Designkwartier 2018: groter dan ooit
Geen gele lijn meer op de stoepen. Wel méér design dan ooit. Meer dan 70 locaties. Het Zeeheldenkwartier had afgelopen weekend weer te maken met een invasie van designliefhebbers tijdens Designkwartier 2018, georganiseerd door Edwin Pelser en Creative Studio Unobvious.
Het aanbod is uitgebreid onder andere met lezingen & themaroutes & workshops. Die uitgebreide selectie heeft wel een prijskaartje. Het designkwartier kost tegenwoordig 15 euro entree als je alles wilt kunnen bezoeken. Daarmee is het festival minder laagdrempelig geworden, hoewel de winkels wel vrij toegankelijk blijven.
Edwin Pelser van de organisatie wil hier wel op reageren: ‘Het festival heeft zich ontwikkeld tot een groots en professioneel evenement. Qua programmering en uitvoering hebben we bewust gekozen voor een nieuwe ambitieuze standaard. Die vertaalt zich in een bijdrage van onze bezoeker. Een logisch vervolg op de verkoop van plattegronden van voorgaande jaren.’
Hij legt uit dat de gemeente Den Haag en diverse fondsen het festival ondersteunen maar dat dat niet voldoende is. Het festival moet ook andere manieren inkomsten verwerven, zoals via sponsoring. ‘We vragen ook vriendelijk aan onze bezoekers een ticket te kopen en op deze manier het festival op waarde in te schatten, te steunen en continuïteit te garanderen.’
Nu dat uit de lucht is: op naar het design. Hieronder een willekeurige selectie van wat er te zien was. Alvast een mea culpa voor iedereen die overgeslagen is.
Invalshoek: mooie spullen!
Lichthuis Monoshop bood een kaarsenhouderscollectie. Design kan zelfs de meest traditionele manier van kaarsbranden niet met rust laten (proppen in een oude fles wijn). Neem bijvoorbeeld Lunedot van Lieke van Dijk, waar een veer onder zit zodat de kaars niet kleiner wordt tijdens het branden. Kaarsen met magneten bestaan ook, leer je hier.
Hopelijk hebben de weeskaarsenhouders die bij de ingang stonden intussen een nieuw huisje gevonden.
Een geheime passage met een paar aanhankelijke buurtkatten brengt je bij Arend Groosman. Design hoort ook niet in een winkel te staan, het hoort hier, in een huis. (Ook trouwens toevallig de filosofie van VRIENDEN, ook op het festival aanwezig.) Dan merk je meteen dat het tot zijn recht komt. Stoelen in strak Rietvelddesign, maar ook kasten, tafels en deze fascinerende lamp:
Wat je ook niet mag missen, zijn de speelgoedautootjes van Floris Hovers. Iedereen die komt kijken naar zijn ontwerpen, móet even zeggen dat ze prachtig zijn. Dat zijn ze natuurlijk ook. Het Stedelijk Museum heeft de ArcheToys opgenomen in hun collectie.
Hovers is verbonden met Ikonic Toys en heeft een duidelijke voorkeur voor old school auto’s. ‘Ik hou totaal niet van Tesla.’
Bij Envisions draait het (nog) niet om een product, maar is er sprake van een weg erheen, samen met plaatmateriaalproducent Finsa. Envisions is op zoek naar de mogelijkheden van spaanplaat.
Bij de beurs in Milaan kwam er veel respons op de werken van dit collectief. Grappig genoeg vooral van architecten. Ook niet echt een wonder. De fraaie ontwerpen lijken hier en daar wel op maquettes van steden over pakweg vijfentwintig jaar – als de organische architectuur echt zal hebben toegeslagen. Je ziet zo’n gebouw als hieronder al zo in Dubai staan.
De ‘random pressed vases’ van Nick Boers spreken min of meer voor zichzelf. Geschikt cadeau voor iedereen die het toeval een warm hart toedraagt.
Er is ook nog een ‘random press tool’ en een ‘random act of violence’. Die laatste is geen gestileerde trap tegen een bezoeker, wel exploderende krukjes en geplette kastjes.
‘Less is more’ blijft het credo van de meeste ontwerpers. Twee sterke voorbeelden hiervan vond ik de luchtfilterstoel van Joris de Groot en Painted Light van Chris Kabel. Het patroon van Painted Light is geschilderd door Gijs Frieling.
Invalshoek: sociaal!
Zwaar autistisch maar wel een schildertalent? Lastig! Voorheen kon je via een werkplaats hooguit knijpers in elkaar zetten of een stukje figuurzagen. Zonde van dat talent! En bevorderlijk voor het zelfvertrouwen is het ook niet.
Social Label sprong in het gat. De stichting zet professionele vormgevers en kunstenaars zij aan zij aan de mensen die lastig een baan kunnen vinden. Zoals vroege schoolverlaters, mensen met autisme.
Nu maken ze enorme roze hosties en fraaie lampen. Hoogtepunt: het verhalend servies. Een gewoon servies dat karakter kreeg dankzij interviews, die in illustraties op het servies werden verwerkt.
Anne Ligtenberg en Mats Horbach werken al lang samen. Anne heeft last van dyslexie, Mats niet. Hieruit kwam langzaam het idee om het effect proberen uit te leggen via teksten (en een boek uiteindelijk).
Dat maakt wel wat los, voor beide groepen. Mats vertelt bijvoorbeeld het aandoenlijke verhaal van een jongetje dat zijn vader meesleurde naar de papieren en die zei: ‘Kijk, dit doe ik, en dit ook!’
