verhaal (11 april 2020) – Sama
Zonet een indrukkende documentaire van mevrouw Waad el-Kaleab over Aleppo gezien, tijdens de burgeroorlog in Syrië, over de intensieve bombardementen van een paar jaar geleden. Door deze journaliste opgedragen aan haar eerste kind, haar dochtertje Sama. Deze jonge vrouw is getrouwd met de jonge arts Hamza, en een groot aantal scènes spelen zich in de ziekenhuizen in die oeroude tragische stad af. En het laatste deel van de documentaire, in het enige niet verwoestte ziekenhuis van Aleppo. De laatste van de zeven ziekenhuizen die de stad kende. De wreedheid, de onmenselijkheid van het regime van Bashar el-Assad, in samenwerking met de Russen, kon niet beter in beeld gebracht worden. De dictator kan tevreden zijn, de verzetshaard Aleppo wordt, zorgvuldig en systematisch, van de kaart geveegd. Van tijd tot tijd verworden regimes, als ze zich in het nauw gedreven voelen en hun macht dreigen kwijt te raken, tot weerzinwekkende moordmachines. De mensheid kent wel zéér duistere kanten. En het verontrustende is; het lijkt maar niet op te houden. Alsof we nooit iets bijleren. En de ‘vrije’ westerse wereld heeft in haar wijsheid besloten, dat je je vingers beter niet kunt branden aan een ‘intern’ conflict. Die wachten rustig af, met stille diplomatie natuurlijk (vanzelfsprekend) hoe de zaak zich oplost, terwijl de Russen hun kans schoon zagen om hun invloed in dat deel van de wereld te vergroten.
Net voor Aleppo massaal verlaten wordt, en de soldaten van de regering van Assad de verwoestte stad overnemen, wordt hun tweede dochter Taima geboren. Zoveel prille schoonheid in zoveel apocalyptische verwoesting. Dat zal je met je leven verdedigen. Dat kan niet anders. Het nieuwe leven dwingt dat af. Het smeekt om een simpel vreugdevol bestaan, waarin vrede heerst, waar onderlinge terreur als waanzin begrepen is. En afgeschaft!
Op Lesbos, in het vluchtelingenkamp, jaren later in 2020, zijn je tranen allang opgedroogd. Ze stroomden eindeloos, tot de bron opgedroogd was, en je dof je werk deed. Dweilen in de modder met de kraan wagenwijd open. Maar je weet; Europa werkt eraan, de oplossing is nabij. Jammer genoeg hebben ze er nooit bij gezegd wanneer! Alleen, en je steekt je vinger nog één keer op: het is net winter geweest, en erg koud met nauwelijks dekens, wanneer mogen we van U verder reizen?
Haar documentaire wint in 2019 terecht de eerste prijs op het documentaire filmfestival in Cannes. Zo’n sterk en diep bewogen engagement in de kunst, daar geef je natuurlijk de eerste prijs aan. De documentaire heeft ook mij diep bewogen. Maar de vraag die in mijn hoofd blijft rondspoken is; zou ik de moed gehad hebben , daar in die omstandigheden, daar in die hel, door te blijven filmen? Hoe moedig zou ik zijn in zo’n situatie? Zou ik, met risico voor mijn eigen leven, door filmen om ‘de wereld’ het drama in mijn stad te laten zien. Bij het zien van zo’n drama, in je gemakkelijke fauteuil met een biertje erbij, is het gemakkelijk een traantje wegpinken. Waarmee ik niet wil zeggen dat die tranen niet oprecht zijn. Maar hoe verhoud ik mij tot een wereld, die ik voornamelijk uit de bioscoop of mijn computerscherm ken. Hoe ontwar ik eigenlijk werkelijke en illusoire ervaringen?
Und der haifisch der hat zehne, und die trägt er im gesicht! Dit prachtige lied uit de opera Der Dreigroschenoper van Bertold Brecht en Kurt Weill drijft dit verhaal binnen. Een kunstenaar, een machteloze kunstenaar, zoekt naar een vorm om angst en frustratie vorm te geven. Het wordt een film, een documentaire.
Wij kijken toe.