische toekomst en het ‘eigen huis’, ook na de crisis. En de terugkeer naar het ‘nieuwe’ normaal. Zij verdedigen het fort Europa, tegen die lui die dat met zinkende rubberbootjes durven aanvallen. Maar, ‘let een beetje op elkaar’!

Het televisieprogramma Pointer had een uitzending (8 mei j.l.) over een conflict op de grens van Turkije en Griekenland. Het betrof een poging tot digitale réconstructie van een moord, op een Afghaanse man, die daar bij het hoge onneembare hek, Europa’s geruststellende hek, plaatsvond. Premier Erdogan van Turkije had in zijn wijsheid besloten dat ‘de vluchtelingen’ die in zijn land verbleven, richting Griekenland mochten vertrekken. Een geraffineerde politieke provocatie. Tegens alle afspraken in met dat ‘alleraardigste’ humane Europa in, nota bene! Het programma deed, op een nuchtere adequate journalistieke manier, verslag van de opgespoorde digitale feiten. Een shockerend verslag van politiek cynisme van beide kanten, waarbij mensenlevens blijkbaar niet tellen.

Een man, een man van weinig woorden, pakt een nieuw vel papier…..