Op school is nog wel aandacht voor dyslexie. Na school wordt het lastiger. Wie op werk heeft er geduld met iemand bij wie de lettertjes over het beeldscherm dansen?
Hun boek over dyslexie (Het Dyslexie Boek) rolt binnen enkele weken van de persen.
Invalshoek: milieu!
Jessica den Hartog heeft een passie voor flinterdunne plakjes plastic. De plastic is nog dunner dan de plakjes kaas die je met de kaasschaaf snijdt. Ze plakt ze aan elkaar en dan krijg je prettig ogende pastelkleurige objecten.
De kleuren zijn niet aangepast. ‘Dit geel komt bijvoorbeeld van de gele Zwitsalpotten die ik van vrienden krijg.’ Ze rent snel naar de deur als iemand die open heeft laten staan. ‘Wind is de grote vijand voor deze kwetsbare werken. Een vouw krijg je er niet zo snel uit.’
Spruitje is er ook weer met de kenmerkende combinatie van glazen minibiotoopjes en licht. Dit keer als passend decor bij restaurant Capo Cucina.
Het collectief (9 personen intussen) wil momenteel wat meer zijn grenzen verleggen. Meubels, bijvoorbeeld, willen ze meer gaan maken. Jonael van der Sloot scrollt op zijn mobiel en laat foto’s zien van een marmeren plaat. Dat belooft veel goeds.
Nienke Hoogvliet is wat meer op de macabere toer gegaan. In niet geheel toevallig een begrafeniswinkel laat ze haar nieuwste project zien: Mourn. Deze omgekeerde hoorntjes zijn een nieuw soort urn. Eentje waarbij de crematie-as is vermengd met PHA. Dat is een bioplastic dat ontstaat uit de bacteriën die het afvalwater zuiveren.
Volgens Nienke is dit object de ideale milieubewuste middenweg van een gewone begrafenis en een crematie. Een crematie verwijdert de giftige stoffen uit een lichaam. Een begrafenis laat het lichaam langzaam vergaan. Dit object voorkomt bodem- of grondwatervervuiling én op termijn zal het vergaan met de aarde. Bovendien kun je de nieuwe urn ook in de tuin zetten als herdenkingsmonumentje.
Ze haast zich erbij te zeggen dat de objecten hier op Designkwartier van dieren zijn. Toch kan ze ook eventueel ook een object maken van menselijk crematie-as. Dus wie weet zien we binnen een paar jaar allemaal omgekeerde hoorntjes op begraafplaatsen.
En Lizan Freijsen houdt er ook al van hoe de natuur zijn zaakjes opruimt. Een ander gooit zijn beschimmelde brood met dichtgehouden neus zo snel mogelijk in de prullenbak. Voor Lizan is dat een mogelijk nieuw kunstwerk. De beschimmeling heeft een willekeurigheid in vorm die haar heel erg aanspreekt.
Haar tapijten op basis van schimmelvormen staan zo goed in café Cortenaer dat je hoopt dat ze de tapijten laten hangen, hoewel een tapijt sowieso naar het Arboretum in Wageningen verhuist.
Wie ook geen genoeg kan krijgen van vlekken en schimmels kan veel meer vinden in haar pasverschenen boek The Living Surface. Meer over haar werk zie je in deze video.
Invalshoek: druk en typografie!
De ervaring spat ervan af, van de prints van Mister Adam. Prachtige swingende letters. Sommige prints doen denken aan reclames voor kruideniers in de jaren zeventig (Nu!; Meer, meer, meer; Alles hier).
Laura Aranda is vandaag de buurvrouw van Mister Adam. Haar ‘zeefdrukinstallatie’ doet wat het moet doen: de aandacht trekken. Bezoekers weten alleen niet zo goed of ze er onderdoor durven te gaan.
De felle kleur roze, waar ze van houdt, is dominant. Die is gecombineerd met andere kleuren op een manier dat de subtiliteit pas opvalt als je er langer naar kijkt. De negatieve invloed van de verslaggever is duidelijk zichtbaar als er ineens een paar zeefdrukken naar beneden vallen. ‘Zoveel zijn er nog niet achter elkaar naar beneden gevallen!’
Buiten alle categorieën valt het Data Orchestra in de Electriciteitsfabriek. Jelle Mastenbroek maakte een merkwaardige geluidsinstallatie midden in de fabriek. Een machine scant de magneetstrip van je pasje. Vervolgens hoor je door de fabriek je eigen data omgezet worden in geknetter en geknal – alsof een experimenteel sambakoor om het hoekje staat te improviseren.
Mijn NS-pas produceert een vriendelijk knetterbeatje. Een suppooste zegt dat mijn data-orkestje anders was dan de rest dus mijn dag is weer goed.
Je door het toeval laten charmeren blijft het leukste van Designkwartier. Maar het toeval geeft zich niet makkelijk weg. De speelse lijn van het aardewerk van Jenna Postma bijvoorbeeld. Je oog moet er maar net op vallen. Of het groen van de objecten van Marjolein Grotenhuis. Dat is niet zomaar groen, maar het groen van het Nederlandse landschap (idee voor een nieuwe kleur: nedergroen?).
Of deze lichtvoetige tegelkunst van Marga van Oers die ik in designwinkel Yurt Collection tegen het lijf liep.
Zo vis je nog eens wat op in die enorme designvijver.