verhaal (6 november 2019)
Het boek ziet er nog goed uit. De titel is: op hoogte gedacht. Het onderwerp is beeldende kunst op Groninger kerkhoven. Ik heb het gekocht omdat ik vaak op het Hoge Land van Groningen kom. Daar liggen de meeste van die kerkhoven , en een aantal heb ik ook bezocht. En ik ben vooral nieuwsgierig naar de bijdrage van stanley brouwn. Zijn naam heeft mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik houd erg van zijn werk, vooral de sobere precisie ervan.
In het vierkante boek worden de gerealiseerde projecten van de negen gekozen kunstenaars getoond. Daarbij zijn mooie beschrijvingen van de geschiedenis van iedere kerk en de erbij behorende begraafplaats. Ook is er een essay te vinden, geschreven door een bekende schrijver, die nu zelf, en veel te jong, op een kerkhof ligt. Het is een ontroerend verhaal over een oom van de schrijver, een boerenknecht, die de schrijver als jongen, met zijn vader, af en toe bezocht in zijn scheefgezakte kleine boerenwoning. Waar het merkwaardig rook en slordig ingericht was, een beetje zoals dat bij vrijgezelle mannen gaat. Die oom at, samen met andere vrijgezellen, tussen de middag warm in het huis van Aaltje Meter, een vrijgezelle mevrouw uit het dorp. Natuurlijk tegen een geringe vergoeding, maar zo kregen ze nog eens iets goeds in hun lijf. De foto van die oom is vergeeld, zoals de foto van de schrijver straks zal zijn.
Maar terug naar stanley brouwn, een conceptuele kunstenaar die, tijdens zijn leven, intrigerende kunstwerken nagelaten heeft. Die werken zijn onopvallend van aard, je zou ze zo over het hoofd zien, bij wijze van spreken. Ook in dit boek kwam ik weer voor een verrassing te staan. Een aangename verrassing weliswaar, maar toch. In het plaatsje Zuurdijk, niet ver van het Lauwersmeer, heeft hij zijn kunstwerk gerealiseerd. Kunstwerk? Waar dan? Op pagina 46 vind ik een beschrijving van de geschiedenis van het kerkje, gelegen op een terp. Alle kerkjes in het boek liggen op terpen, als bescherming tegen hoog water. Op pagina 47 treffen we een kleurenfoto van een zijkant van de kerk met drie liggende grafzerken en, links en rechts van die zerken, twee fraaie smeedijzeren hekwerken. Daarin liggen ook grafzerken, maar die zijn nauwelijks zichtbaar. De zijwand van de kerk toont drie gotische ramen, en een plaquette. Dan volgt pagina 48! De fotograaf is op een grasveld gaan staan, en heeft een deel van de dorpsstraat gefotografeerd. Dat grasveld is omzoomd door mooie oude bomen, en een fraai smeedijzeren hek, en aan het eind van het grasveld ontwaar ik een paar liggende zerken. We blijken op het kerkhof te staan! Heeft stanley brouwn deze foto zelf gemaakt? Boven aan de pagina staat, in vette letters, de naam stanley brouwn. En daarna, in minder vette letters: Op verzoek van de kunstenaar geen informatie. Op verzoek van de kunstenaar geen informatie? Daar kan je het dan mee doen! Op naar pagina 49, nog natrillend van de verwarring. Op die pagina treffen we een langwerpige kleurenfoto van de grafzerken, tegen elkaar aangevlijd, en van bovenaf gefotografeerd, zodat de zerken een perspectief krijgen. Vermoedelijk een echtpaar. Hetzelfde wapenschild is op beide zerken nog goed zichtbaar, en de teksten op de stenen zijn, op de foto, niet leesbaar. Beiden stenen vertonen scheuren, de een wat meer dan de andere. Ik ga naar pagina 50. Dat blijkt een Engelse vertaling van de inleiding. In eerste instantie ben ik verward over de bijdrage van stanley brouwn. Er lijkt geen andere bijdrage van hem anders dan de twee foto’s, en de zin: Op verzoek van de kunstenaar geen informatie. En natuurlijk zijn naam. Maar in de tekst over de geschiedenis van de kerk is ook een deel gewijd aan de geschiedenis van ‘het begraven’. Daaruit blijkt dat alleen de rijken zich een zerk konden permitteren. De minder gefortuneerden moesten het doen met een houten grafpaal, en de allerarmsten (de meerderheid) met niets! De houten grafpalen zijn allemaal verloren gegaan, die paar staande en liggende zerken resteren. En dan wordt het ‘werk’ van stanley brouwn ineens wonderschoon, of althans mijn melancholieke interpretatie daarvan. In mijn gevoel kan het werk zomaar gaan over de niet langer ‘zichtbare’ mensen, die daar begraven liggen, over degenen die zich geen zerk konden veroorloven. Dit werk zou kunnen gaan over betekenisvolle ‘niet’ zichtbaarheid. Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren. Met dank, meneer stanley brouwn!